Canon (61): Cor van Wijgerden en Rob Brunia
Tientallen jonge topschakers zijn door hen getraind, vele duizenden hebben door hun methode schaken geleerd. Cor van Wijgerden en Rob Brunia zijn de belangrijkste trainers in de Nederlandse schaakgeschiedenis. Vanwege de Stappenmethode zullen hun namen altijd in één adem genoemd worden.
Cor van Wijgerden werd geboren op 23 mei 1950. Hij nam van 1976 tot 1984 vijf keer deel aan het Nederlands kampioenschap en werd in 1978 internationaal meester.
In 1977 en 1978 zette hij zijn eerste belangrijke stappen als jeugdtrainer, hij was secondant van John van der Wiel bij het Europees jeugdkampioenschap, dat Van der Wiel eind 1978 won. In 1982 werd hij bondscoach voor de jeugd, de vrouwen en de subtop, wat hij tien jaar bleef. Ongeveer van 1995 tot 2001 trainde Van Wijgerden een groep van vier zeer talentvolle jeugdspelers, gesponsord door het bedrijf Lost Boys. Gedurende het gehele bestaan van de Schaakacademie van het Max Euwe Centrum van 1988 tot 1997 was hij daarvan hoofddocent.
In 1985 vroeg de KNSB aan Van Wijgerden of hij een boek wilde schrijven als vervanger van het boek Juniorenschaak van Berry Withuis. Diens eerdere boek Jeugdschaak zou aanvankelijk door clubs gebruikt blijven worden, het leidde in die tijd op tot het Pionnen-, Toren- en Koningsdiploma. Van Wijgerden, zelf onderwijzer (tot 1982), zocht contact met Rob Brunia, die pedagogiek had gestudeerd. Het leven van Rob Brunia (geboren 27 november 1947) draaide om jeugd, hij was een specialist op het gebied van hoogbegaafde kinderen. Als schaaktrainer heeft ook hij vele pupillen gehad. Bij talloze jeugdtoernooien was hij aanwezig en stelde hij zich belangeloos beschikbaar om met de deelnemers na afloop hun partijen door te nemen. Rob Brunia overleed op 9 januari 2005 onverwachts aan een hersenbloeding. Na zijn dood werd het Rob Brunia Fonds ingesteld om bij jeugdtoernooien trainers beschikbaar te stellen die op zijn manier de deelnemers kunnen begeleiden.
De nieuwe lesmethode Van Wijgerden/Brunia groeide mijlenver uit boven een vervanging van het boek Juniorenschaak. Allereerst wilden de twee de opleiding vanaf het begin oppakken en dus ook een alternatief voor Jeugdschaak bieden. Van 1985 tot 1991 werkten ze een ochtend per week aan hun methode, die de Stappenmethode werd genoemd. In 1987 kwam het eerste lesmateriaal uit. De KNSB wilde het project toch niet financieren, wat achteraf een verkeerde inschatting was. Sindsdien heeft Van Wijgerden in eigen beheer 26 boeken en 3 cd’s in het Nederlands uitgegeven. De methode is ook vertaald in het Duits, Engels, Frans en Turks. Brunia trok zich in 1991 terug vanwege drukke werkzaamheden.
Er wordt vaak gezegd dat in de Stappenmethode de nadruk op tactiek ligt. Dat geldt wel voor de werkboeken voor de leerlingen, maar niet voor de methode als geheel. Partijen spelen en het met de trainer bespreken daarvan maken namelijk deel uit van die methode. Met een goede trainer blijft er nooit een facet onderbelicht, daarom zijn er ook handleidingen voor de trainers.
Via hun methode hebben Van Wijgerden en Brunia een complete generatie schakers opgeleid. Individueel en in groepjes mochten ze Loek van Wely, Jeroen Piket, Erik van den Doel, Daniel Stellwagen, Jan Smeets, Erwin l’Ami en vele andere latere topschakers tot hun leerlingen rekenen.
Meer uitleg over de methode zelf op de site van de Stappenmethode.