Chess Training for Candidate Masters
Chess Training for Candidate Masters is het eerste Engelstalige boek van Alexander Kalinin. Bij de naam Kalinin gaat misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar volgens de cover is hij een prominente Russische trainer. Zo heeft Kalinin jeugdwereldkampioen Daniel Naroditsky en Europees vrouwenkampioen Valentina Gunina getraind. Daarnaast heeft hij samen met Kortchnoi een driedelige serie over de Franse opening gepubliceerd. Deze Russische boeken zijn (helaas) niet naar het Engels vertaald.
In Chess Training for Candidate Masters ligt de nadruk op zelfstandig nadenken. Kalinin erkent dat de computer het algehele schaakniveau op een positieve manier heeft beïnvloed, maar hij wijst ook op de valkuilen van het elektronische hulpmiddel. Geleidelijk aan zijn steeds meer jonge spelers gestopt met het zelfstandig analyseren van partijen en doet de computer al het werk. Om een betere schaker te worden, is het essentieel je begrip van het spel te vergroten!
Terug in de tijd
Kalinin probeert een balans te vinden tussen het gebruik van de computer en het menselijke besluitvormingsproces. Hij vindt het belangrijk om de opkomende jeugd kennis te laten maken met trainingsmethoden uit het pre-computer tijdperk. De vier belangrijkste methoden om zelfstandig aan schaken te werken zijn volgens hem:
‘1. Liefde voor het schaakspel ontwikkelen
‘2. Leren analyseren (kritisch je eigen spel en dat van anderen bestuderen)
‘3. Partijen van oude meesters naspelen
‘4. Lessen trekken uit ontmoetingen met concurrenten en meer ervaren spelers
Het hoofddoel van het boek is om bovenstaande methoden duidelijk te maken. Daarbij staat Kalinins eigen ontwikkeling als jeugdspeler centraal.
Het boek is verdeeld in twee delen. Het eerste deel bestaat uit een kort overzicht over de ontwikkeling van de schaakpedagogiek. Tevens raakt de lezer bekend met een aantal algemene principes en trainingsmethoden. Ten slotte komt het gebruik van de computer aan bod. Het tweede deel illustreert de invloed van de klassieke trainingsmethoden op de ontwikkeling van jonge spelers. Kalinin bespreekt zijn eigen trainers en hun methoden. Veel van de geanalyseerde partijen in dit deel zijn van hemzelf of van leeftijdgenoten, die later uitgegroeid zijn tot bekende grootmeesters.
Part 1 – General questions of chess pedagogy
In deel 1 behandelt Kalinin de schaakpedagogiek door de jaren heen. Het eerste hoofdstuk (Historical overview) gaat over de vraag hoe je schaken moet leren. Het overzicht begint met de Italiaanse meesters uit de zeventiende en achttiende eeuw en eindigt eind twintigste eeuw met Mark Dvoretsky. Tussendoor worden de trainingsmethoden van bekende schakers als Lasker, Nimzowitsch en Kotov besproken. Ook onze eigen wereldkampioen, Max Euwe, komt aan bod. Wist u bijvoorbeeld dat hij de eerste schrijver in de schaakliteratuur is, die de lezer oefeningen voorschotelde na de introductie van elk nieuw onderwerp? Kalinin maakt in dit boek dankbaar gebruik van deze methode.
Het tweede en laatste hoofdstuk van deel 1 (Man and computer) gaat over de sterke en zwakke punten van de computer. Het is duidelijk dat de computer vele malen beter rekent dan de mens. Dat is eigenlijk het enige wat de computer doet: rekenen. Een schaker kan daar zijn inzicht tegenover stellen. Kalinin geeft onderstaand voorbeeld om één van de zwaktes van de computer te illustreren.
Dit is de eindstelling van de partij Anand – Kramnik (Bonn Wch-match 2008). Een schaker van clubniveau stelt eenvoudig vast dat de stelling remise is. Wit kan zijn koning omspelen naar g3 en h3-h4 spelen. Zwart hoeft echter niet te reageren en na h4xg5 volgt …g7-g6, waarna de witte koning onmogelijk de zwarte stelling kan binnendringen. De computer beoordeelt de diagramstelling toch als duidelijk beter voor wit! Na het berekenen van varianten van tientallen zetten diep ziet de elektronische grootmeester nog steeds een extra pion en ruimtevoordeel voor wit. De computer mist het (menselijk) inzicht om vast te stellen dat de stelling remise is.
