De Volkskrant schaakrubriek 22 mei 2010
Van jonkies blijft alleen Giri overeind
Een favoriet onderwerp aan de bar van een schaaktoernooi was vroeger `de opvolging van Jan Timman’. Daar zijn we mee opgehouden. De vele benoemingen tot kroonprins bleken geen enkele zin te hebben en leidden slechts tot ongewenste druk op de schouders van nieuwkomers.
Tegenwoordig zijn we realistischer en stellen we tevreden vast dat Nederland een paar veelbelovende jeugdspelers heeft, die misschien ver kunnen komen. Mits zij goed begeleid worden en niet overhaast omhoog geschreven worden.
Ter ondersteuning van die Nederlandse talenten organiseerde het Max Euwe centrum in Amsterdam eind vorige week vijf trainingsmatches. De jeugdspelers mochten zelf hun tegenstander kiezen, op voorwaarde natuurlijk dat die betaalbaar was. Geen Kramniks of Carlsens dus, maar goede grootmeesters, tegen wie een gevecht met redelijke kans op succes mogelijk was.
De jonkies hadden het niet gemakkelijk. Vier van hen verloren hun tweekamp, al waren Lisa Schut tegen de Duitser Siebrecht en Benjamin Bok tegen Yasser Seirawan dicht bij een gelijk spel. Ten slotte bleef alleen Anish Giri overeind. Na vier avontuurlijke partijen eindigde zijn mini-match tegen Nigel Short onbeslist: 2-2.
Met die uitslag kon Short leven. Vooraf had Gari Kasparov hem verzekerd dat hij zeker niet favoriet was en dat hij blij mocht zijn als hij de schade beperkt hield. In de praktijk viel het mee. Short miste de winst in de tweede partij, won met groot geweld de derde en boog pas in de door Giri zeer energiek gevoerde slotpartij.
Zoals altijd oordeelde Short scherp over zijn tegenstander. `Giri is heel sterk, maar hij is er nog lang niet. Hij is een aartsoptimist, die ook als hij twee pionnen achterstaat geen enkel probleem ziet. Laat ik het de aangename arrogantie van de jeugd noemen.’
Short – Giri
Derde matchpartij
1. d4 Pf6 2. Pc3
Daarmee was Giri’s voorbereiding op slag geneutraliseerd.
2 … d5 3. Lg5 Pbd7 4. e3 e6 5. Df3 c5 6. 0-0-0 a6 7. Pge2 Da5 8. Lxf6 Pxf6 9. g4 b5 10. g5 Pd7 11. Pf4
11 … cxd4
Deze zet verbaasde Short: `Als je zo onbekommerd speelt, vraag je er natuurlijk om’. Een verstandige voorzorgsmaatregel was 11 … Lb7.
12. Pcxd5! exd5 13. Dxd5 Ta7 14. Lh3 Le7?
En hierna is het uit. De enige verdedigingskans is 14 … Tc7, al ziet het er somber uit voor zwart na 15. De4+ Kd8 16. Txd4 of 15. exd4 Le7 16. The1.
15. Dxd4 0-0 16. Ph5 f6 17. Le6+ Kh8 18. Dxa7 Lc5 19. Da8 Pe5 20. gxf6 gxf6 21. Dg2 Pg6 22. Dc6 Lb4 23. Kb1
Zwart geeft op.
Een dag later nam Giri wraak.
Giri – Short
Vierde matchpartij
1. d4 Pc6
Opnieuw kiest Short een opening, die Giri niet dagelijks tegenkomt.
2. Pf3 d5 3. c4 Lg4 4. cxd5 Lxf3 5. gxf3 Dxd5 6. e3 e5 7. Pc3 Lb4 8. Ld2 Lxc3 9. bxc3 Pf6 10. c4 Dd6 11. d5 Pe7 12. Tb1 b6 13. Lb4 c5 14. dxc6 ep
Ruim baan voor het loperpaar. Uit de praktijk bekend is het veel tragere 14. Lc3.
14 … Dxd1+ 15. Txd1 Pxc6 16. La3 Td8 17. Ld6 Pd4 18. c5
De enige manier. Na 18. exd4 Txd6 19. dxe5 Txd1+ 20. Kxd1 Pd7 21. f4 Ke7 heeft zwart voldoende compensatie voor de geofferde pion.
18 … bxc5 19. Txd4! cxd4 20. Lb5+ Pd7 21. Tg1 a6
Volgens Short is 21 … Tc8 sterker.
22. La4 g6
En ook nu had zwart met 22 … Tc8 zijn toren de vrijheid moeten geven. Na de volgende zet is hij te laat.
23. Ke2 f6
Na 23 … Tc8 komt nu 24. Tb1, gevolgd door 25. Tb7.
24. Tc1 dxe3 25. fxe3 h5 26. Tc7 Th7
Zwart zit in een eeuwige penning en kan slechts wachten op de entree van de witte koning
27. Kd3 Te7 28. Ke4 Kf7 29. Lxe7
Het is tijd om af te wikkelen naar een glad gewonnen pionneneindspel.
29 … Kxe7 30. Kd5 f5 31. Txd7+ Txd7+ 32. Lxd7 Kxd7 33. Kxe5 Ke7 34. h4 g5 35. Kxf5 gxh4 36. Kf4 Kf6 37. e4 a5 38. a4 Kg6 39. Ke3 Kg5 40. Kf2 Kf4 41. Kg2
Zwart geeft op.