De Telegraaf schaakrubriek 30 oktober 2010
Hans Böhm
Een van de traditionele toernooien die wel bewaard gebleven is in Nederland is het UNIVE-toernooi te Hoogeveen, dat dit jaar voor de 14e keer in successie wordt gehouden. De toernooi-formule is altijd dezelfde gebleven: een invitatiegroep met vier topspelers, een sterk bezet Open toernooi en een toernooi voor de amateurs. Er is geen piramidaal systeem, zoals bij het Hoogovens/Corus/Tata-toernooi waar je kunt promoveren en degraderen al naar gelang het resultaat.
De oorspronkelijke gedachte voor de selectie van de deelnemers aan de vierkamp in 1997 was verfrissend: 1.een ex-wereldkampioen 2.de hoogst genoteerde speler van Nederland 3.de beste schaakster van de wereld 4.een van de grootste talenten. Zo’n opzet houd je natuurlijk niet strak vol. Judit Polgar speelde negen keer mee, en eindigde zelfs vijf keer op de (gedeelde) eerste plaats, maar moet inmiddels meer tijd voor haar opgroeiende kinderen vrij maken. De twee keer dat een andere vrouw meedeed, bleek hoe goed Polgar feitelijk is. Zowel Antoinette Stefanova uit Bulgarije in 2005, als Marie Sebag uit Frankrijk in 2008, eindigden kansloos als vierde met 2 punten. Het zou wellicht een idee zijn om simpelweg de wereldkampioene mee te laten spelen.
Bij de opening van UNIVE 2010 vorige week had het organisatiecomité weer een bijzonder originele loting uitgedacht. Schakers moeten bij die feestelijkheid vaak een andere hersenhelft aanspreken dan waarmee zij gewend zijn te denken. Zoals aan het publiek werd uitgelegd zetelt in de linkerhelft de logica, wetenschap, patroonherkenning en strategie. De rechterhelft wordt gebruikt voor religie, fantasie, holistisch denken, daar komt de creativiteit vandaan. Uit onderzoeken met hersenscans is gebleken dat een grootmeester met een andere kwab de problemen oplost dan een amateur-schaker. Als opdracht bij de loting moesten de spelers, Alexei Sjirov, Sergei Tiviakov, Anish Giri en Maxime Vachier-Lagrave met een slagroomspuitzak een taart decoreren onder strenge jurering van een meesterkok. Een chaotisch tafereel waarvan de uitkomst gelukkig niet belangrijk was, want het betreft een dubbelrondige vierkamp. In de eerste ronde moest iedereen nog wennen en kwamen er twee snelle, oninteressante remises op het bord. De tweede ronde bracht een juweeltje.
A. Sjirov – S. Tiviakov
1.e4 d5 2.exd5 Dxd5 3.Pc3 Dd6
De Scandinavische verdediging, waarin Tiviakov niet de dame naar d8 of a5 verplaatst maar zijn eigen variantje hanteert, waarmee hij al eens remiseerde met wereldkampioen Anand.
4.d4 Pf6 5.Pf3 c6 6.Pe5 Pb-d7
Omdat zwart al snel overrompeld wordt, gaat Tiviakov in de huiskamer onder andere naar 6…Le6 kijken met als mogelijk vervolg 7.f4 h5?! 8.Ld3 Pb-d7 en zwart lijkt alles bij elkaar te houden.
7.f4 Pb6 8.g4!
Wit pakt het voortvarend aan. In het algemeen verzwakt dat snelle opstoten op de koningsvleugel de eigen veiligheid rond de koning maar hier kan zwart daar niets mee doen.
8…Pb-d5 9.Lg2 g6 10.g5!
De ‘mooie’ diagonaal voor Lc8 is slechts schijn.
10…Pxc3 11.bxc3 Pd5 12.c4 Pc7 13.c5 Dd8
Wellicht heeft Tiviakov deze stelling in de voorbereiding op het bord gehad en geconcludeerd dat het speelbaar is. Alle zwarte stukken hebben functionele ontwikkelingsvelden. Tot hier had zwart alles snel gespeeld maar na de volgende klap bleef hij lange tijd denken.
14.d5!! cxd5 15.c4 e6 16.Lb2 Lg7
Zwart zit al in de tang. 16…Tg8 17.Pg4 is ook geen pretje. Wit gaat nu het enige actieve stuk ruilen dat zwart heeft.
17.Pc6 bxc6 18.Lxg7 Tg8 19.Le5 Ld7 20.0-0 Tb8 21.Da4 Tb7 22.Ta-b1 Dc8 23.Txb7 Dxb7 24.Tf2 d4 25.Da5 Kd8 26.Le4
Zwart heeft zelfs geen slechte zetten en Tiviakov gaf dan ook op. Nog nooit was hij in zijn carrière zo kansloos verslagen.
In de Open groep een belangrijke overwinning van de Poolse grootmeester Robert Kempinsky op zijn rivaal, de Spanjaard Manuel Perez.
M. Perez – R. Kempinsky, vierde ronde.
16…Lxa4! 17.g5 Lxb3 18.cxb3 Pd7 19.h4 Pc5 20.Lc4 a4 21.g6 hxg6 22.Dg2 a3! 23.bxa3 Txa3 24.Pb5 Da5 25.Pxa3 Dxa3 26.Lc1 Da5 27.Lxf7+ Kh8 28.e5 Pe4 29.Lh6 Pc3+ 30.Kc1 Pxd1+ 31.Lc4 Da1+ 32.Kd2 Db2+ 33.Kxd1 Dxg2 34.Txg2 gxh6 en wit gaf, met een stuk achter, snel daarna op.