Schaakrubrieken 14 juli 2012
Vanwege de drukte rondom het NK Algemeen, het NK Vrouwen en SPAchess publiceren wij de krantenrubrieken van 14 juli enige dagen na de ingeplande wekelijkse woensdag. Veel leesplezier!
Woensdag worden de rubrieken van afgelopen zaterdag (21-7) geplaatst.
Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins | Max Pam |
Een ongewenste vreemdeling
Als ik aan Loek van Wely denk, denk ik aan Almelo. Het komt door het versje van Herman Finkers: „Een stoplicht springt op rood, een stoplicht springt op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” Net als in Almelo is er met Loek ook altijd wat aan de hand. Hij rijdt een dure auto total loss, hij springt uit een vliegtuigje met een parachute naar de plaats waar hij een simultaan moet geven, hij wint een Fries paard en verkoopt het dan niet, zoals een ander zou doen, maar zet het in de wei, en afgelopen maandag werd hij op het vliegveld van de Amerikaanse stad Newark in de boeien geslagen en het land uitgezet.
Loek had zich voorbereid op een lange Amerikaanse toernee, zoals hij vroeger ook vaak heeft gedaan. Atlantic City, New York, Saint Louis, Las Vegas, Los Angeles, dat was het reisschema.
Waarvoor komt u?, vroeg de immigratieambtenaar. Schaken, pokeren en wat lessen geven op een schaakkamp, zei Loek. Die lessen had hij beter niet kunnen noemen, want daarvoor is een werkvisum nodig, wat hij niet had. In zijn onschuld zei Loek ook nog dat hij dat vroeger wel vaker had gedaan, wat hem tot een serial offender maakte, een recidivist.
Hij werd meegenomen naar een kamertje waar hij acht uur moest wachten. Vervolgens werd hij geboeid naar een vertrekhal gebracht, waar hij nog meer dan vier uur moest wachten tot hij door de politie op een vlucht naar Londen werd gezet, waar hij vandaan was gekomen. „Het verbaasde me dat ze me niet naar Guantanamo Bay stuurden”, schreef hij op Facebook.
Wie het nog niet wist kan uit deze geschiedenis leren dat Van Wely liever in Amerika wilde spelen dan in het NK, dat morgen begint in het Amsterdamse Science Park. Er is zwaar bezuinigd op dat kampioenschap, waardoor er maar acht spelers zijn. Met Anish Giri, die in 2009 en 2011 al kampioen was, Ivan Sokolov, Jan Smeets en Erwin l’Ami is het toch nog sterker bezet dan te vrezen viel in deze zuinige tijd.
Tegelijk wordt er op dezelfde locatie een internationaal toernooi gespeeld, het ACP Golden Classic. Het heeft een wat nostalgisch karakter doordat een bijna vergeten gebruik uit de vorige eeuw voor deze ene keer gereanimeerd is: lange partijen kunnen worden afgebroken.
De sterkste speler in dat toernooi is Vasili Ivantsjoek, voor wie ook geldt dat er met hem altijd iets te doen is, al is het op een andere manier dan bij Van Wely. De partij hieronder is uit het WK rapidschaak dat een week geleden werd gespeeld in Astana, de hoofdstad van Kazachstan. De videobeelden van Ivantsjoek toen hij de winst rook, zijn spectaculair.
Sergei Karjakin werd wereldkampioen rapidschaak en Alexander Grisjtsjoek wereldkampioen blitz, partijtjes met vijf minuten bedenktijd. En Magnus Carlsen, die wint toch bijna alles wat hij speelt, was die niet in Astana? Hij was er wel, maar moest deze keer anderen voor laten gaan.
Magnus Carlsen-Vasili Ivantsjoek, WK rapid 2012. 15 minuten bedenktijd + 10 seconden per zet.
