Begrijp wat u doet: Siciliaans: Najdorf 3

Het systeem met 6. Le3

De Engelse aanval met 6. Le3.

In de laatste twee afleveringen zijn we bezig geweest één van de scherpste varianten van het Siciliaans, de Najdorfvariant, onder de knie te krijgen. We hebben daarin diverse systemen met een zelfstandige betekenis de revue laten passeren: A) 6. Le2, B) 6. Lc4, C) 6. f4 en D) 6. Lg5. We komen nu aan bij de meest moderne bestrijdingswijze, een zet die vrijwel elke dag ergens op de wereld gespeeld wordt, namelijk 6. Le3.

Deze variant staat bekend onder de naam "De Engelse aanval". De reden is dat Engelse grootmeesters (waarvan John Nunn en Nigel Short de meest bekende waren) met het aanvalsschema Lc1-e3, Dd1-d2, f2-f3, 0-0-0 en g2-g4 voor de dag kwamen en daar succesvol mee bleken te zijn. Het idee om met de bajonetaanval (met g2-g4) het Siciliaans te bestrijden speelt bij veel andere varianten een belangrijke rol. Anno 2009 is deze variant uitgegroeid tot een hot item waarmee de hele wereldtop zich bemoeit en waarbij het oordeel over de stelling bij wijze van spreken met de dag moet worden bijgesteld.

6. Le3 e5

Een typische Najdorfzet. Zwart doet onmiddellijk iets terug in het centrum. Hij gaat ervan uit dat hij de problemen met veld d5 bevredigend kan oplossen. Na 6. … e6 Hiermee gaat zwart over op een soort van Scheveningenopstelling, waarna wit kan kiezen voor de Engelse aanval met 7. f3. (Nog scherper is zelfs 7. g4 analoog aan de Keresaanval van de Scheveninger. Wit moet met deze volgorde dan wel bereid zijn om een stukoffer te brengen na 7. … e5 8. Pf5 g6 9. g5 gxf5 10. exf5 d5 11. gxf6 d4

Er ontstaan nu duizelingwekkende varianten die momenteel ook onderwerp van discussie zijn na 12. Lc4.) 7. … b5 Dit is de scherpste bestrijdingswijze en dus ook het meest gespeeld op topniveau. Iets voorzichtiger is hier 7. … Le7 8. Dd2 Pc6 Na 9. 0-0-0 0-0 rokeert zwart ’tegen de storm’ in. Zijn idee is om later met … Pxd4 en … b5 tegenspel op de damevleugel te ensceneren. Essentieel in deze stelling is dat zwart zich geen pionnenverzwakkingen op de koningsvleugel permitteert. Om lijnen te openen zal wit g2-g4, g4-g5, h2-h4, h4-h5 en g5-g6 moeten doorzetten voordat hij kans heeft om de zwarte koning te kunnen belagen. In het algemeen is "niet reageren" in zo’n situatie voor zwart de aangewezen manier om het witte aanvalsspel te bestrijden. Een voorbeeld van hoe zwart zich moet verweren tegen een dergelijk ‘bajonetstoot’ valt te leren in de volgende partij: 10. g4 Pxd4 11. Lxd4 b5 12. g5 Pd7 13. h4 Svatos – Babula, Parudubice 1994. Die ging als volgt verder:

13. … Da5 14. Kb1 b4 15. Pe2 e5

Zwart ruimt veld e6 in voor de loper van c8. Overigens is 15. … Pe5 een aardig alternatief.

16. Le3 Pc5 17. Pc1 Le6 18. h5 Tfd8 19. g6

Op het eerste gezicht ziet de witte ‘aanval’ er zeer gevaarlijk uit, maar schijn bedriegt.

19. … d5!?

Zwart ‘negeert’ wits actie en doet ondertussen iets terug in het centrum.

20. h6

Nu wordt het tijd dat zwart reageert. Na 20. Dh2 dxe4 21. Txd8+ Txd8 22. h6 fxg6 23. Dxe5 (Of 23. hxg7?! h5 en er is niet direct iets te vinden voor wit.) krijgen we een overgang naar de partij.

20. … fxg6 21. hxg7 dxe4 22. Dh2 h5 23. Txd8+ Txd8 24. Dxe5

Met een zetverwisseling is dezelfde stelling als in bovengenoemde variant ontstaan.

