Begrijp wat u doet: Damegambietstructuren 2

Damegambietstructuren 1

In de vorige aflevering van deze serie hebben we een begin gemaakt met het bekijken van structuren die ontstaan uit het Damegambiet. We beperken ons daarin voornamelijk op stellingen die ontstaan na 1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3.

In het vorige artikel zijn we kort ingegaan op de Tarraschverdediging (a), de Noteboomvariant (b) en de Afruilvariant (c). Ditmaal staan het Orthodox Damegambiet (d) en de Anti-afruilvariant (e) op het menu.

(d) Orthodox Damegambiet

De naam zegt in feite genoeg: de manier waarop zwart zich verdedigt is een van de meest klassieke speelwijzen. Hij kiest voor de normale logische opbouw: pion (d5) in het centrum, een opstelling met … e7-e6, de stukken worden ontwikkeld naar logische velden. Het koningspaard naar f6, loper naar e7 en korte rokade. Daarna dient het probleem van de dameloper opgelost te worden. Die gaat meestal naar b7, maar onder omstandigheden (als wit c4xd5 e6xd5 heeft ingelast) kan hij ook op de andere diagonaal ontwikkeld worden. Het damepaard staat het best op d7, waar het de c-pion niet in de weg staat, zodat zwart met … c7-c5 ooit het witte centrum op de korrel kan nemen.

3… Pf6 4. Lg5

Door de dameloper naar dit veld te ontwikkelen zet wit druk op de zwarte stelling. Daarmee bereidt hij ook e2-e3 voor, zodat ook de koningsloper in het spel gebracht kan worden. Wit kan het spel een andere wending geven door op 3. … Pf6 het neutrale 4. Pf3 te spelen.

Normaal is nu

4… Le7.

Het alternatief 4… c5 wordt het Halfklassiek Damegambiet genoemd. 5. cxd5 Pxd5 6. e4 Pxc3 7. bxc3 cxd4 Dit systeem werd jarenlang gezien als een manier om snel ‘remise’ te kunnen bereiken door de nodige stukken af te ruilen. 8. cxd4 Lb4+ 9. Ld2 Lxd2+ 10. Dxd2

Maar dat de zaken toch niet zo eenvoudig zijn, blijkt onder meer uit de partijen Petrosian – Korchnoi en Spassky – Petrosian, waarin een witte vrijpion de hoofdrol opeiste. Eerstgenoemde partij is bijzonder illustratief in dit opzicht, vandaar dat we hem kort weergeven:

10… 0-0 11. Lc4 Pc6 12. 0-0 b6 13. Tfe1 Lb7 14. Tad1 Pe7 15. d5 exd5 16. exd5 Pf5 17. Pe5 Pd6 Hier moet Korchnoi gedacht hebben dat zijn strategie volledig gelukt was.

18. Pc6! Een verrassend schijnoffer. 18… Lxc6? Na deze foutieve ruil ontstaat er een eindspel van zware stukken, waarin wit een pion op de zesde rij krijgt. 19. dxc6 Pxc4 20. Df4

Zo wint wit zijn stuk terug. 20… Pd6 21. Txd6 Dc7 Door de pion op de zesde rij is de stelling in hogere zin voor wit gewonnen is. Een en ander eist een bijna perfecte techniek, hetgeen Petrosian (zie foto ,bron onbekend) wel toevertrouwd is! 2. g3! h6 Korchnoi ziet in dat hij tot passiviteit gedoemd is. Na 22… Tfe8 heeft zijn tegenstander een pasklaar antwoord: 23. Txe8+ Txe8 24. Te6! een schitterende zet, waarmee wit afwikkelt naar een gewonnen dame-eindspel 24… Dc8 25. Txe8+ Dxe8 26. c7 beslist de pion op de zevende rij de strijd. Ook na het alternatief 22… Tad8 trekt wit aan het langste eind. Na 23. Txd8 Dxd8 24. c7 is de pion al op de zevende rij (gedekt door de dame) , waarna promotie onvermijdelijk is. 23. De5! Zo haalt wit alle torenzetten na de centrale lijnen uit de stelling. 23… Tac8 24. Dd5 Kh7 Het is duidelijk dat zwart geen nuttige zetten meer heeft. 25. Te4 Kg8 26. Kg2 a6 27. h4 Petrosian wil nu zijn activiteit omzetten in een aanval tegen de zwarte koning. 27… b5

