Canon (55): Compositieschaak

Compositieschaak is de verzamelnaam voor het componeren van schaakproblemen en eindspelstudies. Dit zijn twee verschillende disciplines, met elk hun eigen regels, literatuur, beoefenaren en verenigingen. In beide disciplines heeft Nederland altijd een belangrijke rol gespeeld.

Een schaakprobleem is een stelling met als opgave: wit begint en wint in een bepaald aantal zetten.

Meestal twee of drie zetten, maar het kunnen er ook (veel) meer zijn. De componist probeert meestal in zijn probleem een bepaald thema of verrassingseffect te verwerken. Zowel componisten als oplossers kunnen titels behalen. Voor die titels wordt geen onderscheid gemaakt tussen problemen en studies, al houden de meeste componisten zich maar met een van de twee bezig. Er zijn computerprogramma’s waarmee je problemen kunt oplossen en er zijn databases. Winchloe is beide en kent ongeveer 400.000 problemen.

De Nederlandse Bond voor Schaakprobleemvrienden is als bijzondere bond aangesloten bij de KNSB. De bond geeft het Probleemblad uit, met onder andere compositiewedstrijden, oploswedstrijden en artikelen over problemen.

Over de Nederlandse componist (en topschaker) Henri Weenink is een apart venster geschreven. Hij schreef het boek ‘Het Schaakprobleem, ideeën en scholen’, dat in het Engels werd vertaald en wereldwijd is geprezen. Een andere grote probleemcomponist was Eeltje Visserman (1922-1978). Toen in 1972 de titels werden ingevoerd, was hij een van de vier eerste grootmeesters. Hij publiceerde ook over problemen en was van 1957 tot 1970 hoofdredacteur van het Probleemblad.

Een eindspelstudie is een schaakstelling met een opdracht die meestal luidt: ‘Wit speelt en wint’ of ‘Wit speelt en maakt remise’. Het gaat niet om het aantal zetten. Wel is van belang dat er slechts één weg naar de oplossing is en dat deze tevens verrassend is of onverwacht. De Alexander Rueb Vereniging voor Schaak Eindspel Studie (ARVES) is ook een bijzondere KNSB-bond. Deze geeft een tijdschrift uit en organiseert wedstrijden en andere bijeenkomsten. De vereniging is genoemd naar Alexander Rueb, over wie een apart venster is geschreven. In zijn vijfdelige serie ‘De Schaakstudie’ (1947-1955) verzamelde hij een groot aantal belangrijke studies.

Een andere bekende en veelbekroonde componist was Jan Marwitz (1915-1991). In 1948 publiceerde hij samen met C.J. de Feijter ‘De Eindspelstudie’, een bloemlezing van natuurlijke eindspelstudies, ook partijstudies genoemd. Een uitspraak van Marwitz was: “Eindspelstudie is het schrijven van een opvallende slotfase van een boeiend schaakavontuur.”

Jan Timman houdt zich ook bezig met de eindspelstudie, hij componeerde er meer dan tweehonderd en behaalde vele prijzen. De Amsterdamse Israëliër Yochanan Afek is componist, arbiter (voor studies) en een groot verzamelaar van studies.

Harold van der Heijden is behalve componist en arbiter wereldwijd misschien wel de belangrijkste verzamelaar van eindspelstudies. Hij bouwde een database op die inmiddels bijna 80.000 studies telt en gewoon bij hem te koop is.

Nederland heeft niet meer of belangrijker componisten gekend dan andere landen, maar heeft in de schaakwereld vooral een belangrijke rol gespeeld op het gebied van literatuur en documentatie. Vroeger met de boeken van Weenink, Rueb en Marwitz/De Feijter, nu met de database van Van der Heijden.

Websites van de bonden:

Nederlandse Bond voor Schaakprobleemvrienden

ARVES

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.