Toch maar de Grand Old Opening?

Geen moeilijkheden na de opening, een veilige stelling, echte tegenkansen en gemakkelijk te leren. Ziedaar het wensenlijstje van een gewone clubspeler bij het kiezen van een opening met zwart. Al heel veel auteurs hebben geprobeerd om dit schaap met de vijf poten te vinden, maar eigenlijk elke opening heeft wel een nadeel. Internationaal Meester Andrew Martin is een warm pleitbezorger van het Geweigerd Damegambiet. Volgens de Chessbase-site wil hij aantonen dat ‘het Geweigerd Damegambiet veel meer is dan een passief systeem’. Maakt Martin waar wat hij belooft?

Voor de gewone clubschaker

De DVD (The Queen’s Gambit Declined, ChessBase 2012) is gericht op spelers onder 2200, in het bijzonder op spelers tussen de 1400 en de 1800. Hij beslaat grofweg drie delen. Het eerste deel is de Cambridge Springs-variant, het tweede bevat Martins ontzenuwing van 5. Lf4 en het derde gaat over de ruilvariant van het Geweigerd Damegambiet. De zetvolgorde die hij bepleit. is 1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3 Pf6, gevolgd door 4… Pbd7. Dit dient om deel 1 en 2 goed op elkaar aan te laten sluiten. Elke belangrijke variant staat netjes in een apart filmpje.

Toch is de indeling van de DVD niet altijd even logisch. Hoewel de indelingen van de Cambridge Springs (zeven partijen) en de ruilvariant (twaalf partijen, erg veel!) niets te wensen overlaten, is het gedeelte over Lf4 (drie partijen) een vreemd aandoend aanhangsel. 

Martin beveelt hier 5…dxc4! aan. Zijn motivatie voor dit opgeven van het centrum is dat zwart van het veld d5 gebruik kan maken om de witte loper aan te vallen en te ruilen (6. e4 wordt beantwoord met 6…Lb4 en pion e4 staat ongedekt). Het blijkt dus dat Lf4 bij deze zettenvolgorde van zwart een forse onnauwkeurigheid is. Het bespreken van bovenstaande stelling is zeker nuttig, maar gewoon een losse partij was daarvoor beter geweest. In de tweede partij van dit deel komt de zet Lf4 namelijk in het geheel niet voor! Dat is toch wel een zeldzame slordigheid van een gerenommeerde DVD-producent als ChessBase. De derde partij gaat over Lf4 in de ruilvariant, maar dat systeem is zo anders dan de stelling hierboven dat het logischer was geweest om deze partij bij de ruilvariant-partijen te voegen.

Lees meer >

Interview Herman Grooten over zijn leven, training en zijn nieuwe videoserie

Sinds vorige maand kunt u met een premiumlidmaatschap van Chessbase de nieuwe videoserie van Herman Grooten bekijken. In deze serie (onder de naam “Understanding before moving”) legt Herman het maken van plannen uit voor clubspelers. Tot nu toe zijn er twee delen verschenen: “How to improve the activity of my pieces” en “How to design a concept in the opening”.

Ter gelegenheid van deze nieuwe serie heeft Chessbase Herman geïnterviewd. In het eerste deel vertelt de Schaaksitemedewerker o.a. over zijn leven, over hoe hij professioneel schaker is geworden en hoe hij aangemoedigd werd om schaakboeken te schrijven.

Lees meer >

Maaike Keetman bij Humberto Tan over Netflix-serie The Queen’s Gambit en meer

Een van de populairste series van het moment is The Queen’s Gambit op Netflix, naar het boek van Walter Tevis. De serie krijgt veel lovende reacties van zowel schakers als niet-schakers en is ook een commercieel succes. Bij het radioprogramma van Humberto Tan vertelt WFM Maaike Keetman over deze serie (en ook o.a. over vrouwenschaak, wat schaken in haar eigen leven betekent, computerschaak, etc.). Een paar opvallende uitspraken:

“Ik denk dat vrouwen vaak aanvallend schaken.”

Lees meer >

“Verliezen en verliezen” door Manuel nepveu

Arie is een waardige tegenstander. Als je van hem wilt winnen: werk ze maar! Misschien is hij het vergeten, maar in de vorige eeuw, toen hij bij het eerbiedwaardige DD speelde, hadden we al eens tegenover elkaar gezeten. Ik had Zwart en verloor. Niet zo lang geleden – hij was pas bij Promotie komen spelen – mocht ik weer tegen hem. Lees de hele column in PDF.

