Jonkman alleen aan kop

In het Science Park Amsterdam Chess Tournament heeft de enige grootmeester, Harmen Jonkman, na zes ronden alleen de leiding in handen met 5½ punten. Na zijn halfje in de tweede ronde tegen Zyon Kollen heeft hij al zijn partijen gewonnen. In de partij van vandaag ontdeed hij zich met zwart van de Nederlands jeugdkampioen in de oudste leeftijdscategorie, de talentvolle Hing Ting Lai. Jonkman heeft in zijn kielzog de Nederlandse meesters Li Riemersma en Etienne Goudriaan, die beide een halfje minder hebben. Op een vol punt van de koploper staat een klein pelotonnetje met vier spelers. De wat oudere IM’s Albert Blees en Eelke Wiersma hebben even moeten passen, want zij staan voorlopig op 4 punten.

Harmen Jonkman aan het werk (foto Frans Peeters)

Jonkman speelt voorlopig uitstekend. De manier waarop hij afrekent met zijn tegenstanders ziet er zeer overtuigend uit. In de zevende ronde wacht hem een vuurproef want dan ziet hij Riemersma tegenover zich.

Die moet voorlopig vrij hard werken voor zijn punten want het aantal zetten dat hij doet, is zeker niet laag. In het partijenblok heb ik twee eindspelen met gelijke lopers voor u geanalyseerd. De andere achtervolger van Jonkman, IM Goudriaan, speelde een bijzonder inhoudsrijke partij tegen collega Albert Blees. Dit generatieconflict werd in het voordeel van de jongere beslist. Goudriaan neemt het op tegen Hing Ting Lai die nog altijd goed meedraait in de top. Daarin zien we voorlopig ook nog Richard Vedder (die knap won van Kevlishvili), Zyon Kollen en Pieter Hopman.

De tussenstand na zes ronden is:

Het toernooi is verder te volgen via de website.

ANALYSEBLOK

Opnieuw ben ik op zoek gegaan naar interessante momenten en die denk ik inderdaad gevonden te hebben.

Brink, Barry – Riemersma, Li

De ratingfavoriet in deze partij, heeft in een ‘dooie’ remisestelling lang zitten doorschuiven en toch stapje voor stapje voordeeltjes vergaard. Met zijn volgende zet slaagt hij er eindelijk in een pionnetje te winnen.

55…Lc5 56. Lf4 Wit mag niet ruilen omdat hij na 56. Lxc5 bxc5 in een verloren pionneneindspel is geraakt.

56…fxg4 57. fxg4 hxg4 58. hxg4 Kb4 59. Kd3 Kxa4 60. Kc4 Lf2

61. g5?

Het is een wet van Meden en Perzen om in een eindspel van gelijke lopers geen pionnen op de kleur van de eigen loper te zetten. Maar vermoedelijk was de witspeler bang dat zwart het zelf zou gaan doen en dat hij dan de loper zou moeten offeren tegen zwarts b-pion. En met die gedachte in het achterhoofd neemt hij deze lastige beslissing. Toch denk ik dat het niet had gemogen.

Een logische zet is 61. Kd5! en hoewel zwart een heel eind komt, heb ik geen winst kunnen ontdekken voor zwart, zijn onmiskenbare voordelen ten spijt. 61…b5 62. Ke5 [Foutief is 62. Ld6? want nu komt zwart wel met bovengenoemd plan. 62…Lh4! 63. Ke6 Kb3 64. Kf7 g5 en zwart wint.] 62…b4 [Want op 62…Lh4 met de bedoeling … g6-g5 speelt wit nu wel 63. g5! met remise.] 63. Kf6 b3 64. Le5 Kb4 65. Kxg6 Kc4 Dreigt … Ld4. [65…Le1 66. Lb2 Lc3 67. Lc1 Ld4 68. g5 Kc3 69. Kf7 Kc2 70. La3 Lc5 71. g6 Lxa3 72. g7 b2 73. g8=D b1=D 74. Dg6+] 66. Lb2! Ld4 67. La3 Nu kost het zwart teveel tijd en wordt het remise. 67…Kc3 68. g5 Lc5 69. Kf7 Lxa3 70. g6 b2 71. g7 b1=D 72. g8=D en hoewel zwart het nog even mag proberen, is het eindspel van dame plus loper tegen dame theoretisch remise.

