Gespot 70: Een hommage aan icoon Jan Timman
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Velen hebben zich afgevraagd wat er met Jan Timman aan de hand was bij het laatste Tata Steel Chess-toernooi. Met een rating van bijna 2600 leek hij niet op voorhand kop van Jut te worden. Want had hij het vorige jaar niet een prachtig resultaat geboekt in hetzelfde toernooi? Daarmee had hij de scepsis bij sommigen, dat hij misschien te oud zou worden voor dit soort evenementen, resoluut de kop ingedrukt. Maar diezelfde sceptici hebben zich inmiddels flink geroerd, want het icoon van het Nederlandse schaak eindigde roemloos onderaan. Het leek erop dat na zo’n twintig zetten het licht bij hem uitging. Het ene misverstand werd gevolgd door het andere en hij gaf soms op in een stelling waar dat absoluut niet nodig was. Bij het lezen van sommige commentaren die via diverse media en forums de ether in geslingerd werden, werd ik niet vrolijk.
Hoe kon men de man die hele generaties in Nederland decennia lang voor het schaken heeft weten te winnen, zo afvallen? En waar haalde men de brutaliteit vandaan om de voormalige nummer twee van de wereld zo te schofferen? Zijn we nu al weer vergeten dat Jan Timman het schaken een geweldige impuls heeft gegeven door zijn pogingen om wereldkampioen te worden? Was het niet heel bijzonder dat een Nederlander lange tijd nummer twee op de wereldranglijst stond, terwijl de Sovjet-Unie de dienst uitmaakte in de schaakwereld?
Hoog tijd om Timman weer eens op een voetstuk te plaatsen. Vandaar dat ik in mijn archief op zoek ben gegaan naar een fragment dat op mij een zeer bijzondere indruk heeft gemaakt. De diepzinnigheid van de zeventiende zet in de volgende diagramstelling, heeft mij indertijd zeer geraakt. En zelfs nu – anno 2015 – met al die nietsontziende engines die iedereen op zijn pc, smartphone of tablet heeft staan, blijkt de zet volledig stand te houden. Sterker nog: de engine kan de reikwijdte van Timmans formidabele strategische inzicht helemaal niet inschatten. De vooruitziende blik van de Nederlandse grootmeester ligt ver voorbij de horizon van de tegenwoordige rekenmonsters.
Hij speelt hier tegen een Nederlandse meester, Kick Langeweg, die indertijd bekendstond als een uitstekend strateeg. Langeweg was niet de eerste de beste. Hem werd een gouden toekomst voorspeld, ook vanwege zijn grote spelinzicht. Fysieke malheur heeft hem nooit gebracht wat hij in zijn mars had, maar niet veel IM’s kunnen zeggen dat ze in een gewone partij een regerend wereldkampioen hebben weggespeeld. Langeweg had in Wijk aan Zee 1976 tegen Tal lange tijd groot, later zelfs beslissend voordeel in handen. Dat hij uiteindelijk nog verloor lag aan een totaal onnodige blunder. Deze partij heb ik toegevoegd in de viewer, ter lering ende vermaek.
Dan nu het fragment Langeweg – Timman, Amsterdam 1978, waarin Timman op bijzonder diepzinnige wijze de geheimen van deze stelling weet te ontsluieren. Schakers met gevoel voor esthethiek zullen het volgende fragment kunnen waarderen. Uiteraard mag u zelf uw eigen inzicht testen in een ‘tweetrapsraket’. U oriënteert u op de stelling en bepaalt wat het zwarte plan is en hoe u verder zou gaan. Mocht dat wat te ingewikkeld zijn, mag u uiteraard op de knop klikken en krijgt u van mij een verbale analyse van deze stelling. Mocht het dan nog niet lukken, speelt u gewoon het hele fragment na, ook mogelijk via de viewer!
