De Telegraaf schaakrubriek 17 september 2011
Hans Böhm
In een knock-out formule kun je altijd vele momenten aanwijzen dat het heel anders had kunnen aflopen, zeker in tweekampen over twee partijen. In het Grand-Prix toernooi te Khanty-Mansiysk in Siberië begonnen 128 sterke spelers een maand geleden aan een grote afvalrace en er zijn er nu nog vier over: Peter Svidler, Vassili Ivantsjoek, Ruslan Ponomariov en Alexander Gritsjoek. Zij komen allen uit wat vroeger Rusland heette en dus, ook al is de hegemonie minder, werpt de oude Russische schaakschool nog steeds zijn vruchten af. We kijken naar het ‘geluk’ in de kwartfinales dat deze laatste vier topschakers nodig hadden om zover te komen.
D. Navarra – A. Gritsjoek, partij 2
De eerste partij was remise geworden en Navarra is dichtbij de volgende ronde. Natuurlijk staat wit hier gewonnen maar de techniek is niet zo makkelijk. Zwart staat een pion achter en heeft met zijn laatste zet, 48…Ld5, een klein, positioneel, valletje gezet. Simpel 49.Txh6 Txb5 50.Th8 ziet er al veelbelovend uit.
49.Ke5 Lc6! 50.g5
dan maar zo, maar zwart leeft nu weer.
50…Txb5 51.Txb5 Lxb5 52.g6?
En na deze tweede verkeerde inschatting is het remise. De enige manier om nog spel te houden was 52.gxh6 Kf8 53.Kf6 Kg8 54.Pd6 maar het zal niet meer gewonnen zijn.
52…fxg6 53.hxg6 Ld3 54.Pc5
en men besloot tot remise. Op de beslissende vluggertjesdag had Navarra weinig energie meer over.
J. Polgar – P. Svidler, partij 2
In de eerste partij had Judit Polgar met zwart makkelijk remise gemaakt en dus ging zij nu voor de ‘kill’. Wit heeft een pion geofferd voor actievere stukken (kijk naar Lb3 en Lf6, naar Ta5 en Ta8, en kijk naar dat mooie centrale veld d5). Zij kon hier al direct remise maken met (de zetherhaling) 30.Dh5 Tf8 31.De2 Ta8, zwart kan daar niets tegen doen. Maar Judit werd overmoedig en het liep zo af:
30.h3?! Ta7 31.De3 Tc7 32.Td5 Lg5 33.Df3 Db6 34.Td1 Dc6 35.Dh5 Kf8 36.Td5 e4 37.De2 e3 38.Td4 a5 39.h4 Lf6 40.Tc4 Da6 41.Dg4 Te7 42.Te4 Df1+ 43.Kh2 Le5+ 44.g3 Df2+ 45.Kh3 Lxg3 en wit gaf de partij en de tweekamp op. Jammer voor al haar fans maar Judit blijft nog lang de beste schaakster aller tijden en behoort nog steeds tot de absolute wereldtop.
T. Radjabov – V. Ivantsjoek, eerste rapidpartij.
In de reguliere partijen was de stand gelijk gebleven, dus volgde de volgende krachtmeting: partijen van een half uur. Wit staat beter en kan met simpel 25.b3 acties op de koningsvleugel beginnen. Maar Radjabov zag een kwaliteitswinst lonken en ging daar begrijpelijkerwijs voor:
25.f5!? Lxa4 26.Lh6 Dc7+ 27.Lf4 Da7 28.b3 Ld7 29.Lxb8 Dxb8+ 30.Kh1 Dd6 31.Tb-e1 Te8 32.Dd2 gxf5 33.gxf5 Kh8 34.Te4 Tg8 35.De2 Lf6
en de compensatie was net genoeg voor zwart om na een zware verdediging remise te bereiken (de slotstand was wit: Ka6, Tc8 en zwart: Ka8, Lb8). In de tweede rapidpartij had Ivantsjoek vanuit de opening een stellingvoordeeltje maar hij wist wel te winnen. Ivantsjoek heeft tot nu toe met hard werken al zijn tweekampen gewonnen, bij hem was er weinig sprake van geluk of pech voor de tegenstander.
V. Gasjimov – R. Ponomariov, tweede partij.
De eerste partij was remise geworden en we zitten hier in een interessant eindspel. Zwart moet goed begrijpen waar het om gaat. Dus niet op z’n Jan-boerenfluitjes 95…Kc2 96.Ke2 Pb2 97.Ke1 Kb1 98.Kd2 Kxa1 99.Kc1! en zwart kan niet meer winnen omdat het paard geen tempo kan verliezen. Daarom speelde Ponomariov
95…Kd3 96.Kf4 Kc2 97.Ke4 Pb2 98.Ke3 Pa4 99.Ke2 Kc1!! 100.Kd3 Kb1 101.Kd2 Pb2 102.Kc3 Kxa1 103.Kc2 Pd3 en wit gaf op.
Kijken we naar de Elo-rating van de laatste vier overgebleven spelers dan heeft Svidler de laagste met 2740 en Ivantsjoek de hoogste met 2765. Kortom, de sterkste spelers hebben het geluk kennelijk afgedwongen.