61…b5+ 62. Kc3

62…b4+?

Maar Riemersma speelt de pion iets te enthousiast naar voren. Wie zou dat ook niet hebben gedaan? Opnieuw blijkt dat zelfs de meest voor de hand liggende zetten soms niet de sterkste zijn.

Winnend was 62…Lc5! met de bedoeling om via veld e7 aan pion g5 te gaan hangen en ondertussen via veld a3 de pionnenopmars te ondersteunen. Essentieel is dat zwart pas mag oprukken met zijn pion als zijn koning het promotieveld onder controle kan nemen. Want wit kan altijd met de koning op een wit veld blokkeren en dan valt er geen winst meer te zien. Een voorbeeld van een mogelijke winstvoering: 63. Lc1 Lb4+ (zie analysediagram)

64. Kd4 Een laatste ultieme poging om pion g6 van het bord te halen. Maar nu blijkt waarom het eindspel voor zwart gewonnen is. [64. Kc2 Ld6 65. Kc3 Le5+ 66. Kc2 Kb4 67. Ld2+ Ka3 68. Le3 Ld6 69. Ld4 Ka2 en nu komt de pion ongehinderd aan de overkant. De witte koning is altijd te laat om g6 van het bord te kunnen halen.] 64…Kb3 65. Ke5 Kc2 66. Le3 Lc3+ 67. Ke6 b4 68. Lc5 b3 69. La3 (zie analysediagram)

69…Lb4! De diagonaal c1-a3 is te kort om de loper te handhaven.

63. Kc2 b3+ 64. Kb1

Dit is het probleem. De witte koning kan nooit verdreven worden.

64…Ld4 65. Ld6 Kb5 66. Lf4 Kc4 67. Lc1 Kd3!

Riemersma zal ook gezien hebben dat het niet meer te winnen valt. Maar na deze zet moet wit wel heel erg op zijn tellen passen…

68. Lf4??

En hij trapt in de valstrik die de zwartspeler gespannen had.

Na 68. La3 Ke4 [Na 68…Le3 kan de loper zijn pion aan de voorkant dekken. 69. Le7] 69. Lb4 Kf5 70. Le7 En nu heeft zwart geen winstplan meer behalve het ophalen van pion g5. Maar dat kost hem pion b3. 70…Le3 71. Kb2 Lxg5 72. Lc5 Lf6+ 73. Kxb3 De zwarte g-pion staat echter te ver van de promotielijn af om serieus gevaar op te leveren. 73…Ke4 De enige poging: het afhouden van de vijandelijke koning (en loper in dit geval). 74. Kc2 Kf3 75. Ld6 g5 76. Kd2 g4 77. Ke1 Maar de koning is al in de verdediging gekomen. 77…Lh4+ 78. Kf1 Lg3 79. Lb4 Lf4 80. Le1 en het is remise. Met de pion op g2 zou zwart wel winnen (zie mijn eindspelrubriek).

68…Le3!

Plotseling zag de witspeler wat hij had gedaan en gaf het meteen op. Na ruil van de lopers verliest het pionneneindspel en na het wegtrekken van zijn loper komt hij twee pionnen achter omdat zwart met … Kc4 altijd pion b3 gedekt kan houden. In het pionneneindspel moet zwart nog wel zijn koning goed gebruiken: 68…Le3 69. Lxe3 Kxe3 70. Kb2 Kf4 71. Kxb3 Kxg5 72. Kc3 Kf4 73. Kd2 Kf3 74. Ke1 Kg2 75. Ke2 g5 76. Ke3 g4 77. Kf4 g3 met winst.

