Giri en Carlsen houden elkaar in evenwicht

Vandaag vond de tiende ronde van de Masters in het Tata Steel Tournament 2016 plaats in Utrecht. Plaats van handeling was het Spoorwegmuseum dat op deze regenachtige woensdagmiddag kon bogen op een geweldige opkomst. Zelf toog ik ook met de trein naar deze interessante plek om te zien hoe de wereldtop zich tussen al deze treinen zou voelen. Om in de stemming te komen nam ik natuurlijk de speciale trein van Utrecht CS naar Maliebaan die om het uur gaat. Het viel de dienstdoende conducteur ook al op dat er niet veel kinderen in de deze middagtrein zaten, maar oudere dames en heren. “Naar het Spoorwegmuseum, heren?” was de logische vraag. “Ja hoor, maar niet voor de treinen, maar voor het schaken!” was het welluidende antwoord. Waarop de conducteur het niet kon nalaten om ze nog even het volgende mee te geven: “Maar wel eerlijk spelen, hè?”

Daar aangekomen bleek dat de organisatie van Tata Steel haar werk weer uitstekend had gedaan. De heren schakers wisten hun sport weer goed te verkopen door te zorgen voor een goede foto-shoot.

Alle grootmeesters staand in het Spoorwegmuseum (foto toernooiorganisatie).

En daarna namen ze plaats achter hun tafels, met een levensgrote locomotief op de achtergrond. Er waren de nodige stoelen neergezet, waarvan de eerste twee rijen voor genodigden. Omdat het schaakpubliek massaal was toegestroomd, bleek het aantal rijen stoelen lang niet voldoende. Dikke rijen mensen dromden zich hier bij elkaar om ook een glimp op te vangen van ’s werelds beste spelers. De grote schermen stonden ditmaal niet achter de spelers, maar haaks op het rijtje met tafels. Ook daar had men een soort tribune gecreëerd waar al snel bleek dat het aantal stoelen te klein was. Een aantal mensen was hier op de grond gaan zitten of zelfs gaan liggen om de stellingen te bestuderen.

De schermen met daarop de partijen; links is nog een wand met treintijden te zien (foto Herman Grooten).

Ook in de commentaarzaal, waar Jan Timman en Dirk-Jan ten Geuzendam bezig waren het publiek te vermaken, was het vreselijk druk. Deze toch bepaald niet kleine zaal puilde helemaal uit van de bezoekers die op een groot scherm konden zien hoe de twee heren in het Engels de livestream behorend bij het toernooi wisten te vullen.

De commentatoren (foto Herman Grooten).

In de tijd dat ik het even volgde, maakten de commentatoren zich vrolijk over die hoge geestelijke uit Saoedi Arabië die had beweerd dat het schaken verboden moest worden omdat het een gokspel zou zijn.

MASTERS

Collega Dimitri Reinderman heeft u al helemaal bijgepraat over de Challengers die moederziel ‘alleen’ waren achtergebleven in Wijk aan Zee, terwijl ik op pad was om vanuit Utrecht verslag te kunnen doen van de tiende ronde.

Een reden om ook af te reizen was dat onze wereldkampioenskandidaat Anish Giri het vandaag met wit mocht opnemen tegen de wereldkampioen zelf, Magnus Carlsen. Er heerst een gezonde rivaliteit tussen beide spelers die zelfs leidt tot plaatjes voorafgaand aan dit toch enigszins beladen duel, die je niet zou verwachten.

Carlsen en Giri, voorafgaand aan hun onderlinge partij (foto toernooiorganisatie).

Wat vindt u hiervan? Dit lijkt absoluut niet op twee rivalen die elkaar naar het leven staan. De tijden dat Anatoly Karpov en Viktor Korchnoi elkaar tot aartsvijanden hadden bestempeld, lijken helemaal vervlogen. Geen taferelen met paragnosten en yoghurtbekertjes (zoals bij de WK-tweekamp in Baguio City (in de Filippijnen) of hatelijke grimassen van Gary Kasparov tegen Karpov tijdens een van hun vier WK-tweekampen. Zelfs de wat recentere ‘toiletgate’ tussen Vladimir Kramnik en Veselin Topalov lijkt al bijna vergeten.

Carlsen en Giri, voorafgaand aan hun onderlinge partij (foto toernooiorganisatie).

Nee, we kunnen Carlsen en Giri alleen betrappen op wat onderhuidse spitsvondigheden op Twitter, waarbij ze elkaar hooguit een kleine sneer durven te geven als een van hen een keertje misgrijpt in een partij.

Het wederzijdse respect is zo groot dat beide spelers in hun onderlinge duels niet op buigen of barsten spelen. Giri kwam – zoals vrijwel altijd – wat beter uit de opening, maar Carlsen had goed getaxeerd dat er weinig mis was met zijn stelling. Hij had een speelwijze uit de oude doos tevoorschijn gehaald, waarbij ik in mijn database partijen uit begin 1900 heb kunnen vinden.

Giri-Carlsen, met op de achtergrond een locomotief (foto Herman Grooten).

De ingemetselde loper op c8 wist hij te bevrijden en al spoedig tekende zich een vreedzaam einde af. De remise leek al op zet 20 beslecht te worden, zeker toen alle pionnen van de damevleugel waren afgeruild en beiden over slechts een toren en een paard beschikten. De lichte verzwakking in de zwarte pionnenstructuur deerde Carlsen allerminst. Toch besloten de spelers er nog redelijk wat zetten bij te doen, om het publiek nog even ‘waar voor zijn geld’ te geven. Die zetten werden overigens in blitztempo op het bord gezet, zodat de heren – vermoedelijk ook nog in dezelfde auto – de terugweg naar Wijk aan Zee konden aanvaarden.

Gelukkig was de andere Nederlander, Loek van Wely, wel bereid om overuren te maken. Hij kwam met zwart vanuit het Grünfeld-Indisch, nog wel in de ‘Prinsvariant’, regelrecht in het voordeel. Zeker toen Liren Ding een experiment zag mislukken, ook omdat hij daarna een paar bijzonder onhandige zetten produceerde. Maar toen kwam wel een beetje aan het licht waar het bij Van Wely tegenwoordig aan schort. Hij miste twee enorme tactische kansen op beslissend voordeel. Juist tactiek was in zijn jeugdjaren zijn sterkste punt. Hij heeft zich natuurlijk ontpopt tot een uitstekende strateeg met een zeer goede eindspelbehandeling. Maar het is jammer dat zijn tactische vernuft hem kennelijk toch regelmatig in de steek laat. Nadat hij bovengenoemde kansen om zeep had geholpen, kwam hij in een uiterst onaangenaam eindspel terecht waarin Ding een toren, loper en een paard had tegen een dame en een pluspion. Ik denk dat deze stelling in handen van, laten we zeggen Kramnik, gewonnen zou zijn, maar de Chinees aarzelde een paar keer. En toen bleek Loek toch uit het goede hout gesneden te zijn. Hij gooide zijn koningsvleugelpionnen zo snel als het kon naar voren, creëerde een vrijpion en bereikte zo een remisestelling. Dat hij daarin nog een keertje misgreep en dat Ding deze kans ook niet greep, paste wel een beetje in het verhaal van deze partij. Het werd remise en dat mocht – gezien de stelling in het late middenspel – als een wonder worden beschouwd. Maar dat Loek heel ontevreden zal zijn over de fase ervoor, staat ook buiten kijf. Omdat Caruana een schitterende partij won van Yi Wei, kruipt hij langzaam weer omhoog.

De uitslagen van ronde 10:

De stand na ronde 10:

O ja, het was er gezellig druk vanwege het jeugdtoernooi dat er ook gelijktijdig werd gehouden. Want welke jong schakertje wil nu niet aanwezig zijn bij zo’n toptoernooi om ook tussen de oude stoomlocomotieven zelf te gaan schaken?

Jeugdschakers tussen de treinen (foto Herman Grooten).

ANALYSES

Giri, A. – Carlsen, M.

Geen 1. Pf3 of 1. c4. Openingszetten die Giri ook graag speelt.

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3

Een uitnodiging om er Dame-Indisch met 3… b6 van te maken.

3…d5

Toch maar Damegambiet.

4. Pc3

4. g3 Ook het Catalaans staat bij Giri op het repertoire, maar daar kiest hij nu ook niet voor.

4…Lb4

En zo zijn we beland in de Ragozinvariant van het Damegambiet, een scherp systeem dat de Nederlandse grootmeester Genna Sosonko heel lang op zijn repertoire had staan. Overigens ontmoette ik Genna nog even in het Amsterdamse Nemo, waar hij mij en passant vertelde dat hij toch al weer 43(!) jaar in Nederland als zeer gerespecteerd staatsburger verblijft. Over een goed geslaagde integratie gesproken…

5. Lg5 Een belangrijk alternatief is met 5. cxd5 exd5 en dan pas 6. Lg5 hetgeen door de jeugdige Kasparov vaak werd gespeeld.

5…h6 6. Lxf6

Heel scherp kan het worden na 6. Lh4 en dan is het natuurlijk de vraag of Carlsen zich op dat gladde ijs had begeven dat op het bord komt na 6…dxc4 en hier heeft wit een ruime keus aan mogelijkheden. [6…g5 7. Lg3 Pe4]

6…Dxf6 7. Db3

7. e3 is hier vaker gespeeld.

7. Da4+ Pc6 8. e3 kennen we onder andere uit de partij Van Wely-So, dit toernooi.

7…Lxc3+

Carlsen ruilt meteen en dat doet men meestal zo niet. 7…c5 8. cxd5 exd5 9. e3 O-O 10. dxc5 Lxc3+ 11. Dxc3 Dxc3+ 12. bxc3 geeft wit een plusje in het eindspel, maar dan moet je wel Kramnik heten om dat inderdaad uit te kunnen buiten. Hij deed in een partij tegen Khalifman in 2009.

8. Dxc3 c6

Dit is op het oog allemaal heel bescheiden wat de wereldkampioen speelt. Het wordt duidelijk dat hij geen zin had in een scherp gevecht op leven en dood. Daar geeft de stand op de ranglijst ook helemaal geen aanleiding toe, dus dat valt hem niet te verwijten. Maar voor het massaal toegestroomde publiek is het teleurstellend.

9. e3 Pd7 10. Ld3

Op deze loperzet zit zwart te wachten, want nu mag die een tempo inleveren.

10…dxc4 11. Lxc4 O-O

12. Ld3

Giri wacht nog even met de rokade en dit is ook meteen nieuwtje. Zou hij gedacht hebben dat hij hiermee … c6-c5 verhindert? Zo naïef zal hij niet geweest zijn, neem ik aan.

Eerdere partijen gingen allemaal verder met 12. O-O In mijn database kom ik allemaal bijzonder oude partijen tegen van grootheden uit een grijs verleden (Hodges-Lasker 1923, Gruenfeld-Kostic 1926, Gruenfeld-Kmoch 1926, Bogoljubov-Becker 1925 en Torre Repetto-Rosselli del Turco 1925.

De vraag is natuurlijk of wit dat … c5 had kunnen verhinderen met 12. b4 maar hij is een zet te laat om deze drukstelling te realiseren: 12…b6 13. O-O Na 13…Lb7 [Op 13…c5 heeft wit nog het wat venijnige 14. Lb5! en komt daarmee in het voordeel.] 14. Tfc1 a5 15. a3 lijkt wit zijn zin te krijgen hoewel 15…c5 ook hier kan.

12…c5!

Zwarts zit met het probleem van zijn loper op c8, zoals zo vaak in structuren die lijken op die van het Slavisch. Die loper moet hoe dan ook bevrijd worden en daartoe moet zwart een keer komen met … c6-c5 of met … e6-e5. Om de loper op b7 te ontwikkelen en dan … c5 door te zetten, behoort ook vaak tot de mogelijkheden, maar dat geeft wit meestal de gelegenheid om de stelling in zijn greep te nemen met een toren naar de c-lijn en een keer b2-b4.

13. O-O b6

Carlsen wil toch graag de loper op de damevleugel posteren; hij ondervindt nog wat ongemak in zijn stelling hoewel het allemaal maar marginaal is.

14. Le4 Tb8 15. b4

Zo krijgt Giri toch een beetje de stelling die hij een paar zetten geleden ook had kunnen krijgen.

15…Lb7

Het is zwart gelukt zijn loper te bevrijden en daarmee heeft hij (bijna) gelijkspel bereikt.

16. Lxb7 Txb7 17. Tac1 Tc8

Hier is het de vraag of wit zijn stelling nog kan versterken. De toren op c8 staat namelijk ongedekt, dus zwart dreigt voorlopig niet ergens te slaan. Dreigt hij dan … c5-c4. Ik denk van niet, want wit antwoordt dan met b4-b5 en pion c4 is eerder kwetsbaar dan dat hij sterk is. Maar voor wit lijken de mogelijkheden snel uitgeput.

18. dxc5

Zo verdwijnt er teveel van het bord om op winst te kunnen spelen, maar wat moest hij. Ik heb nog zitten kijken naar 18. a4 om dan dxc5, bxc5 te laten volgen door b4-b5. Hij zou dan een mooie meerderheid op de damevleugel krijgen. 18…Tbc7 19. dxc5 Dxc3 20. Txc3 bxc5 21. b5 Maar na 21…a6! kan wit een eventueel voordelig eindspel op zijn buik schrijven.

18…bxc5 19. Dxf6 gxf6 20. a3 Tcc7 21. g3

Hiermee accepteert wit dat de alle pionnen op de damevleugel worden ‘schoongeveegd’.

21…cxb4 22. Txc7 Txc7 23. axb4 Tb7 24. Ta1 Txb4 25. Txa7 Pc5

De spelers weten allang dat dit een remisestelling is, maar voor de vorm spelen zij nog even door. De zetten werden nu in ‘blitztempo’ op het bord gesmeten.

26. Ta2

Ja, niet toelaten dat zwart straks … Tb2 en … Pe4 of … Pd3 spelen.

26…Kg7 27. Kg2 Tb7

Ja, ook niet toelaten dat wit dadelijk toch ineens Tb7 en een paard naar jouw stelling werpt!

28. Tc2

28…Pe4

Ze bleven zo snel zetten dat het net leek alsof ze minder dan 10 seconden op de klok hadden waarin ze heel veel zetten moesten doen. Ik dacht nog even dat Carlsen hier 28…Pd3 zou proberen omdat de verwachting is dat wit nu 29. Pd4?? zou gaan spelen. Het zou wel heel sullig zijn: 29…Pe1+

29. Pd4 f5 30. Pe2 Td7 31. Pd4 Tb7 32. h3 Td7 33. Kf3

Aha, nu dient zich een zetherhaling aan.

33…Pg5+ 34. Kg2 Pe4

En eindelijk mochten ze zich naar de uitgang spoeden.

1/2-1/2

Ding Liren – Van Wely, L.

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5

De Grünfeld wordt weer eens van stal gehaald.

4. Pf3 Lg7 5. Db3

De geest van Genna Sosonko waarde vandaag rond in deze zaal. Zelf heb ik hem niet waargenomen. Sosonko had deze variant ook op zijn repertoire en het is nog altijd geen slechte optie tegen het Grünfeld-Indisch.

5…dxc4 6. Dxc4 O-O 7. e4

7…Pa6

Lodewijk Prins, naar wie deze variant is genoemd, zou trots zijn dat zijn zet nog altijd zo’n beetje de belangrijkste bestrijdingswijze van dit systeem is geworden. Dat was vooral nadat Kasparov zich ermee ging bemoeien. Gezegd moet worden dat Kasparov er ooit een gevoelige nederlaag mee leed tegen de Nederlandse grootmeester Jeroen Piket.

7…Lg4 8. Le3 en nu het wat bizarre 8…Pfd7 was in mijn jeugd een veel gespeelde variant. De bedoeling van zwart is om het paard van f6 in te zetten op de damevleugel waar het straks mee kan helpen het tegenspel op touw te zetten.

En ook 7…a6 mocht er wezen. Als ik me goed herinner was er zelfs toen een ‘anti-Grünfeldclub’ die probeerde aan te tonen dat je de pion op c7 (die zwart graag offert) gewoon moest pakken om daarna het tegenspel neer te slaan. Misschien weet iemand van de bezoekers van Schaaksite of die ‘club’ nog bestaat? 8. Lf4 b5 9. Dxc7

8. Le2 c5 9. d5 9. dxc5 is helemaal niets voor wit na 9…Da5

9…e6 10. O-O exd5 11. exd5 Lf5

Zo werd het altijd gespeeld. Zwart bevrijdt zijn spel, maar hij heeft wit wel een reus van een vrijpion verschaft. Het moet nu komen van actief stukkenspel en dat was precies wat Kasparov indertijd voor ogen stond.

12. Lg5

De moderne aanpak. Wit wil graag … h7-h6 uitlokken.

De oude zet was 12. Le3 maar na 12…Db6 zoals gespeeld door Kasparov kwam er vaak een scherpe strijd tevoorschijn. GM Ftachnik schrijft hierover in een analyse van een partij Beliavsky-Azmaiparashvili, 1995: "Difficult variation to play for both sides, black enjoys convenient piece activity, but his set up has a serious flaw- Na6 is quite often so badly placed, that it costs the defender dearly". Daar kan Lodewijk Prins het mee doen… [Ook na 12…Te8 bleek dat wit niet al te veel te hebben.]

12…h6 13. Le3 Db6

Vreemd genoeg een nieuwe zet, terwijl die in vrijwel alle andere varianten gespeeld wordt. 13…Te8 Er is een groot verschil nu zwart … h7-h6 heeft moeten spelen. Onder omstandigheden gaat die pion namelijk hangen. Deze stelling was nog op het bord gekomen in de WK-tweekamp tussen Anand en Carlsen in 2014.

14. b3 Tfe8

15. Pd2

Kennelijk heeft Ding in zijn voorbereiding goed naar de stelling gekeken. De actie met … Pf6-e4 is een van zwarts belangrijkste mogelijkheden en die wil hij er drastisch uithalen. Toch blijkt dat zwart prettig speelt heeft hierna, waardoor het experiment vermoedelijk niet voor herhaling vatbaar zal zijn. De normale voortzetting is 15. Tad1 Tad8 en dat was nog een partij (met zetverwisseling) Wojtaszek-Ponomariov, 2012.

15…Pd7 16. Tac1?!

16…Ld4!?

Een interessante zet! Had Loek zijn ‘Prinspaard’ nu niet een keertje in de strijd moeten gooien? Na 16…Pb4 17. Pa4 Df6! 18. Pxc5 Pxa2 19. Tce1 Pxc5 20. Dxc5 Pc3 staat zwart er zeer riant voor.

17. Tfd1?!

Weer niet de meest adequate.

17. Lxd4 cxd4 18. Pa4 Dd6 is ook een beetje beter voor zwart.

Dit zou het moment voor wit moeten zijn dat hij pion h6 kan snaaien. Maar daar heeft Loek iets moois op klaarliggen: 17. Lxh6 (zie analysediagram)

17…Df6! Dreigt … Lxc3, Txc3 gevolgd door … Txe2 en ook … g6-g5 waarna Lh6 is gevangen.

17…Pb4!

Eindelijk, daar het is het paard dan! En met grote kracht.

18. Pf3?

Ding heeft kennelijk zijn dag niet.

18…Txe3!?

Een interessant schijnoffer waarmee hij een pion wint.

Maar er was beter! Met 18…Lxc3! 19. Txc3 [19. Dxc3 Pxa2] 19…Pxa2 zou hij niet alleen pion maar ook nog een kwaliteit hebben binnen gehengeld.

19. fxe3 Lxe3+ 20. Kh1 Lxc1 21. Txc1 Dd6

Haalt Pa4 uit de stelling.

22. Dh4 g5 23. Df2 Df4 Ook 23…Lg6 is een goede mogelijkheid.

24. Td1 Lg6 25. Lb5 Pe5 26. Pe2 Df6 27. Dxc5

Dit verliest op slag, maar de stelling was sowieso al heel problematisch voor wit.