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Pf3 Pe4 5. Dc2 f5 6. g3 b6 7. Lg2 Lb7 8. Pd2 Lxc3 9. bxc3 Pd6 10. d5 Pa6 Een nieuwe en logische zet. Een paar keer is hier 10…c5 gespeeld. 11. 0-0 0-0 12. La3 Misschien was meteen 12. e4 nauwkeuriger. 12…Df6 13. e4 f4 14. Tab1 Tae8 15. Dd3 e5 16. Pb3 Pb8 17. Lxd6 Het lijkt een beetje vreemd om deze loper te geven, maar het is het begin van een actie die er op gericht is zwarts Pb8 gevangen te zetten. 17…Dxd6 18. c5 Df6 19. c4 d6 20. c6 Lc8 21. c5 Anders speelt zwart 21…Pa6 om daarna onbezorgd zijn initiatief op de koningsvleugel uit te bouwen. Maar wit neemt wel een groot risico; hij geeft een kwaliteit en een pion. 21…f3 22. Lh1 La6 23. De3 Lxf1 24. Txf1 bxc5 25. Pd2 Als wit met 25. Dd3 zwarts paard van a6 weghoudt, speelt zwart 25…g5 26. Pd2 g4, waarna wits loper ingemetseld blijft. 25…Pa6 26. Da3 Pb4 27. Db3 Tb8 28. Dc4 Niet meteen 28. a3 wegens 28…Pxc6. 28…Dg5 29. Pxf3 Txf3 30. Lxf3 Dd2 Wit heeft het geofferde materiaal teruggekregen, maar zijn strategie is mislukt. Hij wilde zwarts paard beteugelen, maar dat is juist zeer actief geworden. 31. a3 Pd3 32. Lg4 Tf8 33. f3 Na deze vrijwel gedwongen verzwakkende zet is wits koningsvleugel onverdedigbaar. 33…g6 Meteen 33…Tb8 was al zeer sterk geweest, maar hij werkt eerst aan de veiligheid van zijn eigen koning. 34. Db5 c4 Deze vrijpion wordt een zware troef. Wit kam hem niet elimineren, want na 35. Dxc4 beslist 35…Tb8. 35. Db7 Da5 Overbodige voorzichtigheid. Direct winnend was 35…c3 36. Dxc7 Pe1 37. Tf2 c2 38. Txd2 c1D, maar dat is een moeilijke variant om in tijdnood te berekenen. 36. Kg2 Kg7 37. h4 h5 38. Le6 Kh6 39. Kh3 Met 39. Td1 kon wit nog wat tegenstand bieden, maar niet lang meer. 39…Dd2 40. Dxc7 De2 41. De7 Dxf1+ 42. Kh2 Df2+ 43. Kh3
43…Pf4+ Er waren natuurlijk andere manieren om te winnen, maar dit is de snelste weg naar mat. 44. gxf4 Dxf3+ Wit gaf op.
Bobby Fisher is nog altijd de ‘snelste’
De beste snelschaker aller tijden? Geen twijfel mogelijk dat was Bobby Fischer. Zijn tijdgenoten spraken met ontzag over zijn razendsnelle, altijd nauwkeurige spel. De Canadese grootmeester Biyiasas zei na zeventien nederlagen op rij dat het niet interessant was vluggertjes te spelen tegen Fscher: "Het lukte me geen enke1e keer een speelbáre stelling te krijgen. Ik kan me niet herinneren dat ik één keer een eindspel bereikte."
Je zou Fischer de eerste officieuze wereldkampioen snelschaak kunnen noemen.In 1970, kort na de befaamde wedstrijd tussen de Sovjet Unie en de Rest van de wereld in Belgrado won hij een dubbelrondige vluggertjestwaalfkamp in het Montenegrijnse Herceg Novi voor onder anderen Tal, Petrosian, Kortsjnoi Smyslov en Bronstein.
Fischer scoorde 19 punten uit 22 partijen: 7 overwinningen, vier remises en een nederlaag (tegen Kortsjnoi) Het commentaarvan Michail Tal: "Terwijl de anderen een doos vol stukken wegblunderden, gaf Fischerin het hele toernooi geen pion weg. Zeer indrukwekkend."