0-1

Richard Vedder mist een kans op onsterfelijkheid 🙂 (Foto Frans Peeters)

Vedder, Richard – Kevlishvili, Robby

De zwartspeler heeft zich zojuist ‘vergrepen’ aan pion a4. Wit staat nu weliswaar twee pionnen achter, maar hij heeft al zijn stukken in het spel en bij zwart staan een aantal stukken als toeschouwer toe te kijken. De witspeler gaat verder met een volstrekt logische zet, maar hij kon zijn tegenstander verrassen met een geweldige donderslag bij heldere hemel.

20. Df4

Het is alsof hij volkomen uit de lucht komt vallen maar toch is 20. Txf7!! de manier om de zwarte stelling te kraken. 20…Txf7 Dit gaat mat. [Het is duidelijk dat het aftrekschaak dat wit zo graag in petto had willen hebben na 20…Kxf7 21. Df4+ Lf6 22. Ld5+ uitgevoerd kan worden. Het meest nauwkeurig is nu] 21. Dxd8+ Tf8 22. Ld5+ en ondanks 22…Le6 23. Lxe6+ Kh8 kan zwart een snelle executie niet voorkomen. 24. Lxg7+ Kxg7 25. Dg5+ Kh8 26. De5+ Tf6 27. Dxf6# Een fraai geheel!

20…Da5?!

Nu krijgt zwart toch weer een zware dobber. Het minste van twee kwaden was 20…Ld7

21. Ld6 21. Ld3!? met de bedoeling De4 lijkt zowaar nog sterker nu.

21…Lg5 22. Df3

22…Ld7 Het lijdt geen twijfel dat zwart ook na 22…Lf6 23. Lxf8 Kxf8 24. Ld5! het heel zwaar zou hebben gekregen.

23. Lxb7 Tad8 Na 23…Tae8 24. Txe8 Lxe8 25. c4 Lf6 26. Ld5 Dd8 27. Da3 moet zwart ook het loodje leggen.

24. Te5 Lb5 25. Lxf8 Txf8 26. Txg5

En wit staat op winst.

26…Dd8 27. Df6 Dxf6 28. Txf6 Tb8 29. Tb6 1-0

De Ruiter, Danny – Timmermans, Ivo

Zwart staat wat gedrukt en denkt zich een rustige zet te kunnen permitteren.

18…a5?!

Te langzaam. Wit neemt onmiddellijk het initiatief. 18…Le6 lijkt noodzakelijk.

19. f4! gxf4 20. gxf4 Pd7 21. Pf5 Lb4? Ook na het betere 21…Tae8 22. Tcd1 ziet het er goed uit voor wit.

22. Pxf6+ Kh8 23. Dd4

Zwart gaf het op. Inderdaad komt hij na 23. Dd4 Db6 24. Pxd7+ Dxd4+ 25. Pxd4 Tfd8 26. Pe5 een stuk achter.

1-0

Sbarra, Marco – Blees, Albert

Wit heeft tijdelijk een pionnetje minder en hij denkt dat hij zijn hoofd naar de zwarte koning mag wenden. Maar hij komt bedrogen uit.

19. Ph4?

Het werd hoog tijd om de pion terug te nemen. 19. Lxc4

19…Pxe4!

Een mooi schijnoffer dat bij wit roet in het eten gooit.

20. Pxe4 Dxd2 21. Pxd2 Txb2

Zwart wint het stuk met flinke rente terug. Vandaar dat wit het meteen opgaf.

0-1

Goudriaan, Etienne – Riemersma, Li

Weer een eindspel met gelijke lopers. Opnieuw heeft Riemersma een verre vrijpion, maar de dubbele witte e-pion en vooral niet te vergeten de witte op g5 zijn grote troefkaarten voor wit. Wit wil graag op e5 nemen. Hoe kan hij dat het best doen?

