Column 41: Lets do the natural thing
Engeland was jarenlang een interessant land om toernooien te spelen. De fameuze weekendtoernooiformule die we ook in Nederland kennen, stamt af van onze westerburen. Maar ook de vele open toernooien, met een goed gedoteerd prijzenfonds, waren zo aantrekkelijk dat velen van het ‘continent’ de oversteek waagden. Organisatoren waren ook genegen om mee te werken met de zogenaamde normentoernooien. Tegenwoordig zijn de regels veel strikter, vroeger werd in Engeland – zeker als het om landgenoten ging – er soms een oogje dichtgeknepen bij het samenstelling van de paringen.
Toen de economische situatie in Engeland slechter werd, sneuvelden veel van deze prachtige evenementen. Voor sommige organisatoren geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Een van hen, wiens naam ik met de mantel der liefde zal bedekken, begon halverwege de jaren negentig om een nieuwe serie toernooien op te zetten. Via via kreeg ik samen met mijn plaats- en titelgenoot Gerard Welling, een uitnodiging om in 1996 in Londen deel te nemen aan een gesloten tienkamp. Samen met IM Andrew Whiteley vormden wij de groep van internationale meesters om talentvolle (jongere) spelers in de gelegenheid te stellen een titelnorm te behalen.
Er werd ons van alles in het vooruitzicht gesteld maar toen puntje bij paaltje kwam, kwam daar helaas niets van terecht. Wij zouden de eerste nacht bij een relatie van de organisator doorbrengen, maar toen wij daar met onze koffers voor de deur stonden, bleek dat allemaal niet te kloppen.
Na vele omzwervingen in Londen, werden wij uiteindelijk ondergebracht bij een allervriendelijkste Hindoestaanse familie, die echter wel op meer dan een uur reizen van de toernooizaal woonde. We namen daarom ruim de tijd om met het openbaar vervoer de weg te verkennen, voorafgaand aan de eerste ronde. Redelijk voorspoedig stonden wij voor een van de deuren van groot schoolgebouw, waar het toernooi gespeeld zou worden. Deze school, The Imperial College was echter zo groot dat het niet duidelijk was welke ingang we moesten hebben. Nadat wij op diverse plekken navraag hadden gedaan, wist geen van de mensen die wij tegen het lijf liepen, ook maar iets van een schaaktoernooi in hun gebouw. Inmiddels begon de tijd te dringen, maar het leek ons dat men wel op ons zou wachten, omdat anders de IM-normen in gevaar zouden komen. Het was de tijd dat mobieltjes nog geen gemeengoed waren en dat de organisator natuurlijk op geen enkele wijze te bereiken viel. Toen wij eindelijk het aftandse zaaltje op de achtste verdieping hadden gevonden waar het toernooi gespeeld werd, bleek dat de klok al aangezet was door de wedstrijdleider en dat wij met drie kwartier minder op de klok onze partij moesten gaan spelen. Ondanks hevige protesten, dat dit toch allemaal buiten onze schuld was veroorzaakt, begaven wij ons naar het bord en schikten wij ons in ons lot. En daar bleef het niet bij. De ene na de andere organisatorische blunder volgde dit gepruts op en de irritaties tijdens dit toernooi liepen vooral bij mijn compagnon Gerard zo hoog op dat hij zwoer nooit meer in Engeland een toernooi te spelen.
Ik liet het maar gelaten over mij heen komen, maar ik moet zeggen dat het me ook geenszins meeviel om schaak van enig niveau te produceren. Uiteindelijk mocht ik niet eens klagen over het eindresultaat. Gerard had des te meer reden hiervoor. Hoewel de ergernis zijn spel negatief beïnvloedde, bleef hij zo correct om het toernooi uit te spelen zodat eventuele titelnormen voor de andere deelnemers niet in gevaar kwamen. Mensen die willen weten wat er ongeveer gebeurde tijdens dit toernooi, treffen hier een bloemlezing van enkele gebeurtenissen aan.