Tegenwoordig wordt officieel om het WK snelschaak gespeeld. In het afgelopen weekeinde was Astana, de hoofdstad van Kazachstan, gastheer van twee indrukwekkend bezette WK-toernooien rapid en blitz. In de rapidpartijen kregen de deelnemers 15 minuten bedenktijd plus 10 seconden per gespeelde zet, in het blitztoernooi 3 minuten plus 2 seconden per zet.
De favoriet voor beide wereldtitels was Magnus Carlsen. Tijdens de eerste twee dagen van het rapidtoernooi voldeed Carlsen aan de verwachtingen. Met een superscore van 8,5 uit 10 had hij een voorsprong van anderhalf punt op de rest van het veld. Maar op de slotdag ging het mis. Carlsen verloor van Ivantsjoek en Grisjoek en werd overvleugeld door Sergey Karjakin die eindigde met een serie Ýan 4,5 uit 5. In het blitztoernooi volgde Carlsen de omgekeerde weg. Hij begon opvallend matig, maar finishte geweldig met een serie van 8 uit 8. Zijn eindscore van 19,5 uit 30 was net niet voldoende voor de titel. Alexander Grisjoek bleef hem een half punt voor. Ter herinnering aan de grooste snelschaker uit de geschiedenis geef ik een van Fischers zeventien winstpartijen uit het eerste officieuze WK toernooi:
Fischer – Matulovic
Herceg Novi blitz 1970
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 f5
Matulovic merkte snel dat het onmogelijk was Fischer op onbekend terrein te lokken.
4.Pc3 fxe4 5.Pxe4 d5 6.Pxe5 dxe4 7.Pxc6 Dg5 8.De2 Pf6 9.f4 Dxf4 10.d4 Dh4+ 11.g3 Dh3 12. Lg5 a6 13.La4 Ld7 14.Lxf6 gxf6 15.Dxe4+ Kf7 16.Pe5+ fxe5 17.Tf1+ Ke7 18.Lxd7 Kxd7 19.Tf7+ Ke8?
Tot dit moment heeft zwart zich optimaal verdedigd maar hier grijpt hij mis. Na 19.Le7 20. 0-0-O De6 heeft wit amper voldoende compensatie voor het geofferde stuk.
20. Txc7 Ld6 21.Txb7 Tc8 22. 0-0-0 Dxh2?
Hierna is zwart kansloos. Met 22…Tf8 23. dxe5 Le7 kon hij voorlopig op de been blijven.
23. dxe5 Le7
24.Txe7+! Kxe7 25.Db7+ Ke6 26. Dd7+ Kxe5 27.Dd5+
Iets sneller loopt het mat na 27.Td5+ Ke4 28.Df5+ Ke3 29.Df4+ Ke2 30.Te5.
27… Kf6 28.Tf1+ Kg6 29.Df5+ Kh6 30.De6+ Kh5 31.Tf5+ Kg4 32.Tf4+ Kxg3 33.Dg4
Mat.
Uit Astana komt de volgende partij tussen de twee wereldkampioenen in het snelle spel.
Karjakin-Grisjoek
Astana rapid 2012
1.e4 c6 2.d4d5 3.e5Lf5 4.Pf3 e6 5.Le2 Pe7 6.0-0 h6 7.Pdd2 Pd7 8.Pb3 Lg6 9.a4 Pf5 10.a5 Tc8 11.c4 Le7 12.cxd5 cxd5 13.Ld3 0-0 14.g4 Ph4 15.Pxh4 Lxd3 16.Dxd3 Lxh4 17.Ld2 f5 18.h3 De7 19.f4 a6 20.Kh2 Df7 21.Tf3
Op den duur zal zwart een invasie langs de g-lijn niet kunnen tegenhouden. Zijn tegenspel langs de c-lijn heeft geen kracht.
21…Tc4 22.Tg1 Tfc8 23.Lc3 Kh8 24.Pd2 T4c6 25.Pf1 g6 26.Pe3 Pf8 27.Pg2 Le7 28.Tg3 b5 29.axb6 ep Txb6 30.gxf5
Na zorgvuldige voorbereiding is het moment gekomen. Zwart mag niet met de dame nemen: 30…Dxf5? 31.Dxf5 gxf5 (of 31…exf5 32.Pe3) 32.Ph4! en wint.