73. Lxe5?

Dit geeft de winst weg en hoewel de weg naar de remise smal is, slaagt Riemersma erin om die bijna perfect te vinden. Goudriaan kon een belangrijk extra aan zijn totaal toevoegen als hij met de koning had geslagen: 73. Kxe5! Kb3 [Het pionneneindspel na 73…Lc3+ 74. Kd5 is natuurlijk helemaal geen optie voor zwart.] 74. Ke6! Die is lastig te vinden. De koning moet naar f7 om zijn e-pion te ondersteunen. [74. Kd5? wint niet! 74…a4 75. e5 a3 76. e6 a2 omdat wit nu niet kan doormarcheren met zijn vrijpion.] 74…a4 75. Kf7 a3 76. e5 Lc3 77. e6 a2 78. e7 a1=D Zwart haalt zowaar eerder dame maar na 79. e8=D (zie analysediagram)

maar wit staat op winst omdat hij twee pionnen voor komt.

73…Kb3 74. La1 a4 75. e5 a3 76. e6 Le7 77. e4 Lxg5 78. Kd6 Ld2 79. e7 Lb4+ 80. Kd7 Lxe7 81. Kxe7 g5 82. e5 g4 83. e6 g3 84. Kd7 g2 85. Ld4 a2 86. e7 g1=D 87. Lxg1 a1=D 88. e8=D Dxg1

1/2-1/2

De Ruiter, Danny – Jonkman, Harmen

Wit is in de problemen. Zwart heeft zojuist 23… f6 gespeeld maar nadat de witspeler de aangeboden pion heeft geaccepteerd gaat het ineens snel bergafwaarts met hem.

24. Dxe6? The8 24…Lxd4 was ook al vrij sterk.

25. Df7 Op 25. Dc4 volgt 25…Te3+

25…Te3+ 26. Kf2 De4 27. g3

Jonkman maakt het nu doeltreffend uit.

27…Txd4 Het kon iets sneller met 27…Df3+ 28. Kg1 Te1+ 29. Txe1 Lxd4+ 30. Te3 Lxe3# maar dat is voor de kniesoren.

28. Kg1 Txd1+ 29. Txd1 Te1# 0-1

Vroombout, Enrico – Kohler, Aran

Wit heeft het niet zo handig aangepakt en zwart mag zich nu uitleven op de witte stelling.

19…Txc3! 20. Dxa6 Op 20. Dxc3 Lb4 21. Tb1 Lxc3+ 22. Txc3 wint 22…O-O!

Opgegeven.

20…Td3+! 20…Td3+ 21. Kxd3 Dxa6+

0-1

Lai, Hing Ting – Jonkman, Harmen

De stelling is al niet best voor wit, maar na deze paardzet krijgt zwart een concreet aanknopingspunt.

32. Pf4? Pxf4 33. exf4 Pe6

Pion f4 is het aanvalsdoel en zwart kan snel gebruik maken van veld g3.

34. Pb3 Tg6 35. Le3 Tg3 36. Td1 Tag8 37. Kc2 Dh6

En de witspeler zag het hopeloze van verdere tegenstand in. Inderdaad zou zwart na 37…Dh6 pion f4 veroveren waarna zijn pionnenmeerderheid onweerstaanbaar zal oprukken.

0-1

Riemersma, Li – Vedder, Richard

19…Tbd8?

Dit laat een combinatie toe. Geef Riemersma een tactische kans en hij grijpt hem! Alleen met 19…La8 kon zwart in de partij blijven.

20. Tb1 Da7 21. Txb7!

Een schijnoffer.

21…Dxb7 22. e5

Het paard op f6 heeft geen veld tot zijn beschikking en daarom komt wit twee stukken tegen een toren en een pion voor.

22…Pxe5

Gedwongen, maar de witte stukken heersen vanaf nu over het bord.

23. Pxe5 Txd1+ 24. Pxd1 Dc7 25. Pc4 Td8 26. Pc3 Dd7 27. Kh2 Dd3 28. Db3

Wit gaat dameruil terecht uit de weg. De speler met twee stukken voor een toren moet zijn stukken in de aanval zien te betrekken.