28. g4! Zo kan wit straks gebruik maken van het aanknopingspunt op h6. 28… Kh7 29. Te2! Een diepzinnige zet waarmee wit de zet Dd5-f3 in de stelling brengt. 29… Kh8 30. g5 h5 31. Td2 Eindelijk mag wit de e-lijn afgeven, want hij wil graag Df3 kunnen spelen. 31… Tfe8 32. Df3 g6 Na deze verzwakking is het in feite gedaan met de zwartspeler. 33. T2d5 Tf8 34. Tf6 De7 35. Td7 De8 Nu is de tijd om te oogsten aangebroken. 36. Txg6! Na 36..fxg6 is 37. Dc3 dodelijk. 36… De5 37. Dxh5# 1-0

Een door Petrosian meesterlijk gespeeld eindspel met zware stukken.

Terug naar de hoofdvariant.

5. Lf4

Op het eerste gezicht lijkt deze loperzet minder ’to the point’ dan Lc1-g5, maar hij voorkomt dat zwart zijn spel verlicht met de stereotiepe stukkenruil … Pf6-e4.

5… 0-0 6. e3 c5

De belangrijkste zet. Zwart probeert ook druk op het witte centrum te zetten. Dat kan nu hij niet gestoord wordt door een loper op g5 die het centrum verder onder druk zet.

7. dxc5 Lxc5 8. a3

Is nu de meest belangrijke zet om … Lb4 uit de stelling te halen.

8… Pc6 9. Dc2 Da5

Zwart zet het zeer agressief op, hij brengt onder andere … Pe4 in de stelling.

10. 0-0-0!?

Pas na een tijd werd ontdekt dat wit zo verder moest gaan om kans op voordeel te hebben. Wit heft de penning op Pc3 op en tevens voert hij de druk op het centrum op. Door de tegengestelde rokades, maakt hij de weg vrij voor een aanval op de koningsvleugel.

10… Le7

Door de tegengestelde rokades hebben beide spelers aanval. Wit heeft al zetten als g2-g4, h2-h4 geprobeerd. Zwart gaat verder met bijvoorbeeld … Lc8-d7, een toren naar de c-lijn waarna ook zijn spel snel op gang komt. Voorbeelden waarin wit aan het langste eind trekt: Kasparov – Vaganian, Sargissian – Meier. Een prachtige aanvalspartij waarin het zwarte strijdplan wordt gedemonstreerd is de partij Carlsen – Ivanchuk.

e) Anti-afruilvariant

Een subtiele speelwijze is om de ontwikkeling van het koningspaard uit te stellen en eerst een nuttige zet te doen.

3… Le7

Het werkelijke idee is om de afruilvariant onaantrekkelijk te maken. De gedachte is namelijk om na

4. cxd5 exd5 5. Lf4 c6

het ‘bevrijdende’ … Lc8-f5 voor te bereiden. Overigens zou direct 5… Lf5? slecht zijn vanwege 6. Db3. Dat is een thema waar zwart altijd rekening mee moet houden. Zonder een pion op c6, wordt de loperontwikkeling naar f5 vrijwel altijd beantwoord met Dd1-b3 waarna zwart in de problemen is. Met een pion op c6, kan zwart de witte damezet riposteren met … Dd8-b6.

6. e3

Zou wit verder gaan met 6. Dc2 dan vervolgt zwart met 6… g6 waarna … Lf5 niet meer te verhinderen valt. De kleine verzwakking van pion g6 weegt zonder meer op tegen het feit dat zwart zijn dameloper op een mooi veld krijgt.

6… Lf5

Wit heeft in deze stelling het interessante

7. g4!? Le6

waarmee in de WK-tweekamp in 1963 tussen Botwinnik (met wit, zie foto, bron onbekend) en Petrosian een hele discussie is gevoerd. Er zijn twee beroemde partijen waarin eenmaal wit en andermaal zwart tot winst kwam tussen beide spelers vanuit onderstaande diagramstelling.