30…exf5 31.Pe3 Tb5
32.Pxf5 gxf5 33.Dxf5!
Zwart geeft op.
Haarlem
Het ROC NOVA College-toernooi te Haarlem werd gewonnen door drie grootmeesters maar bij de prijsuitreiking keken de spelers vreemd op bij de prijsverdeling. Erwin l’Ami vond 1200 euro in zijn envelopje, Stewart Haslinger (Eng) 700 en Robin van Kampen 500. Ze hadden toch alledrie 5/6 gehaald en in de slotronde was de partij Van Kampen-l’Ami in acht zetten remise gegeven om de gedeelde eerste plaats veilig te stellen? Het is gebruikelijk om bij gelijk eindigen via een bepaald tellingsysteem een winnaar aan te wijzen voor de annalen en de beker maar het prijzengeld wordt bijna altijd gelijkelijk verdeeld. Het is te begrijpen dat organisaties en publiek liever geen snelle remises zien in cruciale partijen maar daar zijn andere oplossingen voor. Het verschil voor eenzelfde prestatie was nu te groot.
Bij het gehanteerde Median Buchholz-systeem worden alle punten van de tegenstanders opgeteld met weglating van de beste en de slechtste tegenstander. ‘De beste’ zijn de betrokkenen meestal zelf in de slotronde en ‘de slechtste’ is vaak de speler uit ronde 1, dus bepalen de respectievelijke tegenstanders uit de tussenliggende ronden wie er kampioen wordt en hoe de prijzen worden verdeeld. Dat houdt dus in dat alles wordt bepaald door uitslagen ergens in de middenmoot van het gehele spelersveld. Dat voelt heel erg random aan en dat zou een organisatie niet moeten willen. De spelers hadden er gedurende het toernooi in ieder geval geen weet van maar dat mag natuurlijk ook weer niet als excuus worden gebruikt want het stond wel in de kleine lettertjes van het toernooireglement. Een puntje van kritiek in een verder spannend en goed verlopen toernooi.
U. Andersson – N. Zwirs, tweede ronde.
Ulf Andersson was een echte topper van 1975-1995 maar ergens sloeg toen de angst om te verliezen toe en sindsdien speelt hij niet meer op het hoogste niveau. Omdat we samen in het Europees jeugdkampioenschap 1969 speelden, volg ik zijn partijen nog steeds met plezier. Hier offert Ulf een ‘Russische kwaliteit’, dat is een kwaliteitsoffer waar je niet direct meer materiaal voor terug krijgt, alleen maar positievoordeel.
18.Txc6! bxc6 19.Pe5 Pd5 20.Pxg6 fxg6
Ulf in zijn element. Hij kan zwaktes aanvallen en loopt zelf geen enkel gevaar. Geniet van de rust in zijn spel.
21.Tc1 Dd7 22.Le4 Kh7 23.Pf3 Ta-b8 24.Tc4 Pe7 25.Dc2 Tb6 26.Lc3 Ta8 27.Tc5 Ta-b8 28.Pd2 Tb5 29.Tc4 e5 30.a4 exd4 31.Lxd4 Tb4 32.Lc5 Txc4 33.Pxc4 Td8 34.Kg2 Pf5 35.h3 Ta8 36.La3 De6 37.Lf3 Lf6 38.Lc1 h5 39.Ld2 g4?!
zwart ziet dat a5 verloren gaat en wil toch iets doen. Pas na twintig zetten verzilvert wit zijn offer.
40.hxg4 hxg4 41.Lxg4 Ph4+ 42.Kh3 Pf5 43.Kh2 Kg7 44.Lf3 Pd6 45.Pxd6 Dxd6 46.Lxc6 Th8+ 47.Kg2 De5 48.Lf3 Tb8 49.Dc4 Td8 50.Le1 Tb8 51.Ld5 Td8 52.e4 Td7 53.Lxa5 Kh8 54.Dc6 Te7 55.Lb4 Tg7 56.a5 Db2 57.Lc5 Ld4 58.Lxd4 Dxd4 59.a6 Kh7 60.b4 Db6 61.Dxb6 cxb6 62.Lb7 Tf7 63.a7
en zwart gaf op. Hij heeft aan den lijve mogen voelen hoe het is om kansloos te zijn.