28…Te8

Om Pe5 uit de stelling te halen, maar hij raakt de controle over veld d5 kwijt. 28…Df5 verdiende de voorkeur.

29. Pd5 Dxb3

30. Pxf6+

Onder deze omstandigheden wil wit wel de dameruil toelaten. De verminkte pionnenstructuur valt niet meer te repareren.

30…gxf6 31. axb3 Tb8 32. Pd2 Tb4 33. Ld5 a5 34. Pe4

Zwart doet zijn best om een vrijpion te creëren, maar daar steekt wit een stokje voor.

34…Le7 35. Pc3

Zo zijn de velden a4 en c4 onder controle en is het tegenspel van zwart gereduceerd tot nul.

35…f5 36. Lc4 Ld6 37. Kg2 Tb8 38. Pa4 Tc8 39. Ld2 Ta8 40. Kf3 Kg7

41. Pb6!

Riemersma beschikt over een uitstekende techniek.

41…Te8 41…Ta7 helpt niet na 42. Pc8 Td7 43. Pxd6 Txd6 44. Lxa5

42. Lxa5

Ook nu valt er een pion van het bord.

42…Le5 43. Pd7 Ld4 44. Lb6 Td8

Hij kiest voor een pijnloze dood… Misschien bedoelde hij 44…Tc8 maar dan zou 45. b4 aan alles een einde hebben gemaakt.

45. Lxd8 1-0

Blees, Albert – Goudriaan, Etienne

In deze gespannen stelling mag zwart niet meer wachten omdat wit anders met 0-0-0 en Th1 het heft in handen zou nemen.

18…c5

Zwart probeert het initiatief te grijpen.

19. e4

Maar de witspeler wil dat hardhandig tegenspelen.

19…cxd4 20. Pb5?!

Na deze zet komt zwart duidelijk in het voordeel. Het is mij niet helemaal duidelijk waarom Blees niet koos voor 20. Pxd5 Wellicht was hij bevreesd voor een zet als 20…Lh4 met inderdaad een nare penning op f2. Hij kan echter antwoorden met 21. Kf1 en moet dan wel een zetherhaling toelaten na 21…Th2 22. Tg2 Th1+ 23. Tg1

20…Kf8 21. e5

21…Lxe5?!

Goudriaan houdt wel een geintje maar hiermee verspeelt hij zijn voordeel waarschijnlijk weer.

Na 21…Lg5 denk ik dat zwart het betere van het spel krijgt. Op 22. Pxd4 [22. Pd6 Dd7] 22…a6 is er toch de nodige wanorde in het witte kamp ontstaan.

22. Dxe5 Txd3 23. Th1

Blees vindt het juiste idee.

23…Kg8 24. Dh2?

Maar na deze zet in een verkeerde setting. Vermoedelijk heeft hij zwarts antwoord onderschat.

24. Pc7 f6!? [24…Tb8? 25. Th4! en wit staat uitstekend.] 25. Dd6 met volkomen ondoorzichtige verwikkelingen.

24…Ph5! 25. gxh5

25…Dc2?!

Ons edele spel blijkt toch weer bijzonder moeilijk. Het was inderdaad bijzonder lastig om nu 25…Lg4! te voorzien. Zwart creëert plotseling zware dreigingen tegen de witte koning en tegelijkertijd brengt hij een ordinaire dubbele aanval dame in de stelling (… De8+).

26. Df4 Txd2

Dit was uiteraard het onderliggende idee, maar Blees heeft de moedige counter aan de andere kant ook klaarliggen.

27. hxg6! Te8

28. gxf7+?

Hiermee laat de witspeler na om de kroon op zijn voorafgaande spel te zetten. Na deze zet gaat het initiatief definitief naar zwart.

