Canon (39): Alexander Rueb

”De schaakwereld rouwt bij het heengaan van een zijner grootste zonen, dankbaar voor de vele offers die door hem voor de goede zaak zijn gebracht en voor de monumentale resultaten, die daardoor zijn bereikt.” Dat schreef Max Euwe bij het overlijden van Alexander Rueb. Euwe mocht in in memoriams graag overdrijven, maar deed dat hier niet.

Buiten de wedstrijdarena was Rueb een van de belangrijkste mensen in de Nederlandse schaakgeschiedenis.

Alexander Rueb werd geboren op 27 december 1882. Hij was van beroep advocaat en procureur bij de Hoge Raad en vervulde vele maatschappelijke functies. In 1920 werd hij voorzitter van de schaakclub DD (Den Haag), met welke club hij zelf in de hoofdklasse speelde. Twee jaar later werd hij voorzitter van de KNSB. Beide functies legde hij in 1928 neer, waarna hij door beide tot erelid werd benoemd. Zowel zijn vertrek als zijn eretitels hadden ermee te maken dat Rueb in 1924 in Parijs samen met de Fransman Paul Vincent de wereldschaakbond FIDE had opgericht. Rueb werd de eerste president en bleef dat maar liefst 25 jaar. Een belangrijke taak van de bond was het structureren van de strijd om het wereldkampioenschap. Daarbij vond Rueb na 1935 een belangrijke bondgenoot in de nieuwe kampioen Euwe, die helemaal op de lijn van de FIDE zat. Dat Euwe in 1937 de revanchematch verloor en Aljechin weer de ‘baas’ werd, was een tegenslag. De KNSB en sponsor AVRO gingen zich met de WK-strijd bemoeien en Rueb was daarover zo ontstemd, dat hij zijn erelidmaatschap aan de KNSB teruggaf. In 1946 overleed Aljechin, in 1947 werd in Hilversum het eerste zonetoernooi gespeeld en kreeg de FIDE het heft in handen. Rueb had zijn doel bereikt en legde in 1949 zijn voorzittershamer neer. De FIDE benoemde hem vervolgens tot erevoorzitter.

Al in zijn DD-tijd richtte Rueb in Den Haag het Nationaal Schaakgebouw op, een bibliotheek en museum vergelijkbaar met het huidige Max Euwe Centrum. Hij bracht zijn eigen omvangrijke collectie boeken in, was alert op verzamelingen van overledenen en wist persoonlijke correspondentie en notatiebiljetten van topschakers te verwerven. Ook waren er plakboeken met complete verzamelingen schaakrubrieken uit kranten. Zelfs het archief van de FIDE was er ondergebracht. De verzameling ging in één grote klap verloren bij een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1945. De persoonlijke correspondentie was natuurlijk niet te vervangen, maar Rueb begon opnieuw met het verzamelen van boeken. Ook dat werd een omvangrijke collectie, die na zijn dood werd beheerd door de Alexander Rueb Stichting en later werd ondergebracht in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.

Rueb was een groot kenner en liefhebber van eindspelstudies. Hij verzamelde ze, bracht ze in kaart, ordende ze naar auteur, thema en gebruikt materiaal en schreef van 1947 tot 1955 de vijfdelige reeks ‘De Schaakstudie’, gevolgd door ‘Bronnen van de schaakstudie’, ook in vijf delen. Zijn werken behoren vanwege hun compleetheid en systematiek tot de absolute top in de wereld van de eindspelstudie. Daarom leeft zijn naam voort in ARVES: de Alexander Rueb Vereniging voor SchaakEindspelStudie.

Nationaal bestuurder, internationaal topbestuurder, belangrijk verzamelaar en gezaghebbend vastlegger van eindspelstudies; weinig mensen hebben zo’n grote rol gespeeld in het Nederlandse schaakleven als Alexander Rueb. Hij overleed op 2 februari 1959.

Hier kunt u enige partijen van Alexander Rueb bekijken met de viewer:

De meeste informatie in dit verhaal komt van de website van ARVES.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.