De problematiek in deze stelling is dat wit een prettig ruimtevoordeel heeft verworven. Tevens kan hij op de lange duur aansturen op een centrumactie met f2-f3 en e3-e4. Daar staat tegenover dat pion g4 een aanknopingspunt kan vormen voor zwart. Daarbij heeft de witte koning ook geen veilig onderkomen meer, meestal wordt hij via f1 op g2 opgeborgen, maar ook daar kan hij belaagd worden. Hieronder zonder commentaar:

Botwinnik – Petrosian (14de matchpartij)

8. h3 Pf6 9. Ld3 c5 10. Pf3 Pc6 11. Kf1 O-O 12. Kg2 cxd4 13. Pxd4 Pxd4 14. exd4 Pd7 15. Dc2 Pf6 16. f3 Tc8 17. Le5 Ld6 18. Tae1 Lxe5 19. Txe5 g6 20. Df2 Pd7 21. Te2 Pb6 22. The1 Pc4 23. Lxc4 Txc4 24. Td2 Te8 25. Te3 a6 26. b3 Tc6 27. Pa4 b6 28. Pb2 a5 29. Pd3 f6 30. h4 Lf7 31. Txe8+ Lxe8 32. De3 Lf7 33. g5 Le6 34. Pf4 Lf7 35. Pd3 Le6 36. gxf6 Dxf6 37. Dg5 Dxg5+ 38. hxg5 a4 39. bxa4 Tc4 40. a5 bxa5 41. Pc5 Lf5 42. Kg3 a4 43. Kf4 a3 44. Ke5 Tb4 45. Pd3 Tb5 46. Kd6 Kf7 47. Kc6 Lxd3 48. Txd3 Tb2 49. Txa3 Tg2 50. Kxd5 Txg5+ 51. Kc6 h5 52. d5 Tg2 53. d6 Tc2+ 54. Kd7 h4 55. f4 Tf2 56. Kc8 Txf4 57. Ta7+ 1-0

Botwinnik – Petrosian (18de matchpartij)

8. h3 Pf6 9. Pf3 Pbd7 10. Ld3 Pb6 11. Dc2 Pc4 12. Kf1 Pd6 13. Pd2 Dc8 14. Kg2 Pd7 15. f3 g6 16. Tac1 Pb6 17. b3 Dd7 18. Pe2 Pdc8 19. a4 a5 20. Lg3 Ld6 21. Pf4 Pe7 22. Pf1 h5 23. Le2 h4 24. Lh2 g5 25. Pd3 Dc7 26. Dd2 Pd7 27. Lg1 Pg6 28. Lh2 Pe7 29. Ld1 b6 30. Kg1 f6 31. e4 Lxh2+ 32. Dxh2 Dxh2+ 33. Txh2 Td8 34. Kf2 Kf7 35. Ke3 The8 36. Td2 Kg7 37. Kf2 dxe4 38. fxe4 Pf8 39. Pe1 Pfg6 40. Pg2 Td7 41. Lc2 Lf7 42. Pfe3 c5 43. d5 Pe5 44. Tf1 Lg6 45. Ke1 Pc8 46. Tdf2 Tf7 47. Kd2 Pd6 48. Pf5+ Lxf5 49. exf5 c4 50. Tb1 b5 51. b4 c3+ 52. Kxc3 Tc7+ 53. Kd2 Pec4+ 54. Kd1 Pa3 55. Tb2 Pdc4 56. Ta2 axb4 57. axb5 Pxb5 58. Ta6 Pc3+ 59. Kc1 Pxd5 60. La4 Tec8 61. Pe1 Pf4 0-1

Illustratieve partijen:

  • Petrosian – Korchnoi, Il Ciocco 1977.
  • Spassky – Petrosian, Moskou 1969.
  • Kasparov – Vaganian, Novgorod 1995.
  • Sargissian – Meier, Mainz 2009.
  • Carlsen – Ivanchuk, Bilbao 2008.
  • Botwinnik – Petrosian, 14de matchpartij WK-match 1963.
  • Botwinnik – Petrosian, 18de matchpartij WK-match 1963.

Alle partijen en fragmenten via de viewer:

Bronnen:

"De wereld van de schaakopening" door Paul van der Sterren.

“Chess Strategy for the Club Player” door ondergetekende.

Reageren? Stuur een e-mail naar .

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.