Canon (41): Oudste schaakverenigingen

Tot ongeveer 1800 werd in Nederland vooral geschaakt door de adel en door legerofficieren. Mede daardoor was Den Haag het schaakcentrum van Nederland. Op 15 mei 1803 werd het Haagsche Schaakgenootschap opgericht, de eerste schaakvereniging van Nederland. Niet veel later werden er ook clubjes opgericht in Alkmaar, Goes en Vlissingen, maar het is niet duidelijk of daar sprake was van echte verenigingen.

Op 19 september 1822 werd het Amsterdamse Schaakgenootschap (ASG) opgericht. Dat speelde correspondentiepartijen tegen onder andere Vermaak door Oefening, de eerste schaakclub in Rotterdam, en Palamedes uit Den Haag. Een verschil van mening over de vraag of het sociëteitskarakter of het schaken centraal moest staan, leidde tot een afsplitsing van ASG. De ‘schakers’ gingen verder onder de naam Philidor, een club die niet lang standhield.

In Den Haag ging Palamedes ten onder. Een nieuwe poging (schaakvereniging Stein) mislukte al snel, maar op 29 december 1852 werd het nu nog steeds bestaande Discendo Discimus (DD) opgericht, wat betekent ‘Door te leren, leren wij’.

Bij het ASG waren er leden die wilden fuseren met de andere Amsterdamse vereniging, La Bourdonnais. Die fusie ketste af, waarna enkele ASG’ers het Nieuw Amsterdamsch Schaakgenootschap oprichtten. Dat bleek niet levensvatbaar en fuseerde alsnog met La Bourdonnais tot het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap (VAS), op 21 december 1878. Het VAS (dat nog steeds bestaat) nam later 1822 als oprichtingsjaar aan, het jaar dat het ASG werd opgericht. Ton Sibbing, die deze hele geschiedenis beschreef in het boek Amsterdam Schaakstad (1994), noemde dit ‘een zeldzaam staaltje geschiedvervalsing’. ASG bestond in 1878 namelijk nog en was dus niet opgegaan in VAS, dat 1878 als oprichtingsjaar heeft.

Dit oude verhaal kwam weer naar boven toen de Goudse schaakclub Messemaker in 1997 zijn 150-jarig jubileum vierde, zijn naam wijzigde in Messemaker 1847 en claimde de oudste schaakvereniging van Nederland te zijn. Philidor Leeuwarden wees er toen hier en daar op dat zijn officiële naam luidde: Koninklijke Schaakclub Philidor 1847 Leeuwarden. In 1999 promoveerde Hans Scholten op het proefschrift ‘Het loopt ongenadiglijk mat’, over het schaakleven in Nederland in de negentiende eeuw. Hij onderzocht de historie van beide verenigingen uit 1847 (en vele andere) en concludeerde dat er een lange geschiedenis was van uiteenvallen, opnieuw beginnen en fuseren, zodat de huidige verenigingen niet meer die van 1847 mogen heten. Om dezelfde reden vond hij dat Strijdt met Beleid (SMB, Nijmegen) niet echt van 1848 was, ook al schreef de geschiedenisstudent Jan van de Mortel in 2002 als stageopdracht een boek over de geschiedenis van SMB tussen 1848 en 1998. In Leeuwarden bracht men als belangrijk tegenargument in dat de vereniging in 1947 het predikaat koninklijk had gekregen (wat pas bij een honderdjarig bestaan kan worden verleend) en dat de koningin een hogere autoriteit is dan dr. Scholten.

Scholten concludeerde dat de oudste nog bestaande schaakverenigingen zijn:

1. Discendo Discimus (Den Haag), 29 december 1852

2. Doesborghsch Schaakgenootschap, 21 mei 1873

3. Schaakclub Utrecht, 5 oktober 1886

4. Hilversumsch Schaakgenootschap, 28 september 1887

Websites van deze verenigingen:

1. Discendo Discimus

2. Doesborghsch Schaakgenootschap

3. Schaakclub Utrecht

4. Hilversumsch Schaakgenootschap

Daarnaast mag men in diverse plaatsen zeggen dat er al van voor 1852 bijna onafgebroken in clubverband werd geschaakt.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.