De eindstand werd :
De eerder genoemde andere meester in dit toernooi, Andrew Whiteley, bleek een kleurrijk figuur te zijn. Zijn verschijning deed me denken aan Catweazle uit de gelijknamige televisie-serie. Daarin komt een verwilderde grijsaard uit een andere tijd terecht in onze moderne tijd en komt hij in aanraking met het hedendaagse verkeer en tegenwoordige technologie. Whiteley blijkt een van de grote talenten uit de jaren ’60 zijn. In 1965/1966 wordt hij in Groningen samen met Hans Ree Europees jeugdkampioen. Maar aan alles wordt duidelijk dat hij aan de drank is geraakt. Hij kan nauwelijks lopen, er komt een stevige drankkegel uit zijn mond.
links: Whiteley |
rechts: Catweazle |
Tijdens de eerste ronde blijkt dat het niet mogelijk is om bij aanvang een drankje te nuttigen. De bar, helemaal beneden, blijkt gesloten te zijn. Als er na ongeveer twee uur iemand naar boven komt om te melden dat de bar eindelijk geopend is, spreekt Whiteley hardop, terwijl hij aan zet is, de historische woorden: ‘Lets do the natural thing’. En terwijl hij zijn klok laat lopen, maakt hij zich uit de voeten om zo snel mogelijk met de lift naar beneden te gaan om daar de nodige alcoholische versnaperingen mee naar boven te kunnen nemen. Tegen hem speelde ik een zeer merkwaardige partij. Ik had van te voren tegen Welling gezegd dat hij me geen makkelijke tegenstander leek, ondanks zijn relatief lage rating. En inderdaad, ik kwam al snel in het nadeel en dat nadeel veranderde in een totaal verloren stelling. Net toen ik het wilde opgeven, produceerde mijn tegenstander twee verschrikkelijke blunders op rij, zodat ik toch met een vol punt de metro in kon. Hij offerde een stuk en een toren voor een fictief matbeeld en toen ik de partij later nog eens naspeelde, kon ik mijn ogen niet geloven wat hier was gebeurd.
Whiteley, Andrew J – Grooten, Herman, London 1996.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 c5 5. dxc5 Lxc5 6. Pf3 Le7 7. e4 d6 8. Lf4 Ph5 9. Le3 Pd7 10. Le2 a6 11. O-O Dc7
Zwart heeft een vorm van het Egelsysteem op het bord gekregen die niet echt ongunstig voor hem is.
12. a4 b6
13. a5!?
Daarmee geeft de oude baas blijk van een groot inzicht. Hij lijkt me niet direct een theoreticus, maar dit is wel een van de belangrijkste plannen voor wit in dit type stellingen. Meestal wordt deze actie pas ondernomen als er een wit paard op d4 of d2 staat.
13… bxa5 14. Pd4 Phf6 15. Pb3
Zwart is te laat om een opstelling met … Tb8 en … La8 in te kunnen nemen.
15… Pe5 16. Pxa5 Pfg4 17. Ld4 h5 18. f4 Pg6 19. Lxg4 hxg4 20. Lxg7 Th5 21. f5
Wit heeft weliswaar het loperpaar ingeleverd maar voorlopig coördineren de zwarte stukken niet zo geweldig.
21… Pe5 22. Lxe5
Daarmee gaat ook de tweede loper tegen een paard van het bord.
22… dxe5 23. Kh1
23… Lc5?
Een afschuwelijke zet. Ik heb het (simpele) antwoord van wit helemaal over het hoofd gezien. Maar er was zelfs nog meer aan de hand, dat bij nader inzien nog erger was dan de partijvoortzetting. [Na een zet als 23… Tb8 heeft zwart twee lopers tegen twee paarden in ruil voor zijn wat kwetsbare pionnenstelling. De kansen zijn dan volkomen in evenwicht. Na 24. De2 exf5 25. exf5 e4 heeft wit een probleem met zijn koning. Een mogelijke variant is dan 26. h3 Txf5 met onduidelijk spel.]
24. b4?!
Die had ik natuurlijk helemaal niet zien aankomen, de gevolgen blijven vooralsnog echter binnen de perken. [Veel sterker was 24. De2! omdat pion g4 ten dode is opgeschreven, maar nog erger: de witte dame dreigt dan ook binnen te vallen op via de g-lijn.]