En nu had de witspeler nog moediger 28. De5!! moeten spelen. Daarmee dreigt hij pardoes mat in één! Het geforceerde verloop is 28…f6 29. Th8+ Kg7! [Verliezend is 29…Kxh8 30. Dh5+ Kg8 31. Dh7+ Kf8 32. g7+ Ke7 33. g8=D+ en nu wint wint na 33…Kd8 34. Dxe8+ Kxe8 35. Pc7+ Kf8 36. Pxe6+] 30. Th7+ Kg8 31. Th8+ met een remise door herhaling van zetten als gevolg.

28…Lxf7+ 29. Kf1 Dd3+ 30. Kg1

30…Te6!

De zwarte stukken grijpen beslissend in. Goudriaan heeft beet en laat niet meer los.

31. Th4

31. Db8+ helpt absoluut niet: 31…Le8

Wit kon nog vluchten in een eindspel, maar dat blijkt 31. Th6 Txh6 32. Dxh6 Dg6+ 33. Dxg6+ Lxg6 een vrij heilloze missie. De binnengedrongen toren van zwart is een grote factor.

31…Tg6+ 32. Kh2 Niet aan de orde is 32. Kh1 vanwege 32…De4+ 33. Dxe4 dxe4 en zwart wint.

32…De2

Ook nu wikkelt zwart af naar een vrijwel gewonnen eindspel.

33. Pxd4 Dxf2+ 34. Dxf2 Txf2+ 35. Kh1 Txb2 36. Tf1 Tg5 37. Thf4 Lg6 38. Pe6 Ook na 38. T1f2 Tb1+ 39. Tf1 Le4+ 40. Kh2 Txf1 41. Txf1 Tg2+ 42. Kh3 Td2 zou een technisch gewonnen stelling hebben opgeleverd.

38…Le4+

Wit geeft het op. Een bijzonder onderhoudende partij.

0-1

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

4 Reacties

  1. Avatar
    Johan Hut 17 juli 2015

    Ik heb Riemersma de afgelopen jaren weer spectaculaire partijen zien spelen, maar zo te zien heeft hij inderdaad ook gewoon een meesterlijke techniek. Rustig een iets beter eindspel uitspelen en wachten op de fout van je tegenstander, dat soort dingen. Als ik zie wie er tegenwoordig allemaal grootmeester worden, allemaal terecht, maar dat had er voor Riemersma zeker ook ingezeten. Afijn, dat schreef jij gisteren ook in een reactie. De partij tegen Richard Vedder volgde ik voor een deel live (wel bij mij thuis) en vond ik heel knap. Ik vond zwart al snel vervelend staan, maar dacht steeds: hoe ga je met wit verder? Maar ja, als de tegenstander zo aangekrant staat, dan komt de klap van de (groot)meester altijd een keer. Mooi om naar te kijken, als het tegen iemand anders was geweest dan mijn vriend Richard :)

  2. Avatar
    pieterpriems 18 juli 2015

    Hoi Herman, Ik loop vast een ronde vooruit :-). Waarom speelde Riemersma geen 42. .. Kg5. Ik zie niet in hoe hij dan kan verliezen, al geven de rekenmonsters voordeel voor wit (met een zettenreeks die ik niet begrijp).

  3. Avatar
    Frans Konings 18 juli 2015

    Dat was natuurlijk de clou van het hele verhaal Pieter dat zwart niet naar die kant kon om op h5 te gaan slaan. Hij wordt dan nl. opgesloten middels Kf5 en verliest daarna in alle varianten op tempo. Als je nl. eruit loopt met Kh4-g3 en wilt gaan promoveren met je h-pion, is wit net eerder met g7-g8D schaak! (wit gaat Ke6-f7 doen natuurlijk)

    Aan de andere kant op de damevleugel wint wit het tempospelletje ook, zodat zwart ooit verplicht is om met zn koning te zetten en dus Ke6-f7 toe moet laten.

    Een prachtig geheel!

  4. Avatar
    HermanGrooten 18 juli 2015

    Pieter: Frans heeft inderdaad gelijk, maar ik kom daar in mijn slotartikel (na ronde 9) uitgebreid op terug. Het hele pionneneindspel is bijzonder interessant!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.