Neemt u eens even de tijd om deze stelling te bestuderen. En probeert u – behalve het algemene plan – ook te vinden wat hier een zeer geschikte zet zou kunnen zijn. Als u geen aanwijzingen wilt, klikt u niet verder, anders klikt u hieronder.
|
(De foto is van Jos Sutmuller)
Timman verdient inderdaad geen dergelijke negatieve commentaren.
De "Best of the West" zal voor mij altijd de grootste schaakheld van NL blijven.
Een uitstekend artikel waar ik het volledig mee eens ben.
Eén kanttekening: Tal was in 1976 niet de regerend wereldkampioen. Of heb ik dit verkeerd gelezen?
Verder zou ik wel eens onderzocht willen zien of mijn stelling inderdaad juist is: het huidige speeltempo inclusief tijdsincrement bevoordeelt per definitie de jongere speler, om drie redenen. A) de jongere speler denkt sneller; de jongere speler beweegt sneller en kan dus de klok sneller indrukken; C) de jongere speler is veel minder dan de oudere speler gewend om met een klassiek tempo te spelen.
De grootste successen van Timman behaalde hij toen nog werd gespeeld met het klassieke tempo van 40 zetten in 2½ uur. Uit de schaakgeschiedenis weten we dat sommige schakers met dit tempo hun hoge niveau nog konden vasthouden tot boven de leeftijd van 60 á 70 jaar (Lasker, Smyslov).
Hier is een interessant artikel van Hans Bouwmeester over dit onderwerp: www.schaakclubutrecht.nl/bouwtsjipill.html Helaas niet gedateerd, maar vermoedelijk ergens in de jaren ’90 van de vorige eeuw geschreven.
Een heel leven, zo zegt Ulf Andersson, heb ik 40 in 2,5 gespeeld. Plotseling moet ik mij op een geheel nieuwe manier op een partij instellen.
Hans Bouwmeester schrijft:
Sinds het tempo van 40 zetten in twee uur en vervolgens, zonder de partij te onderbreken, 20 zetten per uur, is ingevoerd, is de kwaliteit van de schaakpartijen tussen grote meesters duidelijk teruggelopen.
De meeste lezers zullen hierom moeten lachen. Want dat toen nieuwe tempo doet nu al weer enorm ouderwets aan: véél te langzaam.
Mijn stelling is echter, als die tempoversnelling toen al werd ervaren als een achteruitgang van de kwaliteit, dan is het huidige tempo helemaal erbarmelijk.
Tenslotte nog een belangrijk fysiek aspect. Omdat partijen niet meer afgebroken worden, zelfs niet tijdelijk onderbroken kunnen worden, is bij lange partijen op enig moment een normale toiletgang niet meer mogelijk. Als je erg nodig moet, dan rest slechts de mogelijkheid de partij maar op te geven. In de praktijk komt dit misschien niet heel vaak voor, maar alleen al de dreiging van deze situatie is eigenlijk al absurd en mensonterend.
@Lucas: Het is inderdaad dat het speeltempo op een gegeven moment veranderd is en volgens jou in ongunstige zin. Dat zou op kunnen gaan voor de wat oudere spelers, maar feit is wel dat het spelen met increment (voorstel van Fischer!) ook zijn positieve kanten heeft. Extreme tijdnoodtaferelen (zoals bij de Amerikaanse GM Walter Browne) zijn gedeeltelijk ondervangen omdat men er altijd 30 seconden per zet bij krijgt. Een sterke speler wordt geacht in deze tijd een redelijke zet te kunnen vinden. Niettemin leidt dit tot een soort ‘Gongschaak’ waar ik zelf ook geen voorstander van ben. Zelf heb ik altijd baat gehad aan het analyseren van afgebroken partijen, maar met de tegenwoordige hulpmiddelen is het ondenkbaar dat die ‘hangpartijen’ in ere zullen worden hersteld. Overigens is Timman altijd een uitstekende rapidspeler geweest, dus aan het snellere tempo zal het niet gelegen hebben. Hij was gewoon niet in vorm en dat leidde in dit geval tot een voor zijn doen onooglijk resultaat.