Lees meer >

Boekrecensie – The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures

Inleiding

Deze recensie behandelt het in dit jaar uitgekomen boek: The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures. Het is geschreven door vader (IM Dejan Nestorovic) en zoon (GM Nikola Nestorovic). Samenwerking tussen vader en zoon gaat goed in de schaaksport, kijk maar eens naar het gelauwerde duo Linder en Linder, die op moment van schrijven hun zesde boek omtrent wereldkampioenen hebben afgeleverd. Van Nikola en Dejan verwacht ik in de toekomst nog meer moois. Ze schrijven niet alleen, maar staan bij de FIDE ook bekend als schaaktrainer. Sterker nog: al 30 jaar leidt vader Dejan een schaakschool in Servië.

 

Opbouw

Dit boek gaat over verdedigen en zoals u vast wel weet zijn schaakboeken over verdedigen schaars. Titels als De verdediging van de koning van Herman Grooten en De kunst van het verdedigen van Ilya Kan komen bovendrijven nu ik over het onderwerp schrijf. Ook een gedeelte van Het middenspel 3 van Euwe/Kramer behandelt het verdedigen. Erg origineel aan dit boek is dat het de tegenaanval behandelt. Zoals het gezegde luidt: de aanval is de beste verdediging.

Vader en zoon Nestorovic (foto website familie Nestorovic)

Een lesboek is het dus zeer zeker. We zien 64 partijen uit de grootmeesterpraktijk. Alles zeer leerzaam natuurlijk, maar dit boek is meer! Direct al bij het eerste aanschouwen: een hard cover (altijd fijn), mooie grote letterdruk, figurines (toch de mooiste vorm van noteren, vindt u niet?) en wat te denken van een leeslint??!! Nog niet eerder heb ik een leeslint in een schaakboek gezien! Wit uiteraard, geen rood lint, want het is een schaakboek.

 

Ik zet mijn schaakstukken klaar voor de eerste partij en wie schetst mijn verbazing: partij nummer 1 is uit 2020! Dit is uitzonderlijk. Je ziet toch niet vaak partijen uit hetzelfde jaar als waarin je leeft? Natuurlijk wel in match- of toernooiboeken, maar dit is een lesboek. Dit unicum betreft niet enkel de eerste partij, nee, de eerste vijf partijen zijn uit 2020. Er wordt zelfs gesproken over covid 19, brr, wat is dit boek akelig actueel. Alsof dat niet genoeg is, siert het boek zich met een 25-tal mooie, scherpe foto’s (uiteraard van de spelers wiens partij behandeld wordt). Foto’s kom je feitelijk niet veel tegen studieboeken. 64 Partijen lang behandelen de Nestorovicen werkelijk elk mogelijke tegenaanval. De partijen zijn de leidende factor, het boek werkt niet met hoofdstukken, wat overigens best verfrissend is. Op deze manier is het boek prima van kaft tot kaft te lezen. Ook inbegrepen is een lijst met een 50-tal schaaksymbolen.

Lees meer >

What’s in a name…

De Mierlose Schaak Club begon in 1978 met de organisatie van een jeugdschaaktoernooi, dat is uitgegroeid tot het Open NK Rapidschaak voor Jeugdteams. In 2014 voor de zeventiende en laatste keer met een definitief einde in 2016, altijd in september en toen onder de naam 39e Internationaal jeugdschaaktoernooi Mierlo. Op het hoogtepunt met een deelname van ruim 800 jeugdigen en in 1984 kom ik 460 namen tegen bij de verwerking van de uitslagen.

Lees meer >

Landelijke Ladder

Open brief aan Koos Stolk 

Beste Koos,

Online competitie
Twee dagen geleden ontvingen wij jouw mail, waarin een online competitie wordt aangeboden als voorlopige vervanging van de KNSB-competitie. Een en ander staat netjes uitgelegd op schaakbond.nl/competitie/online-competitie.

Het is een mooi initiatief, op deze manier is er toch nog een landelijke teamcompetitie tussen schaakclubs mogelijk. Het speeltempo vind ik persoonlijk gek,

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 31 oktober 2020

Deze bijdrage is mijn laatste bijdrage voor Schaaksite. Ik wens Herman, Dimitri en Lennart veel succes met de Schaaksite. De Schaaksite is bij hun in goede handen.

Lees meer >

Training bij Groninger Combinatie

Ieder jaar organiseert Groninger Combinatie trainingen op verschillende niveaus. Dat vindt dan plaats in de onbekendere zaaltjes van het Jannes van der Wal Denksportcentrum. Dit jaar is alles anders, zo ook deze trainingen. Nu alles online gaat, bieden we deze trainingen aan voor wie interesse heeft.

Let op: beperkt plaats, en we beginnen binnenkort al!

Vincent Valens geeft training aan de groepen tot 1600,

Lees meer >

Bezieling in het schaken

Toen ik als voorbereiding op dit stukje eens googlede op “schaken en kunst” was het eerste zoekresultaat: “Geen enkele sport inspireerde zo veel kunstenaars als schaken”. In dat artikel, uit 2008, komt de naam Tjerk Zijlstra al voor. De volgende zoekresultaten betreffen overigens twee artikelen op schaaksite uit het jaar 2011. En daarna ook nog Teun Koorevaar!