Een van de meest enerverende partijen was de volgende:
R. van Kampen – C. Van Oosterom, vierde ronde.
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Le3 e6 7.g4 e5 8.Pf5 h5
De Pereni-variant in de Siciliaanse verdediging, leidt altijd tot attractief spel.
9.g5 Pxe4 10.Pxg7+ Lxg7 11.Pxe4 d5 12.Pg3 d4 13.Ld2 Dd5 14.c4 Dc6 15.Ld3 h4!?
In deze stelling lijkt 15…Lg4 16.Dc2 Lf3 17.Le4 Lxe4 18.Dxe4 Dxe4 19.Pxe4 Pc6 de rustige voortzetting, met kansen voor beide partijen. De tekstzet houdt een dameoffer in dat goed aanvoelt. Knap om dat achter het bord te bedenken en te durven.
16.Le4 hxg3 17.Lxc6+ Pxc6 18.fxg3 e4
Wit kan nu op zijn materiaal gaan zitten met 19.Lf4 maar zwart heeft dan mooi centraal spel. Dus geeft wit een stuk voor die krachtige centrumpionnen, wellicht niet het beste maar wel te begrijpen.
19.De2 e3 20.Lxe3 dxe3 21.Dxe3 Le6 22.0-0-0 0-0
Met drie stukken voor de dame en mooie open lijnen heeft zwart het maximale met zijn speculatieve dameoffer bereikt.
23.b3 a5 24.a4 Pb4 25.Th-f1 b5!
Zwart speelt in de geest van de stelling: de lijnen moeten open voor het loperpaar.
26.Tf6 Tf-e8 27.Df3 bxc4 28.Txe6 fxe6 29.Td7 Tf8 30.De2 Pd3+ 31.Txd3!?
Wit wikkelt af naar remise, hij schatte terecht in dat er toch niet meer inzit, alle zwarte stukken zijn actief.
31…cxd3 32.Dxe6+ Kh8 33.Dh3+ Kg8 34.De6+ en remise. Erwin l’Ami speelde zijn eigen spel, langzaam maar heel trefzeker werden de meeste tegenstanders van het bord gedrukt, alleen de medewinnaars kregen snel remise. Morgen spelen l’Ami en Van Kampen de eerste ronde van het NK op het Science Park van de Universiteit van Amsterdam.
Slotstand aan kop Haarlem 2012, 6 ronden, 66 dln.
1. l’Ami, Haslinger, Van Kampen 5
4.Van Oosterom, Jonkman, Castaneda 4,5
7. Andersson, De Jong, Klein, Kleijn, Alina l’Ami, Balje, Willemze, Zwirs, De Roode, Brink 4
Tijdens een geanimeerde bijeenkomst in de A.D. de Grootzaal van het CITO presenteerde Willy Hendriks zijn zeer interessante boek Move First Think Later. Waarom daar? O.a. omdat de Groot niet alleen de grondlegger is van de CITOtoets maar bij schakers vooral bekend is vanwege zijn proefschrift Het denken van de schaker. Ook Hendriks legde de aanwezigen een “ de Groot test “ voor: een stelling op het bord, 1 minuut kijken. Ook nu bleek het verschil tussen topschaker en amateur, bv bij de vraag: Naar hoeveel velden kan de witte koning? Hendriks bouwt ook voort op het thema van de Groot en in het zgn Swaab tijdperk kan het niet anders of het onderbewuste krijgt een belangrijke plaats bij het schaken en dat moet ook wel gezien de stelling: Schaken is te moeilijke problemen oplossen in te weinig tijd! Het boek is prettig geschreven en leest als een trein. We verraden uiteraard niet wat er in het hoofdstuk Conclusies staat maar wel dat het boek een provocerende maar goed onderbouwde aanval is op de klassieke schaakinstructie. Dus niet alleen van belang voor iedere schaker die vooruit wil maar vooral ook voor al die goedwillende instructeurs die jeugd en ouderen daarbij willen begeleiden. Van New In Chess (www.newinchess.com,isbn 978-90-569-1398-4) Nogmaals : een uniek boek dat de nodige aandacht zal trekken.
