Tommy
“Veld vijfenzestig" is allereerst een verzameling verhalen over mensen. Mensen, die ik ooit heb ontmoet. Mensen, die ik nog steeds ontmoet. Mensen met hun eigenaardigheden. Mensen met hun eigen aardigheden. Daarnaast is het een verzameling sfeertekeningen uit de schaakwereld, waarbij het schaken slechts een verbindend motief is.
Konden we onze kinderen maar zo opvoeden, dat alles wat duister is, volkomen onbegrijpelijk voor hen zou zijn!
(Georg Christoph Lichtenberg)
“Tommy can you hear me? Can you feel me near you?” De titelsong van de rockopera “Tommy” van The Who spettert mijn oren in. Gecomponeerd door Pete Townsend, één van mijn gitaarhelden. Ik schrijf en luister. Nacht is het inmiddels en buiten sneeuwt het. Het witgevlokte valt in het licht van een lantaarnpaal traag naar beneden. Ik ben een beetje aan het lanterfanten op het internet. De klok zegt “Verdomme! Al twee uur geweest…” Op zoek naar muziek. Altijd maar muziek in mijn kop. Zoeken, muziek, zoeken… Een doel heb ik niet echt. Ik moet eigenlijk eindelijk maar eens gaan slapen, maar “Tommy can you hear me?” klinkt zo geweldig goed. Ik speel het nummer nog maar eens mee op mijn Fender Strat en start daarna opnieuw mijn zoekmachine. Ik zie “Venus” staan en klik Mariska aan. “The summit of beauty and love” vond ik altijd al een geweldig stukje tekst en ik ben nog altijd gek van zulke vrouwen. Robbie ramt zijn Fendertje mijn speakers uit. Ik pak een slechtgedraaide sigaret uit de asbak en neem toch nog maar een slokje Amstel…
Tommy is gewoon Tommy. Kereltje, dat zich zo langzamerhand ontwikkelt tot een prachtig mannetje, zoals de meeste jongetjes. Wel is er iets met Tom aan de hand. Tommy, zeggen ze, Tommy is autistisch. De hele wereld, met al zijn verwarrende prikkels drukt soms teveel op zijn breintje, dat niet zo goed in staat is om alle indrukken te verwerken, die op hem afkomen. Andere kinderen filteren automatisch overbodige indrukken weg, maar op Tommy komen ze in alle hevigheid afgestormd.
“Good morning campers….!” Klinkt het uit de speakers… “I’m your uncle Ernie and I welcome you to Tommy’s holidaycamp. The camp with a difference Never mind the weather. When you come to Tommy’s. The holidays forever!!!” En dan zetten ze “I‘m Free” in. Ik zet mijn koptelefoon maar op, want anders houd ik de buren en mijn lieve Liesbeth uit hun slaap.
Een jaar of twee geleden kwam ik na vele jaren weer in contact met Jaap. Jaap is een jeugdvriend van mij en ook de vader van Tommy. Lang geleden, ik was twintig, hij was achttien, keek Jaap bewonderend tegen mij op. Ik was in die jaren immers dé gitarist van het toenmalige Dubbeldam, waar ik overigens nog steeds woon. Ik zat als leadgitarist in een band en dat betekende wat! Hoewel oorspronkelijk klassiek geschoold had ik van een conservatoriumopleiding afgezien – “Leer maar een vak!” zei mijn vader – en was in de popmuziek gegaan. Jaap kon, wat ik toen nog niet wist, geweldig knap drummen en had het lef gehad om mij, Big Willem, te vragen samen met hem eens wat te spelen. Japie was bloednerveus, zoals hij me later vertelde, maar het klikte tussen ons onmiddellijk. Wonderlijk! Zonder enig probleem improviseerden we op zijn zolderkamertje dat het een lieve lust was. Elke klap van Jaap was raak. Elk accoord van mij viel meteen op zijn plaats. Met zijn tweeën waren we één…
We hebben in de gewelven, de voormalige wijnkelder, onder het pand van drukkerij Holster aan de Wijnstraat in Dordrecht vele nummers samen opgenomen. Jaap was daar als getalenteerd grafisch ontwerper werkzaam en we mochten die ruimte gebruiken. Ik speelde meestal op mijn Rickenbacker. Een geweldige basgitaar. Ebbenhout. Loeizwaar, maar met een fantastische sound. Alles waar snaren op zaten bespeelde ik overigens en dat doe ik nog steeds. Jaap bespeelde de toetsen en stuwde daarnaast al drummend zijn Slingerland met een enorme gedrevenheid op in een ongekend, dynamisch ritme. Een dynamiek, die hij ook vandaag nog steeds bezit.
We verloren elkaar uit het oog zoals dat zo vaak bij vrienden gaat als er vrouwen het leven in komen. Jaap trouwde. Verhuisde. Ik ging samenwonen. Ik trouwde. Ook ik verhuisde en het contact verwaterde… Later hertrouwde Jaap met Annemarie en werd zowaar, inmiddels wat ouder, toch ook nog vader… Van Tommy dus…
Tommy heeft overigens verbazingwekkende kwaliteiten. Hoe lastig het ook voor deze kinderen is om ons immer weerbarstige leven te doorgronden ontwikkelt hij zich steeds meer tot een heel aparte, originele persoonlijkheid. Tekenfilmpjes kan hij naspelen op een ongelofelijke manier. Geen cabaretier, die hem dat nadoet. Tegenwoordig is hij helemaal met Lego bezig. Zelf bouwde ik in mijn jonge jaren ook al van alles met die noppensteentjes, maar Tommy is een absolute Legogrootmeester. Als je bijvoorbeeld probeert een bouwplan van een gebouw te volgen waar hij mee bezig is en als je dan poogt het zelf in je volwassen grootheidswaan af te maken als hij naar school is… Als je daarbij ook maar het geringste foutje maakt, dan ziet hij, als hij ook maar even binnen is in een oogwenk waar het aan schort, haalt vervolgens de boel uit elkaar om het feilloos op de juiste manier op te bouwen. Tommy is absoluut dé Lego-Pinballwizard van deze wereld.
“Tommy can you hear me? Can you feel me near you?” Ik klik weer op het filmpje, dat onder “I’m Free” staat. Het is inmiddels vier uur in de nacht en Mariska zingt: “And Venus was her name.” Ik zink soezerig mijn gedachten in…
Tommy klimt bij mij op schoot. Ik geef hem een aai over zijn bol en hij zegt: “Jij hebt toch samen met papa in mijn Lego-Designer Venus in Jeans gemaakt?” “Ja”, zeg ik, “Dat hebben we samen gedaan en we hebben er heel, heel erg hard aan gewerkt.” “Leuk nummertje wel…” zegt hij en stopt zijn duim genoeglijk in zijn mond.
Ik schrik op… Verdorie! Al half vijf! Tommy is verdwenen. In plaats daarvan ligt de kleine Sunday op mijn schoot. “Sorry lieve Poes!”, excuseer ik. Ik sta op en vind nog net mijn bed. Venus in Jeans gaat met me mee…
Jaap, Japie, Edema en ik zijn na al die jaren zijn studio op z’n zolderkamer ingedoken. (De geschiedenis herhaalt zich.) Een vrolijk, langdurig en soms pijnlijk proces. Ik had al jaren geleden in een verliefde bui een melodie en de bijbehorende accoorden gecomponeerd en in een achterkamertje van mijn geheugen opgeborgen. Zij mocht er nu weer uit als een echte “Venus”. Ik heb alle gitaren ingespeeld en naar beste kunnen Venus in Jeans gezongen. Jaap heeft op onvoltroffen manier het ritme verzorgd en alle andere ondersteunende muziek op zijn keyboards gecomponeerd, die van Venus in Jeans gewoon Venus in Jeans maakt. Ook het monnikenwerk voor het maken van het filmpje is door hem verricht.…Tommy zorgde eigenlijk voor het Lego-idee…. En nu rest mij dus nog om mijn oplettende lezertjes de Venuslink door te geven:
Veel plezier!
(Tommy, zie foto boven, zit in de studio, waar ‘Venus in Jeans’ is opgenomen!)