Kunst. Het heeft nooit mijn onverdeelde aandacht gehad. Natuurlijk, ik wist van Duchamp en die foto van Jennifer Shahade die simultaan schaakt tegen in hun nakie zittende dansers staat me ook nog helder voor de geest.

Lees meer >

De bordenjongen die meneer Donner vergat

Jeroen van den Berg                                    (foto Tata Steel Chess Tournament)

We zijn vereerd met het feit dat Jeroen van den Berg, bekend als toernooidirecteur van diverse grote toernooien (waaronder het Tata Steel Chess Tournament), bereid is om af en toe één van zijn belevenissen, in zijn rijke geschiedenis bij toernooien, voor Schaaksite op te tekenen. Dat een toernooidirecteur de nodige dingen meemaakt, is een eufemisme, maar meestal blijven die binnenskamers. Daarom is het natuurlijk extra leuk als er een tipje van de sluier wordt opgelicht van dingen die achter de schermen gebeuren tijdens een groot toernooi. Dit is de tweede aflevering van een serie columns die hij voor Schaaksite gaat schrijven. 

 

Het is, zelfs voor ons schakers, een vreemde tijd. Toen de tweede golf zich in oktober aandiende, gingen veel schaakclubs weer dicht, nadat zij kort daarvoor – met de beste intenties – juist voorzichtig hun deuren weer hadden geopend. Schaken en corona, het gaat op zichzelf wel samen, want online-schaken is een fraai alternatief. Schaakvrienden treffen elkaar in toernooivorm via – bijvoorbeeld –  de toernooiarena, en hebben ondertussen hun zoom/whatsapp aan staan om zodoende onderling contact te houden over alle prestaties in teamverband. Niet iedereen kent deze vorm van ontspanning ten tijde van de pandemie.

Toch speel ik zelf liever achter een bord met echte stukken, in een goed gevulde speelzaal met na afloop een gezellige nazit. Nu dat voorlopig niet kan, begin ik weleens te mijmeren. Dan denk ik bijvoorbeeld terug aan de tijd waarin al die prachtige technieken nog niet bestonden. Toen pers, publiek en commentatoren nog volledig afhankelijk waren van bordenjongens bij de grote toernooien.

Voor de jongere lezers onder ons: een bordenjongen was in vroegere tijden iemand die de zetten op grote demonstratieborden bijhield voor publiek. Elektronische borden en internet bestonden nog niet. Begin jaren tachtig was ik zelf bordenjongen bij enkele grote toernooien in Nederland. Zo’n toernooi was in zekere zin voor alle in- en externe communicatie volledig afhankelijk van de bordenjongens. Immers, zij voorzagen pers, arbiters en publiek van de meest essentiële informatie: de zetten.

Jan Hein Donner

De leukste herinneringen bewaar ik aan mijn team tijdens de Hoogovenstoernooien. Maar de meest persoonlijke en bijzondere herinnering, stamt van het NK-schaken in Hilversum, in de AVRO-studio. Ik maakte toen mijn debuut als bordenjongen. We werden destijds in ploegen ingedeeld: ofwel je was permanent in de speelzaal om daar alle gespeelde zetten te noteren en tevens voor het publiek bij te houden; ofwel je was permanent in de perskamer om alles daar te coördineren en de inbellende journalisten te woord te staan over de actuele stellingen; ofwel je was verantwoordelijk voor het doorgeven van de zetten aan de commentator van de dag.

Op de dag dat de legendarische Jan-Hein Donner commentaar gaf, was ik op eigen verzoek degene die de zetten naar het commentaar zou brengen. Ik was als jonge, ambitieuze schaker altijd fan geweest van Donner en las zijn verhalen in de Volkskrant en andere uitgaven erg graag. Zodoende had ik als bordenjongen het genoegen om hem voor de eerste (en naar later zou blijken enige) keer de hand te schudden. Opvallend: hij maakte een buitengewoon vriendelijke indruk bij de kennismaking (en dat was hij in zijn stukken lang niet altijd), terwijl hij het ambt bordenjongen zeer bleek te respecteren: “Ik zal vandaag volledig afhankelijk zijn van jou en weet welke zware taak het is om de partijen, vooral in tijdnood, bij te houden. Succes daarmee!”

