Schaaksitemedewerker wint OKU
Kees Schrijvers – Laurens Winkelhagen 1. d4 f5 2. Pf3 c6 3. c4 d6 4. Pc3 Dc7 5. d5 Pf6 6. Lg5 g6 7. Lxf6 exf6 8. e4 Lh6 9. Le2 O-O 10. exf5 Lxf5 11. Pd4 Ld7 12. O-O Te8 13. Lf3 c5 14. Pe6 Lxe6 15. dxe6 Txe6 16. Ld5 1-0
Hehe, nee, deze schaaksitemedewerker bedoel ik niet, maar Kees won hiermee wel de prijs voor de snelste winstpartij in ronde 5 van groep B. Dit is een van de manieren waarop het open kampioenschap van Utrecht zich onderscheidt van andere weekendtoernooien: zelfs als je na vijf ronden nog geen punt hebt gescoord, dan kun je nog een prijs winnen (een schaakboek, paraplu of fles wijn dit jaar) door een snelle winstpartij. En ook al is het maar iets kleins, mensen vinden prijzen winnen leuk (met uitzondering van de grootmeester die na een mislukt toernooi 10 euro mag ophalen voor de gedeelde twaalfde plek natuurlijk). Een ander iets ter lering voor toernooiorganisaties is de extra prijs (naast het geld) voor de winnaar: niet een grote beker (die een aantal uren later door een argeloze zwerver in een prullenbak op het centraal station gevonden wordt) maar een pen met inscriptie. Maar de OKU-organisatie kan ook weer wat leren van andere toernooiorganisaties: de ochtendrondes begonnen zaterdag en zondag namelijk om kwart over negen. Heus, kwart voor tien beginnen, het kan! Hopelijk is dit punt volgend jaar verbeterd.
Maar goed, het toernooi. In de eerste drie ronden gebeurde er weinig opmerkelijks, ik won zelf redelijk soepel tegen Maarten-Jan Oosterman (2023), Robert Beekman (2207) en FM Mark Smits (2134). De zaterdagavondronde bracht remises aan de vier topborden (ik weigerde het remiseaanbod van Lalic na 11 zetten, maar na 22 zetten zag ik geen winstkansen en bood ik het zelf maar aan) zodat de zondag begon met zes koplopers: Lalic, Andersson, Ducarmon, Van Eijk, Klein en mijzelf. De eerste vier speelden onderling remise, zodat ik ongedeeld koploper werd door met wit David Klein te verslaan:
Hier ging David "All in" maar dat in poker doen met een 8 en een 7 is kansrijker dan dit. 17… g4 18. Pc7 g3 19. Pxa8 Ph5 Het zwarte plan is nu Pc6 (om de c-lijn te blokkeren) en Dh4, waarna wit moet oppassen. Met mijn volgende zet voorkom ik het, en als zwart iets als Kh8 doet kan ik met Tfd1 ruimte voor mijn koning maken. 20. Db3 Lh3 Als je toch aan het gokken bent… 21. gxh3 gxf2+ 22. Kh1 Pg3+ 23. hxg3 Txg3 23… fxg3 24. Kg2 levert ook niets op. 24. Pxf2
Het netto resultaat is dat zwart een toren en een stuk achterstaat. Wit moet nog 1 valstrik vermijden. 24… Pg6 25. Dxb7 Dh4 26. Dc8+ 26. Kh2?? Txh3+ 27. Pxh3 Dg3+ met eeuwig schaak is waar zwart op hoopte. 26… Lf8 27. De6+ Kh8 28. Tc8 Kg7 29. Pc7 1-0
Maar soms levert gokken met Lh3 wel iets op, zo bleek in de laatste ronde. De partij Peter Lombaers – Lars Ootes kreeg de spektakelprijs, vooral dankzij de witspeler:
21… Lh3
De witspeler dacht nu na over twee mogelijkheden. Hij kan het stukoffer aannemen en vervolgens een toren terugofferen, en zag dat hij dan compensatie voor de kwaliteit had. Misschien had hij 22. gxh3 Ph4 23. Tf2 gxf2 24. Lxf2 Pg6 25. bxa7 gekozen als hij gerealiseerd had dat wit dan groot voordeel heeft. Hij wilde echter gaan voor de roem en eer van de winnende wandelkoning, en inderdaad, in de analyse werden een groot aantal boeiende varianten gevonden waarin wit (soms zelfs met een koning op g6!) won.
22. bxc7 Lxg2+ 23. Kxg2 Ph4+ 24. Kh3 Dd7+ 25. Kxh4
Helaas voor de witspeler vond Lars een manier om de witte koning mat te zetten. Vindt u ‘m ook?
Ook spectaculair en schoon was de partij Tom Wiley – Niels Hendrikx uit de vijfde, en deze kreeg de schoonheidsprijs.
Wit kan hier iets als 24.a4 spelen, maar ook een pion meepikken. Wat is wijsheid?
Maar goed, terug naar de toernooisituatie. De indeling voor de laatste ronde:
Andersson (4) – Reinderman (4.5)
Ducarmon (4) – Haslinger (4)
Lalic (4) – Van Eijk (4)
Van Dongen (4) – Mulder (3.5)
Niet de indeling waarop ik gehoopt had. Ik besloot niet alles te gokken en nam het remiseaanbod na acht zetten van Ulf aan. Cor van Dongen kreeg wel een ‘droomindeling’ en profiteerde door Bart-Piet Mulder overtuigend te verslaan. Ook Bodgan Lalic kwam op vijf punten door in een technische partij te winnen van Sander van Eijk. De vierde medewinnaar werd Quinten Ducarmon (16 of 17 jaar, afhankelijk of ie al jarig is geweest dit jaar) die eerder twee grootmeesters op remise had gehouden en in de laatste ronde er eentje versloeg.
1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 e5 4. Pf3 Pbd7 5. Lc4 Le7 6. O-O O-O 7. a4 c6 8. La2 b6 9. De2 a6 10. Td1 Dc7 11. h3 Tb8 12. Ph4 exd4 13. Txd4 Te8 14. Pf5 Lf8 15. Lf4 Pe5 16. Lg5
16…Pg6? 16… Lxf5 17. exf5 d5 = 17. Ph6+ gxh6 18. Lxf6 Le6 19. Df3 Lxa2 20. Txa2 Te6 21. Ta1 Tbe8 22. Tdd1 b5 23. axb5 axb5 24. b4 Db8 25. h4
25…Txf6? 26. Dxf6 Lg7 27. Df3 Pxh4 28. Dg3 Pg6 29. Ta3 Le5 30. Df3 Dc8 31. Pe2 c5 32. Ta7 Tf8 33. Pg3 Lxg3 34. Dxg3 cxb4 35. Td2 Dc5 36. Td7 Dc6 37. T7xd6 Dxe4 38. De3 Dc4 39. Td8 Dh4 40. Txf8+ Kxf8 41. Dc5+ Kg8 42. g3 De4 43. Td8+ Kg7 44. Dd4+ De5 45. f4 Dxd4+ 46. Txd4 h5 1-0
Maar ik had de meeste weerstandspunten, dus de titel (en dus de pen) was voor mij.
Eindstand:
1 GM Dimitri Reinderman 5
2 FM Quinten Ducarmon 5
3 GM Bogdan Lalic 5
4 Cor van Dongen 5
5 GM Ulf Andersson 4½
6 David Klein 4½
7 FM Vincent Diepeveen 4½
8 Stefan Bekker 4½
Partijen, foto’s, verslagen, standen etc. op www.paulkeres.nl/oku2011/