24… Ld4
[Natuurlijk niet 24… Lxb4?? wegens 25. Da4+]
25. f6 g3 26. h3
26… Dd6?
Het is duidelijk dat ik mijn dag niet heb. De dame streeft naar f8 maar het komt allemaal veel te laat. [Opnieuw is 26… Tb8 de juiste zet.]
27. c5! Df8
28. Tf3
Een uitstekende zet, zoals er meer waren voor wit om een punt binnen te halen. Met 28. Pc6! kon wit ook al bijna winnend uithalen. Na een zet als 28… Dh6 29. Pxd4 exd4 30. Pb5 moet zwart al in de ‘schwindelmode’ met 30… e5 31. Pd6+ [31. Pc7+? Kf8 32. Pxa8 Lxh3! en nu trekt zwart aan het langste eind!] 31… Kf8 32. Pxc8 Txc8 33. Tf3 en alles blijft zwak bij zwart, terwijl de witte pionnen op de damevleugel niet meer af te stoppen zijn.
28… Dg8 29. Td1?
Een volstrekt logische zet die o.a. Pe2 voorbereidt. Maar merkwaardig genoeg niet de sterkste zet. De loper op d4 moest onmiddellijk ‘aangepakt’ worden. Opnieuw zou 29. Pc6 direct beslissend voordeel voor wit opleveren. Het beste is evenwel het verrassende 29. Pe2!! omdat de witte toren taboe is na 29… Lxa1 30. Da4+ Kf8 [30… Ld7 31. c6 Lc8 32. Dxa1 en de samenhang tussen de zwarte stukken is volledig zoek geraakt.] 31. Dc6! waarna er geen redden meer aan.
29… Dg4!?
De enige kans om verwarring te stichten.
30. Txd4
Er dreigde dodelijk … Th3, dus die sterke loper moest onschadelijk gemaakt worden.
30… exd4
Vooral niet 30… Txh3+? 31. Kg1! exd4 wegens 32. Pe2 en wit komt opnieuw in het voordeel.
31. Pe2
31… Txh3+
Dit is het ook niet voor zwart, maar ik moest toch wat.
32. Kg1
Vooralsnog verdedigt wit zich uitstekend en laat hij het zwarte initiatief uitbloeden.
32… Dh5?
Pure speculatie, maar objectief gezien een vreselijke fout. Hier was 32… Th8 relatief beter maar dan is het na 33. Txg3 ook niets meer voor zwart. Bijvoorbeeld: 33… Dh4 34. Da4+ Ld7 [34… Kf8 35. Dc6! een wending die we al eerder hadden gezien.] 35. c6 Lc8 36. Pc4 en dit is niet droog te houden.
33. Pxg3
Wit staat inmiddels huizenhoog gewonnen; ik overwoog sterk om het op te geven.
33… Dg4
34. c6??
Een verschrikkelijke fout, waarna het oordeel van de stelling helemaal kantelt. Wit geeft pardoes een paard weg. Na 34. Dd3! had zwart kunnen opgeven. De toren moet wijken en dan valt pion d4 met alle gevolgen van dien. 34… Th8 35. Dxd4.
34… Txg3 35. c7
Het gaat van kwaad tot erger. Hij blundert nu een toren weg.
35… Dxf3 36. Dc6+
En nu haalt hij ook nog zijn dame uit de verdediging weg voor een hersenschim.
36… Kf8 37. Dd6+ Kg8
Ineens heeft wit alle schepen achter zich verbrand. Hij mompelde iets van "Ik dacht dat Dd8 nu mat zou zijn", schudde het hoofd en zette de klok stil. Als een gentleman gaf hij op en waggelde de kamer uit, op zoek naar de lift. De bar lonkte…
0-1
In een paar zetten is hij erin geslaagd om een stuk en een toren weg te geven voor een hersenschim. Ach, het meeste zat tegen in dit toernooi, mocht er ook een keertje iets meezitten?
Deze partij met analyses via de viewer:
Alle partijen uit deze tienkamp via de viewer:
Voor het overzicht van alle eerdere columns klikt u hier.