24. … Td5 25. Dg3

25… g5?

Zwart grijpt er flink naast. Beter was 25. … Td1 waarna zwart goede perspectieven heeft.

26. Dh2?!

Maar wit profiteert niet. Met 26. Txh5 Td1 27. Db8+ Ld8 28. b3! Kxg7 29. Lxg5 wordt langzaam maar zeker alle verdediging weggeslagen.

26. … Td1 27. b3?!

Met een grap 27. Lc4 had wit zich kunnen redden. 27. … Txh1 (27. … Txc1+ 28. Kxc1 Lxc4 faalt dan op 29. Dxh5.) 28. Lxe6+ Pxe6 29. Dxh1 met een gelijke stelling.

27. … Lf7

Ook in aanmerking kwam 27. … h4.

28. De5?

Maar na deze nieuwe fout wordt wit op tactische wijze te grazen genomen.

28. … Pxb3! 29. Db8+ Td8 0-1

We keren nu terug naar de hoofdvarianten.

7. Pb3

Hier staat het paard op het eerste gezicht niet zo goed maar het blijkt toch de meest kansrijke voortzetting voor wit te zijn tegenwoordig. Aanvankelijk schreef de theorie 7. Pf3 voor als beste antwoord op zwart laatste actie. Wit hoopt na deze zet snel iets te kunnen doen met veld d5 door ook zijn loper naar c4 te spelen. Op dit moment is … Le6 bezwaarlijk vanwege de uitval Pf3-g5. Meestal wordt nu 7. … Le7 gespeeld, hoewel ook 7. … Dc7 gespeeld wordt door o.a. de Bulgaar Topalov. De praktijk wijst uit dat die laatste zet een goede mogelijkheid om het evenwicht te bewaren. Na 8. Lc4 0-0 9. 0-0 Le6 10. Lb3 Pc6, hetgeen voorkwam in een rapidpartij Ivanchuk – Kasparov, 1995 had zwart niet veel problemen.

7. … Le6

Uiteraard laat zwart nu geen loper op c4 toe.

8. f3

Opnieuw kiest wit de opstelling die hoort bij de Engelse aanval.

8. … Le7

De meest gespeelde zet en ook de meest gangbare voortzetting, maar in de tegenwoordige tijd worden ook andere wegen bewandeld. Een kleine opsomming:

A) Een wel erg radicale manier om het witte plan te verhinderen is met 8. … h5 Als zwart op een normale manier verder ontwikkeld, krijgt wit heel snel een pion op g5 en daarmee voelt hij het zwarte paard aan de tand. Dat paard is een belangrijke verdediger van veld d5, dus als dat verdreven wordt, zit de zwartspeler met de zwakte van dat veld. Dan is 9. Pd5 de manier waarop de hedendaagse toppers elkaar te lijf gaan, zoals blijkt uit de partij Anand – Topalov, Wijk aan Zee 2008. 9. … Lxd5 10. exd5 Pbd7 11. Dd2 g6 12. 0-0-0 Pb6 13. Da5 Lh6 14. Lxh6 Txh6 15. Kb1 Tc8 16. Db4 Kf8 17. c4 Kg7 18. g3 Th8 19. Tc1 Dc7 20. Lh3 Tce8 21. Thd1 Te7 22. a3 Td8 23. Pd2 Pbd7 24. Dc3 a5 25. Lxd7 Pxd7 26. f4 Pf6 27. Tf1 b6 28. h3 Dd7 29. f5 Tf8 30. De3 e4 31. g4 hxg4 32. hxg4 Te5 33. Tf4 Dd8 34. g5 Ph5 35. f6+ Kg8 36. Txe4 Tfe8 37. Ka2 a4 38. Tc3 Dc7 39. Dd4 Dc5 40. Dxc5 1-0

B) Een andere normale ontwikkelingszet is 8. … Pbd7

Zwart wacht even met het ontwikkelen van zijn koningsvleugel en begint meteen op de damevleugel met een snelle actie. Een illustratief vervolg in de hoofdvariant gaat zo:

9. g4 b5

Zwart mag nu geen aarzelende zetten doen.

10. g5 b4

Noodzakelijk omdat wit anders met een stuk veld d5 in handen krijgt.