A.D. de Groot was kort na Wereldoorlog II niet alleen een wereldvermaard geleerde maar natuurlijk zeker ook geen slechte schaker en hij zal ongetwijfeld met veel genoegen hebben teruggedacht aan zijn overwinning op de Belgische grootmeester O’Kelly de Galway , goed, het was niet diens beste partij maar de Groot straft het toch maar af. Het was een Spaanse partij ( Berliner en dan bedoelen we niet de bekende bol van Kennedy) De Groot- O’Kelly:
1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. 0-0 Lc5 Dit geeft wit de gelegenheid tot een schijnoffer: 5. Pxe5 Pxe5 6.d4 c6 7.dxe5 Pxe4 8. Ld3 d5 9. Df3 Dh4
O’Kelly trekt gelijk ten aanval maar het slaat niet door en paard en loper offeren tegen toren en pion doe je niet zo gauw.
10. g3 Pg5 11. Dd1 Ph3+ 12. Kg2 De7 13. f4 riskant,nu staat de koning wel erg kwetsbaar h5 14. Pc3 g5 15.f5 g4 16. De2 Ld7 17. Pa4 Lb6 18. b4 0-0-0 Mede gezien het vervolg niet zo’n gelukkige gedachte want nu kan wit met 19. Pxb6+ ook aan aanvallen beginnen.
19..axb 20.a4 The8 21. a5 bxa 22. Lb2 d4 wil iets gaan doen op de diagonaal a8-h1. 23. Txa5 Dxb4?? Deze pionwinst heeft natuurlijk catastrofale gevolgen: 24. Ta8+ Kc7 25. La3! Uiteraard, de dame heeft geen velden anders loopt het mat 25.. c5 hoopt zo wat materiaal terug te krijgen 26. Lxb4 Txa8 27. e6 een beslissend tussenzetje Lc6+ 28. Le4 cxb 29. Lxc6 bxc6 30. De5+ en O’Kelly gaf op .Na 30..Kb7 31.exf7 heeft hij wel paard+ toren voor de dame maar de stelling is hopeloos. Probleem 2381 ( uit 1920! ) is een tweezet van A.C.White, niet zo moeilijk maar wel leuk.
Tenslotte nog een oplossing: Probleem 2379 : 1. Kb8.
Het geluk van de gewone schaker
Profschakers houden van schaken, anders houden ze het niet vol. Je moet in de tophonderd van de wereld staan om een goed inkomen te verwerven. Sta je daaronder, dan kun je als intelligente schaker met een ‘normaal’ beroep meer verdienen. Toch zijn er vele honderden profschakers, omdat het zo leuk is. Als ze een toernooi spelen, staat het resultaat wel voorop. Er moet brood op de plank komen. Voor amateurs is dat anders. Voor hen kan een toernooi ondanks een slecht resultaat geslaagd zijn als ze de ‘partij van hun leven’ hebben gespeeld. Vorig weekend bij het jaarlijkse weekendtoernooi van Het Witte Paard in het Nova Collega in Haarlem overkwam dat Collin Boelhouwer. Een dertiger, wonend in Haarlem maar in de KNSB-competitie spelend voor zijn oude club Souburg in Zeeland. In de derde klasse scoorde hij dit seizoen slechts twee uit zeven. Maar vorige week zaterdag in Haarlem versloeg hij opeens een grootmeester, iets wat hem waarschijnlijk nooit in zijn leven meer zal overkomen.
