“Ik neem alles terug en beweer het tegendeel”
De kop boven dit artikel is afgeleid van een uitspraak van Tabe Bas (zie foto, René Olthof). De letterlijke tekst was "Ich nehme alles zurück und behaupte das Gegenteil" en dat was de slotzin van een stuk uit de afsluitende bundel van het beroemde blad Schaakbulletin, Hartversterkende Schimpscheuten. De bekende schaakjournalist Johan Hut wees me erop dat Bas wekenlang iedereen had lastig gevallen met een verbetering op een partij Spassky-Hübner, maar hij werd door een briefschrijver gecorrigeerd. Net toen Lodewijk Prins hem in Het Parool alle lof toezwaaide voor zijn vermeende verbetering. Mooi was ook de voorlaatste zin van Bas: "Het is hard, schreef de logikus Frege aan Bertrand Russell, om een werk van tien jaar vernietigd te zien door uw brief van veertien regels die ik eergisteren ontving."
Enigzins beschaamd moet ik ook op mijn schreden terugkeren. In het laatste artikel dat ik schreef over het Science Park Amsterdam Chess Tournament analyseerde ik een partij van co-winnaar Roeland Pruijssers. Die verloor namelijk in de voorlaatste ronde van de Amerikaan Lenderman.
Dat ging in mijn ogen een beetje op een kinderachtige manier, maar dat bleek ik niet goed gezien te hebben. In de haast om snel na het toernooi dezelfde avond een verslag met analyses te kunnen plaatsen, keurde ik de opzet van Pruijssers af, zonder daarbij de database te raadplegen. Ik kreeg hierover een mail van Franck Steenbekkers en een zekere Jason wees mij daar ook op, zie zijn commentaar onderaan dit artikel . Het gaat om de stelling na 8 zetten:
Lenderman, Aleksandr – Pruijssers, Roeland
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 O-O 6. Le2 e5 7. O-O Pbd7 8. Le3
Hier schreef ik het volgende: 8… Te8? “Dit lijkt me een elementaire fout. [Als zwart zijn toren naar e8 wil spelen, dient hij eerst 8… exd4 in te lassen.] 9. d5 Ph5 10. g3 Lf8 Dat ziet er slecht uit al”. Einde citaat.
In de tijd dat ik het Konings-Indisch bestudeerde (zo’n 30 jaar geleden) werd mij gewezen op de ‘fout’ die zwart hier ‘maakte’. Maar de theorie is voortdurend in beweging en gestoeld op voortschrijdend inzicht. Omdat de zetten van Roeland ook gespeeld zijn door wereldtoppers als Radjabov en Bologan, moet er dus wat meer aan de hand zijn. Voor een goed begrip neem ik u even mee naar een verwante opening,namelijk de zogenaamde Benoniwall. In het Engels wordt die de Czech-Benoni genoemd. Die kan als volgt ontstaan:
1… c5 2. d5 e5 3. c4 d6 4. e4 Pf6 5. Pc3 Le7 6. Pf3 O-O 7. Le2 Pe8 8. O-O g6 9. Lh6 Pg7 10. Dd2 Pd7
Deze stellingen worden ook door sterke spelers gespeeld. Het idee is dat zwart op het juiste moment met de standaardactie … f7-f5 komt. Door een pion op c5 te zetten, heeft hij de witte standaardactie (c4-c5) uit de stelling gehaald. Op vorderingen te boeken op de damevleugel zal wit b2-b4 moeten gaan voorbereiden, ofwel moeten aansturen op f2-f4. Dat het allemaal niet zo eenvoudig is om voordeel te behalen, wijst te praktijk uit. Volledig levensvatbaar dus, dit systeem. De gedachte van Radjabov is dus om vanuit een Konings-Indiër over te gaan naar een soort Benoni-wall waarin hij echter afziet van de zet … c7-c5. De hergroepering is echter hetzelfde, hoewel hij daar wat tijd mee verliest. Het subtiele verschil zit hem erin dat wit de lelijke verzwakking g2-g3 gaat spelen, en juist de verzwakking van de witte velden, daar hoopt zwart gebruik van te maken. Ik vond een uitgebreide analyse van dit systeem in een partij Gelfand-Radjabov, Wijk aan Zee 2008, gemaakt door de Roemeense grootmeester Marin. Ik druk het commentaar bij de openingszetten even hieronder af:
Wijk aan Zee 2008.
Gelfand, Boris – Radjabov, Teimour
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Le2 O-O 6. Pf3 e5 7. O-O Pbd7 8. Le3 Te8!? Marin: "Een relatief zeldzame zet. Zwart lokt zijn tegenstander uit om het centrum dicht te schuiven, maar de theorie vindt dat de toren misplaatst staat na 9. d5 omdat zwarts tegenspel is gebaseerd op … f5." 9… Ph5 10. g3 Lf8
Marin: "Een paar jaar geleden, gaf een goede vriend van mij dit plan aan. In het Konings-Indisch heeft zwart vaak een gebrek aan ruimte voor zijn lichte stukken. Na het terugtrekken van de loper is zwart van plan een hergroepering zoals met … Ph5-g7, … Le7, … f5, … Tf8 en … Pf6 te gaan werken. Mijn vriend voegde eraan toe dat wit diverse tempi wint (vier, als ik goed geteld heb, hoewel dit een beetje overdreven is: met de loper op g7, wit moet een tempo spenderen aan g3, dat de tegelijkertijd ook de koningsstelling verzwakt) ten opzichte van de Benoniwall: 1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e5 4. Pc3 d6 5. e4 Le7, later gevolgd door … Pd7, … Pe8 of … Ph5, … g6, Pg7 enz. We beide namen deze buiten de modegevoelige opening in ons repertoire op en behaalde goede resultaten (elk van ons op zijn eigen niveau). We besloten het dan ook de "Roemeense Benoni" te noemen, omdat een paar decennia geleden Victor Ciocaltea en Florin Gheorghiu het systeem ook speelden. In elk geval pakte de ‘slechte’ versie van de Benoniwall in deze partij prima uit. 0-1
Dat verklaart een heleboel! Het moet me wel van het hart: het ziet er wel krom uit allemaal, maar het zal ongetwijfeld speelbaar zijn.
Wat is nu de conclusie van dit alles? Dat Roeland prima gespeeld heeft, maar pas in het verre middenspel ergens de fout in ging. Hij had moeten spelen zoals Bologan door 21… h5 te spelen.
In de viewer heb ik bovengenoemd overzicht en de genoemde partijen opgenomen (met dank aan de Chessbase-megadatabase) en mijn oorspronkelijke analyse van de partij Lenderman-Pruijssers, die bij deze dus in een geheel ander daglicht is komen te staan. Bij deze bied ik mijn excuses aan aan Roeland Pruijssers die binnen niet afzienbare tijd tot grootmeester benoemd zal worden.
Alle fragmenten en partijen via de viewer:
Al mijn verslagen over het toernooi in Amsterdam treft u hieronder aan:
De foto is gemaakt door René Olthof op het Max Euweplein in Amsterdam, naar ik meen tijdens een pleinfestival.
Beste Tom, René heeft het zelf al bevestigd, het is aangepast.