11. Pe2 Ph5

Het paard staat aan de rand, maar voorlopig kan wit niet profiteren van veld d5. Daarbij houdt het paard op h5 ook een eventuele pionnenopmars met h2-h4-h5 uit de stelling. Ondertussen heeft zwart zijn handen vrij op de damevleugel.

12. Dd2

En een interessante strijd is gegarandeerd! Een onderhoudende partij met deze stelling werd gespeeld tussen de toenmalig sterkste spelers ter wereld: Anand – Kasparov, Linares 2002:

12. … a5 13. Pg3 Pxg3 14. hxg3 a4 15. Pc1 Da5 16. Pd3 d5 17. exd5 Dxd5 18. Lg2 Db5 19. Lh3 Lxh3 20. Txh3 Le7 21. Th4 f5 22. O-O-O b3 23. a3 Tc8 24. c3 Pf8 25. Th2 Pg6 26. Pb4 Td8 27. Pd5 Kf7 28. Dd3 Dxd3 29. Txd3 f4 30. gxf4 exf4 31. Pxf4 Pxf4 32. Txd8 Txd8 33. Lxf4 Td3 34. Th3 Kg6 35. Ld2 Ld8 36. Tg3 Le7 37. Th3 Ld8 38. Tg3 Kf5 39. Kd1 Lc7 ½ – ½

Keren we nu terug naar de hoofdvariant:

9. Dd2 0-0 10. 0-0-0 Pbd7 11. g4

Het witte spel op de koningsvleugel komt op gang.

11. … b5

Maar zwart laat zich ook niet onbetuigd!

12. g5 b4

Voordat het paard teruggetrokken wordt, dient zwart eerst het witte paard van c3 “een schop te geven”. Na direct 12. … Pe8 zou wit met 13. Pd5 stevige controle over veld d5 krijgen.

13. Pe2 Pe8

Meestal wil zwart het paard van f6 terug kunnen trekken naar d7, omdat na deze terugtocht de torens niet meer verbonden zijn. Daar was echter geen tijd voor en elk tempo is in deze stelling van cruciaal belang.

Met deze stelling zijn al diverse pogingen gedaan door wit om te proberen zwart uit het zadel te tillen. Naast de mogelijkheden 14. h4, 14. Kb1 wordt naast 14. Pg3 recentelijk 14. f4 als het meest kansrijk voor wit gezien. In de volgende twee partijen wordt deze laatste twee mogelijkheden in de praktijk getoetst.

Svidler – Kasimdzhanov, San Luis 2005.

14. Pg3 a5 15. Kb1 a4 16. Pc1 Db8 17. f4 exf4 18. Lxf4 b3 19. cxb3 axb3 20. a3 Db7 21. Pce2 Ld8 22. Pd4 La5 23. De2 Pc5 24. Lg2 Lc3 25. e5 d5 26. Db5 Dc7 27. Pge2 Ld7 28. e6 Lxb5 29. Lxc7 Lxd4 30. Pxd4 fxe6 31. Pxb5 Pxc7 32. Pxc7 Tf2 33. Pxa8 Pa4 34. Td3 ½ – ½

Topalov – Vallejo Pons, Linares 2005.

14. f4 a5 15. f5 a4 16. fxe6 axb3 17. exf7+ Txf7 18. Kb1 bxc2+ 19. Kxc2 Pb6 20. Pc1 d5 21. exd5 Pd6 22. Kb1 Tf3 23. h4 Pa4 24. De2 Tg3 25. Lf2 Tc3 26. Dxe5 Pxb2 27. Ld4 Lf8 28. Kxb2 Tf3 29. Ld3 Kh8 30. De2 Tf4 31. Dh5 Pf5 32. g6 1-0

Illustratieve partijen:

  • Svatos – Babula, Parudubice 1994.
  • Anand – Topalov, Wijk aan Zee 2008.
  • Anand – Kasparov, Linares 2002.
  • Svidler – Kasimdzhanov, San Luis 2005.
  • Topalov – Vallejo Pons, Linares 2005.

Alle partijen en fragmenten via de viewer:

Belangrijkste geraadpleegde bronnen: De wereld van de schaakopening, deel 3 van Paul van der Sterren, Sicilian Labyrinth van Polugaevsky en de database van Chessbase.

Reageren? Stuur een e-mail naar .

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.