Part 2 – How chess players are formed
In deel 2 staan de vier belangrijkste trainingsmethoden om zelfstandig aan schaken te werken (zie ‘Terug in de tijd’ hierboven) centraal. Zo gaat hoofdstuk 3 (The aesthetics of chess) over de schoonheid van het schaakspel. Verschillende verhalen uit Kalinins jeugd passeren de revue, vergezeld van mooie combinaties die destijds indruk hebben gemaakt. De esthetische kant van het schaakspel komt echter niet alleen tot uiting in combinaties. Naarmate Kalinin een sterkere speler wordt, raakt hij meer onder de indruk van strategische plannen, de subtiliteit van profylactische manoeuvres en de diepte van het eindspel. De partij Capablanca – Janowsky (St Petersburg 1914) is een goed voorbeeld.
Wit speelt 11.Tb1!!, waarna Vladimir Zak wordt geciteerd: “The is the move, the elusive beauty of which is hard to explain. It is the start of a plan which wins the game for White. This consists in organising the advance b2-b4-b5, breaking up Black’s castled position. The beauty of the unremarkable looking move 11.Tb1 is that this plan immediately makes the whole position clear. It is already hard for Black to do anything against this.”
Hoofdstuk 4 (The benefits of solving endgame studies) gaat over Kalinins liefde voor eindspelstudies en het nut ervan. In 1984 componeerde hij onderstaande miniatuur waarin wit remise moet maken.
1.Pe6+! (Wit verliest na 1.Kxe2? a2 2.Ta4 Kxg7 of 1.Ta4? Kxg7 2.Kxe2 a2.) 1…Ke7 2.Ta4 Pc3 (Of 2…Kxe6 en dan het thematische 3.Txa3! Tg3+ 4.Ke4 Txa3 pat.) 3.Ta7+! (Dit dwingt zwart om het paard op e6 te slaan. Niet goed is 3.Txa3? Tg3+.) 3…Kxe6 (Ook na 3…Kf6 4.Pd4 a2 5.Kd3 of 3…Kd6 5.Pd4 a2 5.Pb5+ is het remise.) 4.Txa3 Tg3+ 5.Kf4! Pe2+ 6.Ke4 Pc3+ 7.Kf4 Pe2+ 8.Ke4 Txa3 Pat.
In Hoofdstuk 5 (Analytical exercises) staat het analyseren van eigen partijen en partijen van meesters centraal. Kalinin heeft veel over eindspelen geleerd tijdens het analyseren van afgebroken partijen. Aangezien partijen tegenwoordig niet meer worden afgebroken, raadt Kalinin spelers aan zo vroeg mogelijk te beginnen met het grondig bestuderen van eigen partijen. Het volgende hoofdstuk (The classical heritage) gaat over lessen die we kunnen trekken uit klassieke partijen. In die partijen konden strategische plannen vaak tot op de letter worden uitgevoerd, als gevolg van het grote niveauverschil. Op tienjarige leeftijd maakte het volgende voorbeeld, uit de partij Feigins – Flohr (Kemeri 1937), een onvergetelijke indruk op Kalinin.
Zwart speelde 17…Pb8! gevolgd door …Pd7-f6-e4. Met deze partij in het achterhoofd was het niet moeilijk voor Kalinin om in zijn partij tegen Minsky (Moscow 1984) het juiste plan te vinden.
Kalinin speelde hier 18…Pd7! om vervolgens via b8 en c6 naar d4 te springen.
In hoofdstuk 7 (Personal influences) vertelt Kalinin over spelers van de oudere generatie, die een belangrijke invloed hebben gehad op zijn spel. Oude trainers komen aan bod en Kalinin laat zien wat hij van ze geleerd heeft. Hoofdstuk 8 (Lessons at the chessboard) is geweid aan de kostbare lessen die de schrijver in kwestie achter het schaakbord heeft geleerd. Hierbij staan niet alleen de partijen tegen meesters centraal. Ook van zijn leeftijdgenoten heeft Kalinin veel opgestoken. Tot slot spreekt de Russische grootmeester in hoofdstuk 9 (The fight against weaknesses) openhartig over zijn zwaktes, en hoe die zwaktes uiteindelijk geëlimineerd worden.
Conclusie
In Chess Training for Candidate Masters laat Kalinin de moderne schaker kennismaken met de belangrijkste trainingsmethoden uit het pre-computer tijdperk. Kalinins eigen ontwikkeling wordt als voorbeeld gebruikt en de vele lessen uit zijn jeugd worden met de lezer gedeeld. De partijen van Kalinin worden onder de loep genomen, adviezen van trainers passeren de revue, de esthetische kant van het schaakspel komt aan bod en de klassiekers worden bestudeerd. Het belangrijkste devies: zelf nadenken en kritisch zijn tijdens het analyseren! Chess Training for Candidate Masters staat vol anekdotes, nuttige tips en oefeningen waar een ambitieuze schaker veel van kan opsteken. Daarnaast kom je als lezer het nodig te weten over de ontwikkeling van jeugdspelers in de tijd van de Sovjet-Unie.
Meer informatie en bestelmogelijkheden: