Giri en Van Wely spelen remise, Bok wint
De tweede ronde van Tata Steel Tournament 2016 stond bij de Masters in het teken van de remise. Anish Giri kwam met wit niet verder dan een puntendeling tegen Liren Ding, maar het halfje van Loek van Wely met zwart tegen Sergey Karjakin was pure winst.
In de Challengers konden de meeste Nederlanders niet tevreden zijn met het resultaat. Zowel Jorden van Foreest als Anne Haast en Miguoel Admiraal gingen met wit ten onder tegen respectievelijk Batsiasjvili, Antipov en Baskaran. Benjamin Bok versloeg zijn collega-grootmeester Erwin l’Ami die – na zich goed verdedigd te hebben in een problematische stelling – ineens de zetten omdraaide en vrijwel meteen kon opgeven.
MASTERS
Hadden we gisteren Liren Ding nog gewaarschuwd, dan deed de Chinees daar zijn voordeel mee (mits hij Nederlands verstaat…). Want tegen Giri speelde hij uiterst solide en was er gedurende de hele partij eigenlijk weinig aan de hand.
Anish Giri-Liren Ding (foto Toernooi-organisatie)
Vanuit een Slavisch opening verzeilde de stelling in een soort klassiek Damegambiet waarin wit traditioneel een minuscuul plusje heeft. Nadat wit met c5xd5 e6xd5 er een wat asymmetrische pionnenstructuur van gemaakt had, draaide het steeds op het moment dat wit d4xc5 zou gaan spelen. Wit wil dan het liefst twee lichte stukken bij de tegenstander geruild hebben, maar de zware stukken op het bord houden. Dat eerste lukte Giri, dat tweede helaas niet. Hij kon niet voorkomen dat zwart alle torens van het bord kreeg, hoewel Ding daar wel een kleine concessie voor moest toestaan. Want d4xc5 werd beantwoord met het terugslaan van een stuk, zodat hij kwam te zitten met een geïsoleerde pion op d5. Dat kan soms een probleem zijn, maar dat was het in deze stelling allerminst. Door nog meer stukken te ruilen kon Giri de controle over veld d4 niet in handen houden en even later loste Ding met een klein tactisch grapje (31 … d5-d4!) ook nog zijn laatste zwakte op, waarna de vrede getekend werd. Voor Giri een beetje teleurstellend, maar het toernooi is nog lang.
Van Wely was ondertussen manmoedig op de been gebleven tegen de sterke Karjakin. Vanuit een versnelde Draak maakte de Tilburger er een ‘normale’ Draak van en daarin bleek hij zijn huiswerk goed gedaan te hebben. De bekende aanvalszet h2-h4 werd rigoureus aan banden gelegd met h7-h5, hetgeen de moderne benadering is. Ook het fijne zetje 14… Kf8 past geheel in de wijze waarop zwart de witte aanvalsbedoelingen indamt. Nadat Karjakin inzag dat hij niets bereikt had, liet hij een dameruil vergezeld gaan van een remise-aanbod. Van Wely blijft het voorlopig dus uitstekend doen.
Carlsen en Caruana (foto Toernooi-organisatie)
Een belangrijk duel was nog wel de confrontatie tussen Carlsen en Caruana. Vanuit een ogenschijnlijk pretentieloze opzet werd het toch ineens heel scherp. Caruana liet zich niet onbetuigd met een schijnoffer en even later konden beide spelers een zetherhaling niet uit de weg gaan.
CHALLENGERS
Na zijn overwinning van gisteren had Jorden van Foreest vandaag wit tegen Nino Batsiashvili. Een scherpe aanpak tegen het Hollands leverde echter niet het gewenste resultaat op, maar Jorden besloot om te blijven pressen. Dat bleek te ambitieus. Een verkeerd plan kost hem een pion en die werd door de Georgische voorbeeldig verzilverd.
Anne Haast had tweemaal wit geloot in de eerste twee ronden, maar helaas kon zij daar ook tegen Antipov geen zaken mee doen. In een overbekende Siciliaan riposteerde de Rus een nieuwtje van Anne met een bijzonder sterk stukoffer. Ineens lag de witte koningsstelling helemaal open. Om in de partij te blijven offerde Anne wat terug, maar zij kon niet voorkomen dat ze in een eindspel van toren tegen paard en drie pionnen op dezelfde vleugel terechtkwam. Dat schoof Antipov geruisloos naar winst.
Ook Miguoel Admiraal had het zwaar. In een rustige Italiaanse stelling kwam hij toch langzaam in de problemen tegen de sterke Baskaran. Een tactisch intermezzo dat Miguoel zelf aanging, werd door de Indiër adequaat beantwoord en nadat de rookwolken waren opgetrokken, moest Admiraal onderkennen dat hij toch gewoon een kwaliteit was kwijtgeraakt.
Het Nederlandse onderonsje tussen Benjamin Bok en Erwin l’Ami gaf ook al een Hollandse opening te zien. Daarin liet Bok zien dat hij na het strategische lesje van gisteren tegen Dreev, toch ook van wanten weet op dit gebied. Hij kwam beter te staan, maar L’Ami leek alles onder controle te hebben toen er in de volgende stelling:
plotseling de volgende zet op het bord verscheen: 21. Te5!
Na deze geweldige zet begon het allemaal te wankelen bij zwart. Maar ondanks de grote problemen die hij ondervond, wist L’Ami met kunst- en vliegwerk het meeste bij elkaar te houden. En net toen hij het bijna ‘gekeept’ had, ontglipte hem een vreselijke misser, waardoor hij vrijwel meteen kon opgeven. Daarmee werd Bok toch de man van de dag!
|
|
|
ANALYSES
Giri, A. – Ding, L.
1. c4 c6 2. d4 d5 3. Pf3 Pf6 4. e3 e6 5. Ld3 Pbd7 6. b3 Ld6 7. Lb2 b6 8. O-O O-O 9. Pbd2 Lb7 10. De2
In een partij Kramnik-Van Wely, 2008 volgde 10. Pe5 waarna wit het betere van het spel had.
10…c5
Ding kiest voor de meest directe aanpak, het bevrijden van zijn loper op b7. 10…De7 is vaker gespeeld.
11. cxd5 exd5
Er is nu een type stelling ontstaan zoals we die uit het klassiek Damegambiet kennen. Wit bepaalt wanneer hij dxc5 speelt, waarna zwart moet kiezen of hij met de hangende pionnen gaat spelen (na … bxc5) of dat hij voor de geïsoleerde pion op d5 opteert als hij met een stuk op c5 terugneemt.
12. La6
Op het eerste gezicht ziet het er vreemd uit dat wit deze lopers wil ruilen. Maar een diepere kijk op de stelling leert ons dat die ruil volkomen gerechtvaardigd is. Pion d5 kan zwak worden, terwijl na deze ruil de mogelijkheid dxc5 steeds aantrekkelijker wordt voor wit. In een stelling met zowel de hangende pionnen als de geïsoleerde pion, moet zwart het meestal hebben van aanvalskansen en als er stukken geruild zijn, is wit daarbij gebaat.
12…Lxa6 12…Dc8 13. Lxb7 Dxb7 was nog een partij Laznicka-Michalik, 2014 die in remise eindigde.
13. Dxa6 De7 14. Tfd1 Tfd8 15. Tac1 De6
Beide partijen hebben allemaal logische zetten gespeeld. Nu moet wit een constructief plan bedenken.
16. Pf1
Ik zat te kijken of 16. dxc5 een idee was. Na 16…bxc5 [Na 16…Pxc5 17. De2 staat wit wel wat beter vanwege het bezit van veld d4 en de potentieel zwakke pion op d5 (isolani).] 17. Dd3 zal wit nog altijd prettiger staan, maar veel is het niet na bijvoorbeeld 17…Tac8
16…Pe4 17. P3d2 Pdf6 18. Pxe4 Pxe4
Het is Giri gelukt om wederom twee lichte stukken te ruilen, dus langzamerhand begint de transactie met d4xc5 aantrekkelijker te worden. Eerst wil hij nog iets aan zijn torens verbeteren.
19. Tc2 Tac8 20. Tdc1 h5
Ding kan niet werkeloos toekijken hoe wit van plan is om nog meer voorbereidingen te treffen. Met de opmars van de h-pion wil hij de witte koningsstelling kunnen bestoken en tegelijkertijd maakt hij een ‘luchtgaatje’ voor zijn koning.
21. De2 Overigens faalt 21. Dxa7?? steeds op 21…Ta8 en wit is de dame kwijt: 22. Db7 Tdb8 23. Dc6 Lxh2+
21…h4 22. dxc5
Daar is dan eindelijk het moment waar we zo lang op hebben zitten wachten! Ook meteen 22. h3 kwam in aanmerking.
22…Txc5
Dat is de concessie waarop wit zit te wachten, maar de praktijk blijkt weerbarstiger te zijn dan waar wit in theorie op hoopt. Veld d4 is nu van wit. Na 22…bxc5 23. h3 Tc6 24. Pd2 zou wit voetje bij voetje de pionnen steeds zwakker kunnen maken.
23. h3
Wit wil … h4-h3 niet toelaten, maar dat geeft zwart de tijd om de zware stukken te ruilen, waarna de zwakte van d5 slechts een marginaal voordeeltje voor wit is. Je zou je kunnen afvragen of 23. Ld4 niet beter was. Want na 23…Txc2 24. Dxc2 lijkt wit de c-lijn veroverd te hebben. Dat blijkt niet zo te zijn: 24…La3! en zwart komt even later met … Tc8 waarna alles geneutraliseerd is.
23…Tdc8 24. Ld4 Txc2 25. Txc2 Txc2 26. Dxc2 Le5
Ding ruilt nog meer stukken, want het wordt voor wit steeds lastiger om hier nog voordeel uit te peuren.
27. Lxe5 Dxe5 28. Dc8+ Kh7
29. Dg4
Alles hing natuurlijk af van 29. Dd7 waarmee wit twee pionnen van zwart bedreigt. Maar zwart schudt een levensgevaarlijk tegeninitiatief uit zijn mouw: 29…Df6 30. f3 Pc3 en nu moet wit enorm oppassen. Zo zou het hebberige 31. Dxa7 beantwoord kunnen worden met 31…Pe2+ (zie analysediagram)
32. Kh2
[32. Kf2?? Db2! en zwart wint zomaar! Tegen de dreiging … Pf4+ valt niets te bedenken.] [32. Kh1?? gaat ook geforceerd mis: 32…Da1]32…De5+ 33. f4 Da1 Zwart heeft afschuwelijke dreigingen gecreëerd, maar wit kan nog net ontsnappen met remise door eeuwig schaak. 34. Dxf7 Dxf1 35. Dh5+ Kg8 36. De8+
29…Df6 30. f3
Deze verzwakking is nodig omdat wit anders ook niets heeft.
30…Pc3 31. a4
En nu heeft de Chinees een simpel grapje waarmee hij alles nivelleert.
31…d4! 32. Kf2
32. exd4 Dxd4+! 33. Dxd4 Pe2+ 34. Kf2 Pxd4 met remise.
Uiteraard niet 32. Dxd4?? Pe2+ en zwart wint de dame.
32…Pd1+ 33. Ke2 Pxe3
Remise. 33…Pxe3 34. Pxe3 dxe3 35. Kxe3 Dc3+ 36. Ke4 Dc2+ en hier valt voor beide spelers absoluut geen eer meer te behalen.
1/2-1/2
Karjakin, Sergey – Van Wely, L.
1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 g6
De versnelde Draak.
4. d4 cxd4 5. Pxd4 Lg7 6. Le3 Pf6 7. Lc4 O-O 8. Lb3 d6 9. f3 Ld7 10. h4
Met een zetherhaling is er de hoofdvariant van de Draak ontstaan.
10…h5
De moderne aanpak. Zwart houdt de witte aanvalspogingen radicaal tegen.
11. Dd2 Da5 12. O-O-O Tfc8 13. Kb1 Pe5 14. Lg5 Kf8
Van Wely toont zich goed op de hoogte van alle ontwikkelingen in deze variant. Veel gespeeld is ook 14…Pc4 dat na 15. Lxc4 Txc4 16. Lxf6 exf6 17. Pb3 een heel ander type spel te zien geeft.
15. f4 Een populaire zet is hier 15. The1 die meestal beantwoord wordt met 15…Tc5
15…Peg4
Een nieuwtje dat waarschijnlijk voor herhaling vatbaar is. Het alternatief 15…Pc4 werd nog gespeeld door twee onbekende grootheden. Na 16. Lxc4 Txc4 17. Pb3 Da6 18. e5 lijkt het dat zwart de nodige problemen heeft, maar volgens mij is hier 18…Lg4! volkomen oké voor zwart.
16. The1
Wellicht moet wit de andere toren naar e1 spelen en zijn koningstoren op f1. 16. Tde1 Tc5 17. Thf1 maar ook hier is het de vraag of er concrete dreigingen tegen de zwarte koning te creëren zijn. Bijvoorbeeld: 17…Tac8 18. f5 gxf5 19. exf5 [19. Pxf5 Lxf5 20. exf5 Txf5 en hier valt niets te halen voor wit.] 19…Txc3! 20. bxc3 Dxc3 21. Dxc3 Txc3 en zwart lijkt voldoende compensatie voor de kwaliteit te hebben.
16…Tc5! 17. f5
De stereotiepe voortzetting, maar dat levert misschien niet al te veel op.
17…gxf5 18. Pxf5 Ook na 18. exf5 Te8 blijft de schade beperkt voor zwart.
18…Lxf5 19. exf5 Te8 20. Pd5
En Karjakin bood maar remise aan. Hij heeft inderdaad absoluut geen voordeel behaald.
1/2-1/2
Van Foreest, Jorden – Batsiashvili, N.
1. d4 f5 2. Lg5 g6 3. Pc3 Lg7 4. h4 h6 5. Lf4 d6 6. e4 Pf6 7. e5 Pg4 8. De2 dxe5 9. dxe5 Dd4 10. g3
10…Le6 Onmogelijk voor zwart is 10…Pxe5? vanwege 11. Td1 met stukwinst. 11…Dc5 12. Td5
11. Td1 Dc5 12. Db5+ Pd7 13. Dxc5 Pxc5 14. Pb5 Pa6 15. Lg2 c6 16. Pd4 Pc7 17. Pgf3 O-O-O 18. O-O Td7 19. Pxe6 Pxe6 20. Txd7 Kxd7 21. Td1+ Kc8 22. Lf1 Td8 23. Txd8+ Pxd8
24. Lh3?!
Misschien een beoordelingsfout. Meer voor de hand ligt 24. Lc4 waarna wit onmogelijk slechter kan staan. Sterker nog: na een zet als 24…e6 25. b4 Lf8 26. Ld2 denk ik dat wit iets heeft om voor te spelen.
24…Kd7 25. Lxg4 fxg4 26. Pe1
In deze stelling is pion e5 dodelijk zwak.
26…c5! 27. Pd3 c4 28. Pc5+ Kc6 29. Pe4 Pf7
30. Pd2 30. e6 Pd8 kost ook een pion.
30…b5 31. e6 Pd8 32. b3 cxb3 33. cxb3 Pxe6
Zwart heeft een kostbare pion verdiend en omdat ze ook nog goede stukken heeft (vooral de zwarte koning staat actief), is de stelling problematisch voor wit.
34. Le3 a6 35. Kf1 Kd5 36. Ke2 Pd8 36…h5 lijkt mij iets normaler.
37. Lb6 Pc6 38. Pf1 h5 39. f3 gxf3+ 40. Kxf3
40…Pe5+
Ook 40…Pd4+ kwam sterk in aanmerking. 41. Kf2 [Na 41. Lxd4 Kxd4 wandelt de zwarte koning de damevleugel binnen.] 41…Ke4 ziet er ook veelbelovend uit voor zwart.
41. Ke2 Pg4 42. Pd2 Ld4 43. Ld8 Lc5 44. a4 bxa4 45. bxa4 Ld6 46. Kf3 Pe5+ 47. Kg2 Pc4 48. Pb3 Ke4 49. Kh3 Kd3 50. g4 Kc3 51. gxh5 gxh5 52. Pc1 Kb4
De zwarte koning heeft via een omweggetje nu toch de witte a-pion bij de kladden kunnen nemen.
53. Pe2 Kxa4 54. Pd4 Pe3 55. Lb6 Pd5 56. La7 Pf4+ 57. Kg3 Pe2+ 58. Kf3 Pxd4+ 59. Lxd4 a5 60. Ke4 Lg3
en nu was het hoog tijd om op te geven.
0-1
Haast, A. – Antipov, M2.
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le3 e5 7. Pb3 Le6 8. f3 h5 9. Dd2 Pbd7 10. O-O-O Tc8 11. Kb1 b5 12. Pd5 Lxd5 13. exd5 Pb6 14. Lg5
Een nieuw idee dat Anne misschien voor dit toernooi heeft voorbereid.
14. Lxb6 Dxb6 is hier de hoofdvariant, waarna wit de keuze heeft uit drie zetten: 15. g3 Bijvoorbeeld Leko-Gelfand, 2004.
[15. Ld3 is minder goed vanwege 15…g6 en in veel partijen won zwart (o.a. Zaitsev-Kovchan, 2003).] [15. Db4 Bacrot-Sutovsky, 2009 en Zhigalko-Nikitenko, 2014.]14…Le7 15. Pa5
Lijkt allemaal keurig in orde, want zwart mag niet nemen op d5. 15. Lxf6 Lxf6 16. Pa5 zou dan consequent zijn om een paard op c6 te nestelen.
15…Pfxd5!
Wat? We hadden toch gezegd dat zwart niet kon nemen op d5.
16. Lxe7 Dxe7 17. a4
En de zwarte pionnenstructuur wordt stevig aangepakt. Maar zwart heeft een werkelijk briljante weerlegging. Met de wetenschap van de partijvoortzetting had wit misschien 17. Ld3 gevonden. Na bijvoorbeeld 17…O-O 18. The1 Dc7 19. Le4 hoefde wit nog niet te wanhopen.
17…Pc3+!!
Heel knap gevonden van Antipov.
18. bxc3 d5
Hij maakt er een (tijdelijk) stukoffer van. Vermoedelijk was 18…Pxa4 nog sterker. 19. Dxd6 Pxc3+ 20. Kc1 Pxd1 21. Dxe7+ Kxe7 22. Kxd1 f5 en ook hier heeft zwart fantastisch spel. De toren en de twee pionnen zijn sterker dan de twee lichte stukken omdat het bij wit niet echt goed samenwerkt.
19. Te1 Hier faalt 19. axb5 op 19…Da3 en zowel … Dxa5 als … Pa4 of … Pc4 komt in de stelling.
19…Pxa4 20. Lxb5+
Anne ziet maar een uitweg om er nog iets van te maken.
20…axb5 21. Txe5 Pxc3+ 22. Dxc3 Txc3 23. The1 Dxe5 24. Txe5+ Kd7 25. Txd5+ Ke7
26. Pb3 Hier had wit onvoorwaardelijk 26. Txb5 moeten spelen, hoewel zwart na 26…Thc8 27. Te5+ Kf6 28. Te2 h4! ook een technisch gewonnen stelling moet hebben. Het afdwingen van de winst is echter nog verre van gemakkelijk.
26…Thc8 27. Te5+ Kf8 28. Te2 Te8 29. Td2 Tce3 30. Pc1 Te1 31. Kb2 g6 32. g3 Kg7 33. f4 T8e4 34. c3 b4 35. cxb4 Txb4+
Met pionnen op een vleugel wint de toren van een paard.
36. Kc3 Tbe4 37. Tc2 Te8 38. Kb2 Tb8+ 39. Pb3 Te3
Zo dwingt hij torenruil af.
40. Tc3 Txc3 41. Kxc3 Kf6 42. Pd4 Ta8 43. Kd3 Ta2 44. Pf3 Kf5 45. h3 Ta3+ 46. Ke2 f6
Dit soort technische klusjes kun je wel aan een Rus overlaten.
47. Kf2 Ke4 48. Pd2+ Kd3 49. Pf1 Ta1
Wit geeft het op. Zwart dreigt in sommige gevallen zelfs het paard te slaan. Een mogelijk vervolg: 49…Ta1 50. Kg2 Txf1! (zie analysediagram)
Zwart wikkelt af naar een gewonnen pionneneindspel. 51. Kxf1 Ke3 52. Kg2 h4 53. f5 g5 54. g4 Ke2 55. Kg1 Kf3 56. Kh2 Kf2 57. Kh1 Kg3 met winst.
0-1
Bok, B. – L’Ami, E.
1. Pf3 f5 2. g3 Pf6 3. Lg2 g6 4. O-O Lg7 5. d4 O-O 6. c4 d6 7. Pc3 c6 8. b3 Pa6 9. Te1 Pe4 10. Lb2 d5 11. cxd5 cxd5 12. Pe5 Pb4 13. Tc1 Le6 14. a3 Pc6 15. Pxc6 bxc6 16. Pa4 f4 17. f3 Pd6 18. Pc5 Ld7 19. e4 g5 20. exd5 cxd5
21. Te5!
Een geweldige zet! De toren valt twee zwarte pionnen aan terwijl hij niet geslagen mag worden.
21…e6 De toren kan niet genomen worden vanwege 21…Lxe5 22. dxe5 Pf5 23. Dxd5+ en wit wit een extra stuk erbij.
22. Pxd7 Niet zo duidelijk is 22. Pxe6 Lxe6 23. Txe6 fxg3 24. hxg3 Pf5! en zwart heeft mooi tegenspel.
22…Dxd7 23. Txg5
Wit heeft een pion gewonnen, maar het is toch nog verre van gemakkelijk omdat zijn beide lopers nog niet zo veel doen.
23…Pf5 24. Dd3 24. g4 Pe3 25. Dd3 was ook iets beter voor wit.
24…Tab8 25. Lh3
25…Kh8
L’Ami zag ongetwijfeld dat hij tegenspel moet ontwikkelen tegen de witte koning en daarom maakt hij veld g8 vrij voor een toren. Wellicht viel 25…Df7 te proberen, hoewel 26. Tc6 met als mogelijk vervolg: 26…fxg3 27. hxg3 Kh8! en zwart vecht door.
26. Th5 Df7 27. Lg4 h6 Beter lijkt mij 27…Dg6 hoewel wit na 28. b4 ook beter blijft staan.
28. gxf4
Bok neemt gewoon een tweede pion van het bord.
28…Pe7 29. Te1 Pg6 30. Lc1 Pxf4
Zwart heeft een pion terug en hij dwingt een middenspel met ongelijke lopers af; het lijkt er dus op dat hij weer volop meedoet.
31. Lxf4 Dxf4
32. Kg2
Een begrijpelijke zet, maar toch een lichte aarzeling. Wit kon echter met 32. Txe6 Dxd4+ 33. Dxd4 Lxd4+ 34. Kg2 Txb3 35. Thxh6+ Kg8 36. Teg6+ Kf7 37. Le6+ Ke7 38. Lxd5 zo’n beetje beslissend voordeel bereiken.
32…Tbc8
Met 32…Tb6 kon zwart nog hevig spartelen. 33. Txe6 [Na 33. Lxe6 kan zwart in de schwindelmode verder: 33…Txb3!? 34. Dxb3 Dd2+ 35. Kf1 Lxd4 en de strijd gaat volop verder!] 33…Txe6 34. Lxe6 Lxd4 35. Lxd5 Le5 blijft ook nog altijd onoverzichtelijk, hoewel ik denk dat wit moet kunnen winnen.
33. Lxe6 33. Txe6 lijkt mij krachtiger.
33…Tce8 34. Te2 Lxd4 35. Lg4?!
Een forse aarzeling die de winst in gevaar brengt. Veel sterker is 35. Txd5
35…Td8??
Verschrikkelijk. Misschien voerde hij de tweede zet van zijn variant uit (hetgeen mij ook vrij vaak overkomt…). Hij had eerst de torens moeten ruilen met 35…Txe2+ 36. Dxe2 en dan pas 36…Td8 waarna het witte voordeel vrijwel verdwenen lijkt.
36. Te7
Tja, zo’n kans laat Benjamin natuurlijk niet liggen.
36…Lg7 37. Dg6
37…Dd2+
Het probleem voor zwart zit hem erin dat hij geen 37…Df6 als verdediging heeft. Wit wint met 38. Txh6+! Lxh6 [38…Kg8 39. Dh7#] 39. Dh7#
38. Kh3
Er valt niets meer te beginnen tegen de overmacht van witte stukken. 38. Kh3 Tg8 39. Lf5 en is uit.
1-0
Ik mis in de analyse van de Van Wely-partij dat 11…Qa5 een bijzonder zeldzame zet is. Normaal is 11…Rc8 12 0-0-0 Ne5 waarna wit meestal kiest voor Bg5. Bovendien wordt er niet genoemd dat h5 de Soltis Variant is en die na Bg5 Rc5 (Kb1 b5) g4 de scherpste variant uit de hele Draak vormt.
De bekende aanvalszet h2-h4 werd rigoureus aan banden gelegd met h7-h5, hetgeen de moderne benadering is. Ook het fijne zetje 14… Kf8 past geheel in de wijze waarop zwart de witte aanvalsbedoelingen indamt. Met h7-h5 wordt er niks aan banden gelegd daar wit bijna altijd verder zal gaan met g4 hxg4 h5. Kf8 is totaal geen typische zet in de Draak zoals Rxc3, fxg6, h5, Rc8, b5 etc. wel zijn.
Beste TheVoiceOfReason:
Ik ben geen Draak-specialist, maar ik heb een sterke jeugdspeler getraind die er veel van weet. Dat het de Soltisvariant genoemd wordt, is leuk om te weten, maar ik zie de toegevoegde waarde niet.
Het klopt inderdaad dat 11… Da5 niet de meest gespeelde zet is (11… Tc8 en 11… Pe5 komen meer voor) maar ik zag dat er 24 partijen eerder mee gespeeld waren, dus om nou te zeggen, ‘bijzonder zeldzaam’…
Ik had inderdaad kunnen noemen dat de door jou aangegeven variant heel vaak op het bord gekomen is en dat wit met g2-g4 probeert de koningsstelling open te breken. Ik had dat inmiddels opgezocht en ik zie daar heel veel partijen mee die voor een eenvoudige sterveling erg ingewikkeld zijn. Omdat dit soort thema’s niet in de partij voorkwamen, is de vraag waarom Van Wely zich daar dan op inlaat en Karjakin er niet op in gaat. De jeugdspeler vertelde mij ooit dat zwart niet zoveel te vrezen heeft; daar ben ik dan maar van uit gegaan. In de database zie ik wel talloze winstpartijen voor wit, dus het blijft een groot vraagteken. Overigens zag ik veel sterke zwartspelers op g2-g4 helemaal een … hxg4 antwoorden, maar met … a7-a5 verder gaan. Dus dat wit zomaar de ’tent’ opbreekt op de zwarte koningsvleugel, lijkt me een boude uitspraak. Ik heb volgens mij niet gesuggereerd dat ‘het fijne zetje 14… Kf8’ een typische Draakzet zou moeten zijn. Het viel me alleen op dat Van Wely precies wist wat hij deed: pion e7 niet laten hangen zodat acties met Pc3-d5 (hetgeen wél een standaardwending in de Draak is) eruit gehaald zijn. Overigens komen de stereotiepe zetten die jij noemt (… Txc3, enz) inderdaad vaak voor in de Draak. Er blijft volgens mij recht overeind staan, dat Van Wely met zwart op knappe wijze heeft standgehouden tegen een van de hedendaagse wereldtoppers. En dat hij daar o.a. 14… Kf8 voor nodig had, vond ik opmerkelijk. Hopelijk zo voldoende gereageerd op jouw feedback?
Aangezien de Soltis zo ongeveer bepaalt of de Draak niet dubieus o.i.d genoemd kan worden vind ik dat in dit geval het erg veel toevoegt die naam dan ook te noemen. Zo kan de lezer zelf meer over de variant opzoeken als hij of zij dat wil. Ik snap echter wel dat in het algemeen een naam niet veel verschil maakt.
Verder heb ik in mijn database minder dan 24 partijen met 11…Qa5, maar in zo’n extreem theoretische opening is 24 nog steeds niet heel veel natuurlijk. Die jeugdspeler heeft gelijk, als zwart zijn theorie kent (wat noodzakelijk is hier) dan is de variant g4 hxg4 h5 Nxh5 goed speelbaar voor zwart. a7-a5 is een bekend alternatief, maar ik verwacht dat die steeds minder voor zal komen niet in de laatste plaats nadat Gawain Jones erg positief is over hxg4 in zijn Draak boek(en). Een goed getimede Nd5 van wit is problematisch voor de a5 variant. Over Kf8 kan het zijn dat ik de uitleg verkeerd heb geïnterpreteerd. Al met al zal Van Wely erg opgelucht zijn met het resultaat van die partij, en ik ben benieuwd of hij het Qa5-Rfc8 plan nog een keer zal spelen.
Bedankt voor de reactie.