de Volkskrant schaakrubriek 3 maart 2012

Gert Ligterink

Progressie boeken in schaduw van Giri

Sinds een tijdje ben ik lid van de jury die de Nederlandse schaker van het jaar mag onderscheiden. Het is een opdracht die even moeilijk is als het aanwijzen van de beste Amerikaanse wielrenner in de periode 1999-2005. In 2009 stemde de jury unaniem voor nieuwkomer Anish Giri, die nationaal kampioen was geworden. Ook in 2010 konden we niet om Giri heen. Hij had toernooien gewonnen in Wijk aan Zee en Malmö en op de Olympiade in Chanty Mansisk was hij de steunpilaar van het Nederlandse team.

Over de toekenning van de prijs voor 2011 moet nog worden beslist, maar opnieuw zal het moeilijk zijn de prestaties te negeren van de man die met overmacht Nederlands kampioen werd en de grens van 2700 Elo-punten passeerde. Als Giri’s bewind aanhoudt, is het misschien verstandiger een tweede prijs in te stellen voor een jonge speler die opvallende progressie heeft geboekt.

Voor die onderscheiding zouden in 2011 twee spelers in aanmerking zijn gekomen. De winnaar zou ongetwijfeld Robin van Kampen zijn geweest. Hij won drie toernooien, verzekerde zich van de grootmeestertitel en steeg ruim honderd punten op de ratinglijst. Op enige afstand zou Van Kampen gevolgd zijn door de niet meer zo piepjonge Sipke Ernst, die in 2011 ook drie eerste prijzen won, maar in andere toernooien soms zo matig op dreef was dat hij alle gewonnen Elopunten prompt weer inleverde.

Deze week doen Van Kampen en Ernst mee in het Batavia-toernooi in Amsterdam. Beiden spelen zoals we dat van hen gewend zijn. Van Kampen heeft controle, neemt geen overdreven risico’s en slaat toe als een kans zich voordoet. Het spel van Ernst is avontuurlijker en riskanter. In de eerste ronden van Batavia stond hij een paar maal zeer kritiek, maar het liep steeds goed af tot hij in de vijfde ronde tegen de Engelsman Mark Hebden de boog te ver spande.

De volgende twee partijen zijn karakteristiek.

Van Kampen – Vedder

Amsterdam 2012

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Pxe4 6. d4 b5 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 9. c3 Lc5 10. Dd3 0-0 11. Pbd2 f5 12. exf6 ep Pxf6 13. a4 Tb8 14. axb5 axb5 15. Ta6 Lb6 16. Pg5

Een uit de praktijk bekende stelling. Zwarts beste antwoord is waarschijnlijk 16 … Dd6 17. Pxe6 Dxa6 18. Pe4 Kh8.

16 … Lf7 17. Pxf7 Txf7 18. Pf3 Dd6 19. Le3 Lxe3

Meer in aanmerking komt 19 … Pa5 20. Lc2 Pc4.

20. fxe3 Dc5?

Dit verliest. Na 20 … Te7 21. Td1 b4 kan zwart vechten.

21. Pg5! Td7

Of 21 … Pe5 22. Dd4! Dxd4 23. exd4.

22. Txf6 gxf6 23. Pe4

Nu is 23 … De7 24. Txc6 hopeloos voor zwart.

23 … Pe5 24. Pxc5

Zwart geeft op.

Ten Hertog – Ernst

Amsterdam 2012

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5 d5 5. exd5 Pa5 6. Lb5+ c6 7. dxc6 bxc6 8. Ld3

Een stokoude variant die de laatste jaren is opgefrist met nieuwe ideeën.

8 … Pd5 9. h4 Pf4 10. Lf1 h6 11. Pe4 Pe6 12. a3 Le7 13. b4 Pb7 14. Lb2 0-0 15. Lc4 f5?! 16. Lxe5!

Een onaangename verrassing voor zwart. Na 16 … fxe4 17. Dg4 herovert wit het stuk.

16 … Kh7 17. Pg3 Lf6 18. Lxf6 Dxf6 19. Pc3 Pd4 20. Pge2 a5 21. Ld3 c5 22. Pxd4 cxd4 23. Pe2 Pd6 24. c4

In ieder geval overzichtelijker is 24. b5 Lb7 25. 0-0 Dxh4 26. f3.

24 … Lb7 25. f3 Pf7

De computer vindt hier de prachtige uitweg 25 … Le4! 26. Db1 Lxd3 27. Dxd3 axb4.

26. b5 Pe5 27. Dc2 Tae8 28. 0-0

Te vroeg. Na 28. c5 kan zwart niets uitrichten tegen wits koning in het midden van het bord.

28 … Dxh4 29. c5?

Nodig was 29. Tf2. Nu had wit zelfs kunnen verliezen.

29 … Pxf3+! 30. Txf3

Niet 30. gxf3 Txe2! 31. Lxe2 Dg3+ 32. Kh1 Dh3+ 33. Kg1 Tf6.

30 … Lxf3 31. gxf3 Txe2

Opnieuw weet de computer het beter. Na de stille zet 31 … Kh8 heeft wit geen verdediging tegen de manoeuvre … Tf8-f6-g6.

32. Lxe2 Dg3+ 33. Kf1 Dh3+ 34. Kg1 Dg3+ 35. Kf1 Dh3+ 36. Kg1 Dg3+

Remise.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.