Hoewel ik een voorstander ben van respect en iedereen wel eens een slecht toernooi speelt, is het niet ongebruikelijk dat er over grote iconen wordt gezegd: "hadden ze niet eerder moeten stoppen"? Ik denk bijvoorbeeld aan Ritsma in het schaatsen. Timman hoeft niet met de grond gelijk gemaakt te worden, maar het lijkt soms wel alsof sommigen volstrekt allergisch zijn voor kritiek op het spel van Timman. Het valt me ook op dat praktisch iedereen wel eens blunders maakt, maar dat de respectvolle journalistiek bij Timman altijd eufemismes gebruikt als "vreselijke vergissingen".
Waarom Timman met fluwelen handschoenen benaderen? Hij maakt blunders, en speelt duidelijk minder dan in zijn hoogtijdagen. Dat mag best gezegd worden, het "zie je wel, hij kan het nog" van een jaar geleden is op zich al een erkenning van het feit dat ook de Timman-fans steeds vrezen voor slechte scores als deze.
Persoonlijk vind ik het niet tragischer of minder tragisch als Timman zo een toernooi speelt, dan dat bijvoorbeeld Van Wely, Van Kampen, L’Ami of Haast slecht zou spelen.
@Erik, de "vreselijke vergissing" was vooral van toepassing op Timmans zet 76…Te6 in de partij Potkin – Timman uit ronde 11 in het Tata-toernooi.
Timman was in zijn beste jaren een echte wereldtopper, nummer 2 of 3 van de wereldranglijst. Ter vergelijking, Giri is het laatste jaar bezig aan een geweldige opmars, heeft nu positie nr. 6 bereikt, maar (nog) niet positie nr. 2 of 3.
Welnu, als zo’n voormalige wereldtopper in een eenvoudige stelling gewoon een volle toren weggeeft, ogenschijnlijk zonder enige aanleiding of noodzaak, dan is er inderdaad sprake van een vreselijke vergissing, of zo je wilt, blunder.
Ergens las ik dat hij de matdreiging had overzien en zijn toren had aangeraakt. Dat maakt het een heel klein beetje begrijpelijker, maar het blijft bizar.
@Herman, ik ben het ermee eens dat spelen met increment veel voordelen biedt.
Echter, op één punt blijft het wringen: in de fase waarin je nog slechts 30 seconden per zet hebt, kun je niet meer naar het toilet. Die fase kan gemakkelijk een uur duren. Je hoeft geen medicijnen gestudeerd te hebben om te kunnen begrijpen dat dit gewoon ongezond is.
mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/144002-plasproblemen-is-je-plas-ophouden-ongezond-voor-de-blaas.html
Wij zijn geen wielrenners die het gewoon maar kunnen laten lopen. Waarom is het niet mogelijk in zo’n situatie de klok even stil te zetten om het toilet te kunnen bezoeken?
Die vergelijking met Ritsma is interessant. Die ging door omdat hij schaatsen gewoon leuk vond, maar als hij dan twaalfde werd bij een wedstrijd in Eindhoven kreeg de winnaar geen aandacht, maar kreeg alleen Ritsma de vraag waarom hij niet stopt. Vergelijk dat eens met Wennemars. Die is gestopt, en als hij daarna wedstrijden rijdt en niet veel presteert vindt iedereen dat alleen maar leuk. Geen woord over stoppen, want hij is immers gestopt!
Jan Timman is een liefhebber. Laat hem lekker zelf bepalen wanneer hij ermee stopt.
Tja, en naast liefhebber moet de schoorsteen ook gewoon roken. Over Timman’s blunders is overigens al zijn hele leven geschreven door alle pers, die zaten er wel vaker tussen. Ten aanzien van increment, toen ik de eerste keer in Hoogeveen meedeed werd daar nog ‘uitgevluggerd’. Dat is inderdaad wat anders dan onbeperkt 20 in een uur erbij. Het potje Nijboer-Visser, met arbiter Hartoch ernaast, zal wel de aanleiding geweest zijn dat er een jaar later ook met increment werd gespeeld. Steeds 20 zetten in een uur erbij en afbreken had ook nadelen, zoals ondoorzichtige standen. Moest er in Rio niet iemand drie partijen nog uitspelen? Maar ook toen was schaken leuk, net als nu!