Lees meer >

“Topschakers maken meer fouten online dan offline”

Hoe presteren topschakers bij online schaaktoernooien, vergeleken met vergelijkbare offline schaaktoernooien? Minder goed, aldus een onderzoek van Zegners, Kühn en Seel van de universiteiten van Rotterdam en Maastricht. De zetten blijken volgens Stockfish gemiddeld van minder niveau. Een mogelijke oorzaak volgens de schakers zelfs is dat thuis de druk van het presteren minder groot is. De onderzoekers zeggen dat dit resultaat mogelijk ook iets zegt over thuiswerken in andere beroepen: de aan-/afwezigheid van collega’s kan van belang zijn.

Lees meer >

WK 1935: van idee naar uitvoering

De vijfde aflevering staat op YouTube, met dit keer de partijen 11-12-13. www.youtube.com/watch?v=H1muIQBgH2s&feature=youtu.be Euwe komt steeds dichterbij, want na de 13e partij staat het 7-6 voor Aljechin.

Het idee voor deze serie kwam van Wim Westerveld, geen onbekende op Schaaksite. Paul van der Sterren en Eddy Sibbing brainstormden hoe zijn idee uitgewerkt kon worden. De MEC-vrijwilligers Evert-Jan Straat en Eric de Winter verzamelden de beschikbare informatie en hebben de filmpjes voorbereid.

Lees meer >

Siem wint Young Champions in Uppsala

Voor een interview met Siem zie de HMC-site.

Lees meer >

“Schaken met Mafalda” door Hans Meijer

Joaquín Salvador Lavado Tejón (17 juli 1932 – 30 september 2020), alias Quino, was een Argentijnse striptekenaar. Quino tekende op het niveau van beroemdheden als Bill Watterson (1958-heden), de man achter Casper en Hobbes, en Charles M. Schulz (1922-2000), de man die Charlie Brown, Lucy, Linus, Woodstock en Snoopy, gestalte gaf. In Latijns-Amerika en Spanje is Quino een begrip maar vreemd genoeg geldt dit niet voor Nederland. Lees de hele column Schaken met Mafalda in PDF.

Lees meer >

Recensie: twee opgavenboeken van Gambit

De laatste jaren ontspint zich een discussie tussen schaaktrainers of je tactiek beter kunt oefenen uit een boek of online via één van de vele websites waar dat mogelijk is. De voorstanders van dat laatste beweren dat het – zeker voor kinderen, maar ook voor volwassenen – veel leuker is omdat het interactief is. Op de meeste sites krijg je een antwoord terug waarna je weer mag proberen de volgende zet te raden. De tegenstanders hebben problemen met die twee woorden: ‘proberen’ en ‘raden’. Dat werkt het trial and error-principe in de hand. En juist dat wordt verafschuwd. De trainer heeft namelijk zijn pupillen geleerd volgens een mooi uitgekristalliseerde zoekstrategie te komen tot een oplossing.
Het gaat deze trainers in eerste instantie namelijk niet zozeer om de gevonden oplossing, maar vooral om de weg er naartoe. Hoe krijg je patronen beter in je hoofd? Aan de hand van welke kenmerken herken je bepaalde motieven? En hoe zorg je voor een nauwkeurige berekening om de juiste varianten boven water te krijgen? Allemaal tools om een betere schaker te worden.
De voorstanders van de digitale wereld werpen tegen dat het steeds moeilijker wordt om vooral kinderen te motiveren om een boek te nemen, dat open te slaan en dan aan het werk te gaan. Een tablet of een I-pad zijn veel populairder dan boeken. “Het moet toch vooral leuk blijven…” De woorden ‘werk’ en ‘huiswerk’ lijken wel besmette woorden die toch echt niet uitnodigen om schaakdiagrammen te gaan oplossen.

Deze lastige kwestie lijkt vooralsnog niet op korte termijn beslist te worden omdat beide kampen hard hun best doen om benadering zo aantrekkelijk mogelijk aan te bieden. De elektronische varianten zien er steeds gelikter uit, terwijl ook de makers van de ‘puzzelboeken’ ook heel hard hun best doen om kwaliteit voorop te zetten.

Van uitgeverij Gambit uit Engeland ontving ik twee ‘puzzelboeken’ die beide het predicaat ‘kwaliteit’ opgespeld mogen krijgen. Ik laat van allebei de boeken mijn licht hierover schijnen.

 

The Chess Endgame Exercise Book

Dit boek van grootmeester John Nunn trok meteen mijn aandacht. In zijn introductie schrijft hij dat hij verschillende maanden heeft gewerkt aan de samenstelling van deze collectie van eindspelopgaven. Elk hoofdstuk, waarin een apart eindspel wordt behandeld, geeft hij een viertal instructievoorbeelden, waarin hij telkens de sleutelideeën weergeeft die de oplosser kan verwachten bij de gegeven opgaven. Een ‘W’ of een ‘B’ naast het diagram geeft aan wie er aan zet is terwijl een aantal sterretjes de moeilijkheidsgraad van de opgave weergeeft.

Lees meer >