Dimitri Reinderman wacht nieuwe beproeving in Wijk
AMSTERDAM * Profschakers in de subtop lopen spitsroeden. Steeds weer moeten ze zich bewijzen om het hoofd boven water te kunnen houden. Dimitri Reinderman, internationaal grootmeester en steunpilaar van het in de meesterklasse uitkomende Schrijvers Rotterdam, is een van hen. Voor het Corustoernooi, een van de allersterkste schaakevenementen ter wereld, is zijn adrenalineproductie groter dan ooit. Een nieuwe beproeving.
In de woonkamer van zijn Amsterdamse etagewoning bereidt hij zich voor. Stukken slingeren over de tafel. Stapels schaakboeken – vooral over openingen – liggen overal. Het beeldscherm van zijn computer spuwt 24 uur per dag partijen en varianten uit. Tegenstanders worden op die manier geanalyseerd en tot op het bot afgekloven. De eeuwige jacht op ratingpunten, bepalend voor status en startgelden, vraagt concentratie en energie.
Tot begin 2007 was hij parttime werkzaam bij een internetprovider. Wanneer hij vrijaf wilde nemen voor een schaaktoernooi, gaf dat geen problemen. Aan dat lieve leventje kwam een eind, toen zijn werkgever werd opgekocht. Reinderman stond op straat en voelde zich gedwongen om een bestaan als professioneel schaker op te bouwen. Geen sinecure in een sport die voor weinig sponsors aantrekkelijk is.
Het gaat hem tot nu toe goed af en hij zegt zonder terughouding heel tevreden te zijn met zijn keuze. Zijn broodbeleg wordt opgebouwd met een reeks versnipperde activiteiten. Betaald schaken voor Rotterdam en voor het in de Bundesliga uitkomende Porz (met onder anderen collega-grootmeesters Jan Timman, Loek van Wely en Erik van den Doel). Hier en daar een artikeltje schrijven, een simultaanséance geven en ad hoc optreden als trainer voor ambitieuze clubs. Sinds kort geeft hij ook live commentaar bij Chess Vibes, een populaire website met partijen van topschakers.
Reinderman kijkt terug op een jaar met overwegend prima prestaties. Hij bracht enkele weekendtoernooien op zijn naam, gooide hoge ogen tijdens het sterk bezette Hilversum Open en werd onlangs tweede bij het prestigieuze Groningen Open. Eén van zijn doelstellingen, het behalen van een rating van 2600 punten, is nu binnen handbereik. Deze voor de meeste schakers magische grens opent poorten die voor velen gesloten blijven.
Momenteel staat hij zevende op de nationale ranglijst. Knap resultaat van een gestage progressie, maar nog onvoldoende voor extra privileges. Geen gelden uit de afgeslankte pot die de KNSB voor topschaak beheert, geen begeleiding in welke vorm dan ook. De Amsterdammer moet zijn eigen boontjes doppen. Als zijn speelkracht verder toeneemt, kan hij opgeroepen worden voor Olympiades – een ander doel dat hij nastreeft.
Zoals elke sportman legt hij de lat steeds hoger. Pure noodzaak om te overleven. In de B-groep van het Corustoernooi in Wijk aan Zee is zijn rating de op één na laagste van de veertien deelnemers. Hij zal het, evenals zijn Nederlandse collega’s Erwin l’Ami en Anish Giri (jongste grootmeester ter wereld) moeilijk krijgen. Een goede score kan hem verder in het zadel helpen, op weg naar nieuwe felbegeerde successen.
Na lang aarzelen heeft hij besloten zich in te schrijven voor het EK Individueel, dat in het voorjaar in Kroatië wordt georganiseerd. Het is namelijk verre van zeker, dat hij reis- en verblijfskosten vergoed krijgt. Dat zal er dus financieel behoorlijk inhakken, maar doorslaggevend is de wetenschap dat via dat toernooi plaatsing voor de World Cup kan worden afgedwongen. ,,Dan komt het grote geld in het vizier….”
Niet zonder ironie meldt Reinderman één ultieme uitdaging te hebben. Dat doet hij met een knipoog naar de jaarlijkse ontmoeting tussen de ‘Rising Stars’ (jeugdige supertalenten) en de ‘Experienced’ (oudere grootmeesters met een indrukwekkende staat van dienst). Lachend zegt hij als 37-jarige, verwijzend naar de groei die hij zelf nog altijd doormaakt, uit te kijken naar een uitnodiging om met de ‘Rising Stars’ mee te doen. ,,Nee, zonder gekheid. Ik wil wel aantonen dat je ook op latere leeftijd steeds beter kan worden. Dat kan dan een inspiratiebron voor anderen zijn. Daar zie ik een enorme uitdaging in.”
Henk J. de Kleijnen (Algemeen Dagblad)