We takelen allemaal af, maar er is nog genoeg om voor te gaan. Vroeger aasde je op een oude scalp, tegenwoordig op een jonge!
Ga lekker correspondentieschaken Jan ! Bij deze daag ik je uit voor een partij.
In de laatste New In Chess staat een artikel over Najdorf. Toen ie een jaar of tachtig was (en nog actief speler) zei hij dat hij het jammer vond niet later geboren te zijn, omdat vroeger met een traag speeltempo (40 in 2.5 uur) werd gespeeld. Dat vond hij maar niks, hij was blij dat er inmiddels met een sneller tempo werd gespeeld.
@Dimitri, dat is een interessante toevoeging over Najdorf. Maar als tegenvoorbeeld herinner ik me ook gelezen te hebben in het boek van Tarrasch (300 partijen) dat hij bij een bepaald toernooi eind 19de eeuw met de organisatie is gaan praten omdat hij het opgelegde tempo (ik meen 18 zetten per uur) te hoog vond, waarna het tempo inderdaad werd verlaagd (naar ik meen 15 zetten per uur). De smaken verschillen blijkbaar.
Dimitri, wat is voor jou het ideale speeltempo? Ben je blij met het increment per zet? Mis je het afbreken of juist niet?
Ik vind het huidige tempo prima, hoewel voor mij een tempo zonder increment waarschijnlijk iets gunstiger zou zijn.
Timman neemt de uitdaging aan tijdens een training op het Max Euwe Centrum:
"Woensdag 18 februari 2015 geeft grootmeester Jan Timman (2593)
een training in het MEC. Jan Timman zal in deze training zeker aandacht besteden aan zijn partijen uit het Tata-toernooi".
Dat was misschien al afgesproken voor het toernooi begon. Timman kennende geeft hij er een mooie draai aan.
Toen ik zo’n 40 jaar geleden nog actief schaakte, waren er veel verschillende tempo’s: in de lokale clubcompetitie 40 zetten in 1 3/4 uur, in de KNSB competitie 50 in 2,5 uur en ik heb ook wel 30 zetten in 1,5 uur gespeeld.
Vergeet niet dat je er tegenwoordig nog 30 seconden per zet bij krijgt, zodat het tempo niet 40 in 2 uur is, maar 40 in 2 uur 20 min.
Beste Herman,
Andermaal een interessant stuk, dat ik onlangs van je las.
Afgelopen zaterdag in de meesterklassewedstrijd tussen Sissa en HMC speelde ik de volgende partij: chess.tuxtown.net/game/view/id/54d8ce2e35c9ed3a82f5862fe5b00562d3b7416b3cf1b949adffb
Tijdens de partij was ik me niet zo bewust van enige gelijkenis tussen mijn 14e zet en Timman’s 17e, maar toen ik dit later bedacht vond ik het de moeite om je dit te laten weten
Net als bij Timman’s zet is dit geen computerkeuze, maar meer een zet die allerlei positionele opties geeft: de dame kan naar a8, dubbelen op de c-lijn is vaak mogelijk (die extra zwak is nu wit met b3 is opgesteld) en de toren dekt de 7e rij vaak na afwikkelingen.
Timman’s 17e zet vind ik echter wel logischer dan mijn 14e, maar toch vond ik de gelijkenis wel grappig.
NB: nog een tegenstrijdige gelijkenis is dat beide structuren volgens het ‘drierijensysteem’ zijn alleen dat ik ‘de andere kleur’ had dan Timman.
Hallo Floris, Leuke reactie op dit artikel! En nu blijkt ook wat ik eerder beweerd heb, namelijk hoe belangrijk het kan zijn om te kunnen ‘associëren’. Ofwel wat abstracte gelijkenissen te vinden in stellingen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben!