Giri verslaat Van Wely, eerste winst Haast
Vandaag stond een klassieker op het programma: Van Wely tegen Giri! Voor het eerst in zijn leven wist Giri met zwart Van Wely in Wijk aan Zee te verslaan en zo zijn tweede overwinning op rij te boeken. In de challengersgroep ook een primeur: een plusscore voor onze landgenoten! Bok en Admiraal haalden benauwde remises, Van Foreest versloeg L’Ami en Anne Haast wist met zwart de sterke grootmeester Nisipeanu te verslaan en zo eindelijk van de nul af te komen.
Masters
Ik heb het geloof ik al een aantal malen op Schaaksite uitgelegd: de partij tegen Giri is voor Van Wely de belangrijkste partij van het toernooi. Ditmaal had hij met de grootspraak van een King Loek aangekondigd dat hij in twintig zetten wilde winnen. Ook voor Giri was het een belangrijke partij: niet dat hem iets uitmaakt dat het tegen een landgenoot is, maar omdat het een van zijn beste kansen was om een vol punt te scoren in het resterende programma. En dat gebeurde! Van Wely speelde een ambitieuze opzet tegen de Slavische verdediging van Giri en gooide snel zijn koningsvleugelpionnen naar voren. Die pionnen waren echter latent zwak en toen de zwarte dame binnendrong werden de pionnen een voor een opgepeuzeld. Wellicht dat Giri net als Carlsen vorig jaar (en dit jaar) na een matige start een sterke serie kan neerzetten?
Loek van Wely (2640) – Anish Giri (2798)
1.Pf3 d5 2.d4 Pf6 3.c4 c6 4.e3 Lg4 5.h3 Lh5 6.Pc3 e6 7.g4
De kritieke voortzetting, waarmee wit (meestal) het loperpaar verovert. Het verhoogt wel de winstkansen van Giri: daar kom ik later op terug.
7…Lg6 8.Pe5 Pbd7 9.h4
Tegen Wouter Spoelman op het afgelopen NK rapid wist Giri maar net remise te maken na 9.Pxg6. Wat Van Wely doet is ook niet slecht, sterker nog, Giri had dat zelf wel eens gespeeld. Hij sloeg echter na 9…dxc4 alsnog de loper eraf. 9…dxc4 10.Pxc4 h5 11.g5 Pd5 12.Lg2 P5b6 13.b3 Lb4 14.Ld2
Wit heeft (zoals wel vaker in het Slavisch als zwart op c4 heeft geslagen) een beetje ruimtevoordeel. Een probleem van als je tegenstander ruimtevoordeel heeft wil wel eens zijn dat je weinig velden voor je stukken hebt en/of dat je weinig invloed op het centrum hebt; dat is hier echter niet het geval.
14…e5 15.a3 Pxc4 16.bxc4 La5 17.0-0 0-0 18.c5 Te8 19.Ta2 Dc7
Nog steeds heeft wit wat ruimtevoordeel, toch kan zwart hopen op meer dan remise hier. Op een gegeven moment zou pion h4 namelijk een probleem voor wit kunnen worden, bijvoorbeeld als een zwarte dame op f4 of g4 komt.
20.Tb2 b6 21.cxb6 axb6 22.d5 e4
De loper op g6 lijkt nu een veredelde pion, maar belangrijker is dat de diagonaal van de loper op g2 afgesloten wordt. En wie weet kan zwart een keer met zijn paard naar f3, of d3, of g4 om mat te zetten op h2.
23.dxc6 Dxc6
24.Pb5?
Hier was Pe2-Pf4 een beter idee dan via b5-d4-e2 naar f4 te gaan.
24…Pe5 25.Lxa5 Txa5 26.Pd4 Dd6
26…Dc8! was een slimme zet geweest. Zowel na 27.Pe2? Dg4 als 27.Txb6? Dc7 benevens Pg4 verliest wit snel, maar na andere zetten staat hij ook slecht.
27.Pe2 Pd3 28.Pf4 Txa3
Dat is alvast een pion.
29.Tb5 Dc6!
30.Db1
Iets beter was nog 30.Tb3 Txb3 31.Dxb3 zodat de witte dame na 31…Pxf4 32.exf4 eventueel op g3 de witte koningsvleugelpionnen kan dekken. Wit staat dan wel zonder compensatie een pion achter.
30…Pxf4 31.exf4 Dd7 32.Txb6
Nu heeft wit even de pion terug, maar…
32…Dg4
Zie mijn commentaar bij zet 7 (en zet 19). De hele witte koningsvleugel (op f2 na) dreigt nu eraf te gaan.
33.Tb8 Txb8 34.Dxb8+ Kh7 35.De5 Tf3! 36.f5 Lxf5 37.Te1 Tf4!
Een uitstekend veld voor de toren: e4 wordt gedekt, h4 aangevallen en Dg3 voorkomen.
38.Te3 Lg6 39.Dd6 Dxh4 40.Tg3 Tg4 41.De5 Txg3 42.fxg3 Dg4
Zwart heeft gewoon twee pionnen meer nu en de rest is niet moeilijk meer.
43.Kf2 Lf5 44.De7 Kg6 45.De5 Dxg5
Slaan op e4 levert nu een verloren pionneneindspel op, een goed moment om op te geven daarom. 0-1
Challengers
Van tevoren zal Anne Haast beseft hebben dat het risico bestond dat ze met 0 uit 6 zou beginnen. Dat waren allemaal nullen tegen sterke tegenstanders, spelers met minstens 150 ratingpunten meer, en dus op zich normale uitslagen, maar goed voor het zelfvertrouwen zal het niet geweest zijn. Maar ieder nadeel heb zijn voordeel, op een gegeven moment gaan tegenstanders denken dat je er niets van kunt en daarom rare dingen doen. Dat momento dado kwam vandaag.
Liviu-Dieter Nisipeanu (2679) – Anne Haast (2391)
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.c3 Pf6 5.d3 d6 6.Pbd2 a6 7.Lb3 La7 8.0-0 0-0 9.h3 Ph5 10.Te1 Df6
Dit is allemaal nog bekend, o.a. uit Hou-Karpov en Lagno-Ivanchuk. Iedereen speelt hier 11.Pf1, al is het na 11…Dg6 lastig iets beters te verzinnen dan 12.Ph4 Df6 13.Pf3. Nisipeanu ging hier nadenken en dacht dat hij meteen de boel kon forceren.
11.d4? exd4 12.e5 Pxe5! 13.Pxd4?
Ik vermoed dat de Roemeense Duitser hier 13.Pxe5 had gepland, na 13… dxe5 14.Dxh5 staat wit dan een stuk voor. Zwart heeft echter een tussenzet: 13…dxc3! waarna zwart even drie pionnen meer heeft terwijl ook nog d2, e5 en f2 hangen. Het is moeilijk om helder na te denken na zo’n blunder; had hij dat gedaan, dan had hij waarschijnlijk wel 13.cxd4 gevonden, waarna wit nog een beetje compensatie voor de pion heeft. In plaats daarvan maakt de man met de paardenstaart het alleen maar erger.
13…Pf4 14.Pe4 Dh4 15.Pf3? Pxh3+!
Nog een tweede pion.
16.Kf1
Pakken op h3 verliest: 16.gxh3 Lxf2+ 17.Pxf2 Dg3+ 18.Kf1 Lxh3+ 19.Pxh3 Dxh3+ 20.Kf2 Pg4+ 21.Ke2 Dg2+ 22.Kd3 Pf2+ 16…Pxf3 17.Dxf3 Lg4! 18.Dg3 Dxg3 19.fxg3 Tae8
Zwart heeft twee pionnen meer. Ze heeft nog wel een probleem met het paard op h3; maar wit kan het niet slaan, noch voorbereidingen daartoe treffen.
20.Ld2 Kh8
Om f6 en Pg5 te kunnen doen. De volgende zet van wit is een soort opgave; het eindspel met twee pionnen minder is kansloos.
21.Pg5 Pxg5 22.Lxg5 Le6 23.Te2 Lxb3 24.axb3 Txe2 25.Kxe2 Te8+ 26.Kd3 f6 27.Ld2 Kg8 28.g4 Kf7 29.b4 Lb6 30.c4 c6 31.Tf1 d5 32.c5 Lc7 33.g5 Te4 34.gxf6 gxf6 0-1
Ook voor de fans van Miguoel Admiraal was er goed nieuws: nadat hij gisteren een grootmeester verslagen had, wist hij er vandaag eentje met zwart remise houden. Met moeite, wit stond de hele tijd beter, maar uiteindelijk ontstond er een toreneindspel waarin de kansen gelijk waren. 2.5 uit 7 heeft de Haarlemse Amsterdammer nu, daar had hij vast voor getekend van tevoren.
Benjamin Bok maakte met zwart remise tegen de grootmeester die gisteren van Admiraal verloor, Samuel Sevian. Onze landgenoot kroop wel door de oog van de naald…
Hoe kan wit hier winnen?
Erwin l’Ami heeft in het verleden wel eens een slecht toreneindspel remise gehouden tegen Jorden van Foreest. Vandaag lukte dat niet, al lijkt het erop dat hij wel de kans daartoe heeft gehad.
De lezer kent vast de regel dat de toren achter een vrijpion moet staan. Daar zijn uitzonderingen op, maar dit is een typisch voorbeeld ervan: zouden de posities van de torens omgekeerd zijn, dan was de stelling remise, maar met de toren achter de vrijpion moet het gewonnen zijn voor wit. Dat werd gedemonstreerd door Aljechin in de dertiende matchpartij tegen Capablanca in 1927. Hij kreeg (met verwisselde kleuren) een vergelijkbaar eindspel: de vrijpion was een stap verder, de witte pion op g3.
47.Ta4 Kf6 48.Kf4 Ke6 49.Ke4 Kd6 50.Kd4 Kc6 51.Kc4 Ta8
Hetzelfde idee gebruikte Aljechin. Dat is het grote voordeel van de toren achter de vrijpion: zwart heeft onbeperkt tempozetten. Wit moet (zodra hij geen pionzetten meer kan of wil doen) een concessie doen: de koning van de tegenstander niet meer afhouden, of de vrijpion naar voren laten gaan. Op een gegeven moment kan zwart met de koning naar de koningsvleugel overstekken, de vrijpion offeren en dan de koningsvleugelpionnen winnen.
52.f3
52.g3 Ta7 53.Ta3 a4 54.Kb4 zou bovengenoemde partij zijn. Na 54…Kd5 55.Td3+ Ke4 56.Te3+ Kf5 57.Ka3 Kg4 58.Te4+ Kh3 59.Tf4 kan zwart op verschillende manieren winnen. 59…Kg2 is wellicht het handigst, Aljechin won na 59…f5 60.Tc4 Ta6 61.Tc2 Kg2 62.Td2 f4 63.gxf4 Kh3 64.f5 gxf5 65.Td4 Kg2 66.Tf4 Ta5 67.Kb4 Te5 68.Ka3 Kh3 69.Txa4 Te4 70.Ta8 Kxh4 71.Tg8 Tg4 72.Th8 Tf4 73.Kb3 Txf2 74.Kc3 Te2 en opgegeven.
52…Kb6
Zwart moet 52…f5 53.g4 fxg4 54.fxg4 hxg4 55.Kc3 g3 56.Tg4 met remise vermijden. Pionnen ruilen is (naast zelf een vrijpion maken) de beste remisekans voor wit.
53.Kb3 Te8
Ook typisch: niet alleen de koning, maar ook de toren kan oversteken naar de koningsvleugel.
54.Td4 Te7?
Dit is te traag. 54…Kc5 55.Td7 Te3+ 56.Ka4 Te2 57.Txf7 Txg2 58.Tf6 Th2 59.Txg6 Txh4+ was een vrij geforceerde winst, al moet ik toegeven dat ik dit achter het bord ook niet zeker zou weten…
55.Td6+?
Met 55.Td5! snijdt wit de zwarte koning af, bindt hem bovendien aan de a-pion en kan de toren ook nog op de koningsvleugel iets gaan doen. Tg5 gevolgd door g4 is bijvoorbeeld een plan. Het is maar zeer de vraag of zwart dan nog kan winnen.
55…Kc5 56.Tf6 Kd5
Het Aljechin-plan: de koning gaat huishouden op de koningsvleugel.
57.g4?!
57.Tf4 Ke5 58.Ta4 was de laatste kans.
57…Ke5 58.g5 Kd4
Als wit nu niets doet gaat de koning naar h4.
59.f4 Ke4 60.f5 gxf5 61.Th6 f4 0-1
Foto’s gemaakt door Alina l’Ami.
De stelling in het laatste diagram van Van Wely-Giri heeft m.i. een aardig schaakcuriosa-gehalte. Het grote contrast tussen de totale leegte op de damevleugel en de enorme drukte op de koningsvleugel heb ik nog niet vaak gezien
Knap van Haast, maar hoe kan het dat iemand met bijna 2700 zo’n gat in z’n repertoire heeft? Dat Hou en Lagno tegen echt sterke tegenstanders eventueel met remise genoegen wilden nemen, dat is nog wel te begrijpen, maar als je tegen iemand met 300 egopunten minder speelt, dan is het een volstrekt idiote openingskeuze.
En tja, die Loek, die heeft eerst Carlsen in het toernooi laten komen en nu Giri. Misschien wordt dat nog een leuke finish tussen hen en Caruana.