27…Pxf3?

Loek mist nu opnieuw een opgelegde winst. Met 27…Pbd3 28. Lxd3 Pxd3 29. De3 (zie analysediagram)

29…g4! zou hij nog veel meer materiaal hebben gewonnen. Als het paard van f3 wijkt volgt er een vork op f2. 30. Pfd4 Pf2+

28. Dxb4 Ph4 29. Pg3 Db6

Dreigt … a7-a6, maar het mooie is er al vanaf. Wit heeft een hele sterke d-pion.

30. Td4 a5 Misschien had hij de paarden eraf moeten halen met 30…Pf5 31. Pxf5 Lxf5 maar ik kan me voorstellen dat je dat niet graag doet met zwart.

31. Dc4 Td8 32. a4 Df6 33. Td2 Da1+ 34. Pf1

34…Pf5 Loek zat zoals gewoonlijk wat krap in zijn tijd. Hier is 34…De5 wat veiliger.

35. Dc7 Td6 36. Kg1 Tf6

Hij gaat voor alles of niets!

37. d6 Pe3

Dreigt op f1 te slaan met schaak. Maar Ding heeft een belangrijke troef achter de hand.

38. Dd8+ Kg7

39. Dxf6+!

Ja, hij mag de dame geven, want zijn d-pion is te sterk.

39…Dxf6 40. Pxe3 Dc3 41. Pf1

En nu moet zwart zijn loper geven omdat de d-pion anders niet af te stoppen valt.

41…Lf5 42. d7 Lxd7 43. Txd7

Normaliter zouden een toren en twee stukken van de dame moeten winnen, maar hier blijkt dat Loek heel goed weet hoe hij het de samenwerking tussen die stukken moeilijk kan maken.

43…Dxb3 44. Txb7

Als zwart nu niets doet, wint wit geruisloos. Hij valt met twee stukken een pion aan en die kan zwart simpelweg niet verdedigen.

44…h5!

Van Wely beseft als geen ander dat hij zoveel mogelijk pionnen moet ruilen en zelf een vrijpion moet creëeren. Het lijkt erop dat Ding weinig kan beginnen tegen dit ogenschijnlijke primitieve plan.

45. Td7 h4 46. h3 De6

47. Kh1?!

Dit is te timide. Wellicht had 47. Kf2 hem meer kansen geboden.

47…De4 48. Tc7 Kf8 49. Tc3 Kg7 50. Tf3 De1 51. Kh2 De5+ 52. Kg1 De1 53. Tf2 Db1 54. Td2 f5

Daar gooit hij zijn pionnenmeerderheid naar voren.

55. Kf2

55…g4!

En weer naar voren met de volgende!

56. Pe3 De4 57. hxg4 fxg4 58. Td5

Zwart heeft het gered. Dan moet hij het nog even nauwkeurig afspelen.

58…Kf6?

Ai… Die had hem zomaar de kop kunnen kosten. 58…Df4+ 59. Ke2 h3 was iets nauwkeuriger.

59. Tf5+?

Gelukkig is deze kans ook niet aan de witspeler besteed. Met 59. Ke2! had zwart het nog knap lastig gekregen. Het idee uit de partij zou nu falen op 59…h3 60. gxh3 gxh3 61. Th5 Dh1 62. Pg4+! Ke6 63. Pf2 en pion h3 gaat verloren. Daarna heeft wit alle kansen aan zijn zijde; ik vermoed eerlijk gezegd dat wit op winst staat hier.

59…Ke7 60. Ke2 h3!

Nu wel en nu is het helemaal oké.

61. gxh3 gxh3 62. Th5 Dh1 63. Th7+ Kf8 64. Lc4 h2

Met remise. Wit heeft weliswaar pion h2 onder controle (als hij Ld5 speelt) maar hij kan het paard (dat in principe uitstekend staat op e3) niet inzetten om de pion te veroveren. De dame krijgt dan teveel schaakjes. Toch knap dat Loek dit problematische eindspel heeft weten te houden, maar uiteindelijk zal hij ontevreden zijn over de kansen die hij liet liggen.

1/2-1/2

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.