Boelhouwer-Van den Doel
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pd2 dxe4 4.Pxe4 Pd7 5.Pf3 Pgf6 6.Pg3 e6 7.Ld3 c5 8.c3 Le7 9.0-0 0-0 10.De2 b6 11.Te1 Lb7 12.Pg5
Wit dreigt nogal opzichtig 13.Pxe6 fxe6 14.Dxe6+ en wit wint op e7 zijn stuk terug en heeft dus twee pionnen gewonnen, want 14…Tf7 faalt op 15.Lc4 Df8 16.Dxe7. Zwart kan een val zetten met 12…Dc7, waarna 13.Pxe6 fxe6 14.Dxe6+ Kh8 15.Dxe7 faalt op 15…Tae8. Wat Van den Doel doet, is ongelofelijk.
12…Te8
In de Caro-Kann zijn na Pg5 de offermogelijkheden op e6 en f7 legio, daar moet je altijd naar kijken. Van den Doel weet dat uiteraard ook, hier is dus sprake van een pijnlijke slordigheid.
13.Pxf7 Kxf7 14.Dxe6+ Kf8 15.Lc4
Hoe kan zwart nu het mat op f7 nog dekken? Alleen door een stuk terug te geven.
15…Ld5 16.Lxd5 Pxd5 17.Dxd5 Pf6 18.Dxd8 Taxd8 19.Pf5
Hierna werd er veel geruild en had Boelhouwer aan twee pionnen voorsprong ruimschoots genoeg om de partij eenvoudig te winnen, zelfs tegen een grootmeester.
Pascal Losekoot, ook een dertiger, is ook geen profschaker maar ook geen amateur. Hij zit ertussenin, hij verdient zijn brood met ‘trainingen, cursussen en begeleiding van groepen of individuen’, zoals hij het zelf omschrijft. Dit seizoen werd hij voor de achtste keer kampioen van de Baarnse Schaakvereniging en tevens voor de eerste keer van het Hilversums Schaakgenootschap. Vanuit Haarlem ging hij naar huis met de bescheiden score van twee en een half uit zes, maar wel een partij die hij op de website van Baarn omschreef als ‘een van mijn mooiere partijen van de afgelopen tijd, hierbij in alle bescheidenheid de Supernovapartij genoemd’.
Losekoot-Hoekstra
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 Pf6 4.e5 Pfd7 5.c3 c5 6.Ld3 Pc6 7.Pgf3 Le7 8.0-0 a5 9.Te1 cxd4 10.cxd4 Pb6 11.a3 Ld7 12.b3
Zwart moet het hebben van de damevleugel, maar na het door Losekoot geplande Lb2, De2 en Tc1 is wit daar de baas. Zwart had beter niet op d4 kunnen ruilen.
12…Pa7 13.De2 0-0 14.Pf1 a4 15.b4
Nu kan zwart activiteiten op de damevleugel definitief vergeten, maar het was al mis.
15…Tc8 16.g3 De8 17.Pg5 Lxg5
De kritieke variant was 17…Txc1 18.Lxh7+ Kh8 19.Dh5 Lxg5 20.Dxg5 Kxh7 21.Texc1, waarna zwart twee stukken voor de toren heeft, maar zijn stukken staan ongelukkig.
18.Lxg5 Lb5
Het volgende offer is klassiek in het Frans, maar vooral als er een paard op g5 kan komen. Dat is hier niet het geval.
19.Lxh7+ Kxh7 20.Dh5+ Kg8 21.Lf6
Laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Dat zwart op a7 een paard extra heeft is totaal irrelevant.
21…Ld3 22.Pe3 Lg6 23.Dh4 gxf6 24.exf6 Pd7 25.Pg4
Beslissend. De ongelukkige positie van de dame op e8 nekt hem en op d8 blijkt zij niet beter te staan.
25…Dd8 26.Ph6+ Kh7 27.Pxf7+ Kg8
Bedoeling: 28.Pxd8 Tcxd8 en zwart heeft drie stukken voor de dame. Ook dan is hij reddeloos verloren, maar Losekoot maakt het eenvoudiger uit.
28.Dh8+ Kxf7 29.Dg7+ Ke8 30.Txe6+
Zwart geeft het op.
Het Novatoernooi werd gewonnen door Erwin l’Ami, met evenveel punten als Stewart Haslinger en Robin van Kampen. Tegen de gewoonte in wordt de eerste prijs in Haarlem echter niet gedeeld.
Voor beginners A5838 Zwart heeft maar 1 winnende zet. Welke?
|
Voor gevorderden B5838 Zwart aan zet wint. Hoe?
|
In Amsterdam begint morgen het Nederlands schaakkampioenschap voor dames en heren. Vier vrouwen spelen een dubbele vierkamp, de mannen spelen een achtkamp. Gelijktijdig is er een internationaal grootmeestertoernooi, de ACP Golden Classic. Ook is er het SPAchess Open, waarvoor iedereen zich mag aanmelden.
In het hoofdtoernooi spelen acht grootmeesters: Giri, Sokolov, Smeets, l’Ami, Reinderman, Van Kampen, Ernst en Swinkels. Gevestigde namen als Van Wely, Tiviakov, Stellwagen en Timman worden helaas gemist.
De verwachting is dat titelhouder Anish Giri het kampioenschap gaat winnen. Maar de andere grootmeesters zullen het hem moeilijk gaan maken, al zullen deze ook kansen hebben voor het kampioenschap. Bekend is dat Giri een moeilijke periode achter de rug heeft met wat mindere resultaten.
Dat er in een Nederlands kampioenschap vreemde dingen gebeuren, bewijst het volgende verhaal. In 1980 werd er in Leeuwarden gespeeld. Bruno Carlier die onderaan stond met minimaal aantal punten moest tegen de kampioen Jan Timman aantreden. Er ontstond de stelling van het diagram.
Zwart, Timman, had met 27. …Pg6 het schaak door de dame op h6 opgeheven en dreigt nu mat door 28. …Df2+ 29. Kh1 De1+ enz. Met deze dreiging wist Carlier geen raad. Zijn aandacht richtte zich volledig op het bestrijden van de matdreiging. Hij speelde de blunder 28. h3??
Het bijzondere was dat de hele zaal zag hoe wit in één zet zwart het ontzettend moeilijk kon maken, behalve de man die deze zet moest uitvoeren. Met 28. Ld5+! kan kampioen Timman het opgeven. Op 28 ….Kxd5 verliest hij na 29. Tb5+ zijn dame, Na 28. …Dxd5 volgt zelfs mat: 29. Dxg6+ Ke5 30. Te7+ Le6 31. Dg5 mat en op 28. ….Ke5 wordt voor Carlier een winnend eindspel verkregen: 29. Dg7+ Df6 (29. …Kxd5 30. Tb5+) 30. Df6+ Kxf6.
Na de blunder van Bruno Carlier speelde Timman de partij naar winst. 28. …e2 29, Dd2 De5 (Nu dreigt er 30. De3+ 31. Dxe3 dxe3 en de voorste e-pion promoveert. Na 30. De1 beslist 30. …De3+ 31. Kh1 h4! 32. hxg4 hxg3 en 33. …Df2! ) 30. Kf2 h4 31. gxh4 Df6+ Wit geeft het op. Er komt 32. …Dxh4 na 32. Kg1 en de promotie van de e-pion is niet tegen te houden.
Bruno Carlier eindigde het toernooi met 1,5 punt op de laatste plaats, maar liefst 3,5 punt achter de nummer 13. De getoonde blunder zal zeker een belangrijke veroorzaker zijn geweest van deze slechte score. Dit drama en de gedachte dat van een kampioen had gewonnen kunnen worden, zal in de volgende partijen het hoofd van Carlier hebben bezig gehouden.
Het is de vraag of in dit toernooi de laagst geplaatste grootmeester Swinkels ook zal blunderen tegen koploper Giri.
Correctie, In tweezet 857 van vorige week van E. Petite ontbreekt een zwarte pion.
In de zaterdagrubriek van 14 juli wordt ingegaan op het toenooi in Kazachstan. Er worden drie partijen besproken, en wel de ontmoetingen Ismagambetov-Karjakin, Tkakchiev-Topalov en de partij Grisjoek-Topalov. Topalov won deze laatste partij na zijn 20e zet.