Nijboer aan kop, Slingerland in subtop
Aan het HSG open doen acht IM’s en GM’s mee, waarvan er twee uit Nederland komen: Friso Nijboer en Fred Slingerland. Op deze twee schakers wil ik me in dit verslag concentreren. Naast dat het de beste twee Nederlandse deelnemers zijn, zijn er nog meer redenen voor: Fred kreeg drie interessante eindspelen, terwijl Friso na zes ronden bovenaan staat. Hij moet deze koppositie wel delen met de jonge Oekraiense IM Illya Nyzhnyk, die in de derde ronde van IM Lalith uit India verloor, maar daarna punten bleef pakken, o.a. in de zesde ronde tegen GM Steingrímsson. Nijboer en Nyzhnyk zijn dus favoriet voor de eindzege, maar de andere titelhouders staan niet ver achter en kunnen dus ook nog winnen.
Friso Nijboer was het toernooi wat moeizaam begonnen door in de tweede ronde een halfje te laten liggen tegen jeugdspeler Adriaan de Jongh. Na in de derde ronde van Marcel Schroer gewonnen te hebben kreeg hij in de vierde ronde met wit weer een jeugdspeler, Etienne Goudriaan uit Zutphen.
Er is niet zo veel aan de hand hier. Wit heeft iets meer ruimte en actieve stukken, maar dat wordt geheel gecompenseerd door veld e5. Het zou ook geen gek idee zijn om daar nu met het paard heen te gaan, maar zwart dacht meteen de karakteristieke ‘break’ te kunnen doen: 19…d5 Als het kan is het meestal goed, maar nu is er een bezwaar. 20. exd5 Pxd5 21. Lf3 Dat zal Goudriaan onderschat hebben. De penning is vervelend en bovendien hangt e6. Soms blijft ook de loper op e7 hangen, b.v. na 21…Db6. 21…Da7 laat een paardvork op c6 toe, na 21…Dd7 pent de toren op d1 het paard, en zo hebben alle zetten een bezwaar… 21…Lxg5 22. Dxg5 f6? Laat een leuk dameoffer toe. Het beste was nog 22… Td6 waarna wit diverse goede mogelijkheden heeft, zoals 23. Lxd5 Lxd5 24. Pdxbaxb5 25. Txd5 met pionwinst. 23. Dxg6 hxg6 24. Pxe6 Op dit moment heeft wit twee stukken voor de dame, maar daar zal nog een volle toren bijkomen. Dc8 25. Pxd5 Dxc2 26. Pxf8 Txf8 27. Le4 1-0
In de vijfde ronde had Héðinn Steingrímsson met wit weinig ambities tegen Friso en het werd remise na dertien zetten. Op dat moment stond de speler met de hoogste rating, Konstantin Landa uit Rusland, aan kop, maar die werd in ronde zes teruggefloten door de Amsterdamse grootmeester. Het volgende fragment uit deze partij zal Herman Grooten (erkend paardenliefhebber) vast kunnen waarderen.
Landa was na een paar onnauwkeurige zetten in de opening een pion kwijtgeraakt, en die pion leverde later een kwaliteit op. Zwart heeft echter wel wat tegenspel: f4 staat aangevallen, de loper op d5 staat mooi centraal en de witte paarden staan aan de rand. In de komende negen zetten spelen die paarden echter een hoofdrol.
43. Pf6+ Kg7 44. Ph5+ Kf7 45. Pb7 Ld2 46.Pd6+ Ke7 47. Te8+ Kd7 48. Pf6+ Kc6 49. Tc8+ Kb6 50. Pd7+ Ka5 51. Pc4+ Nadat de zwarte koning van h7 naar a5 gejaagd is, dwingt wit met deze zet ruil van de sterke loper af, waarna ook nog f4 gedekt staat en e6 en a6 zwak zijn. Het duurt nu dan ook niet lang meer. 51…Lxc4 52.Txc4 Kb5 53. Td4 Le1+ 54. Kf3 Ph4+ 55. Ke2 Lc3 56. a4+ Ka5 57. Tc4 Lb4 58. Pc5 Pg6 59. Pxa6 1-0
De drie remises van Fred Slingerland in de afgelopen drie ronden is qua resultaat niet geweldig, maar inhoudelijk wel interessant. Het begon in ronde vier met een eindspel tegen de al eerder genoemde Adriaan de Jongh uit Soest. Na 27 zetten zal Fred best tevreden zijn geweest:
Wit heeft zo’n beetje bereikt wat wil bereiken in de Spaanse ruilvariant: veel stukken geruild met nog steeds een halve pluspion, terwijl zwart geen activiteit heeft als compensatie. Wel zijn er ongelijke lopers, wat betekent dat het zonder paarden vaak remise is, maar paardruil is niet makkelijk te bereiken voor zwart. Voor wit is het plan om een vrije f-pion te maken, en dan of die naar f8 te brengen (vrij moeilijk), of met de koning binnen te dringen. In de partij laat Fred echter zijn pion op f3 staan, dat lijkt me verkeerd. 28. Pg3 Wit kan meteen al proberen met de pionnen naar voren te gaan, maar het is op zich niet verkeerd eerst de positie van de stukken te verbeteren. Ke7 29. h4 g6 30. h5 Maar hier had ik 30.Pe4 gedaan, om dan toch eens met de pionnen naar voren te gaan. 30… c4 31. b4 Pg5 32. a3 Ke6 33. Lf4 Pf7 34. c3 Ld5 35. hxg6 Dit is een teken dat het niet helemaal goed is gegaan, want pionnenruil is goed voor de verdedigende partij. hxg6 36. Pe2 Kf6 37. Lc7 Le6 Beter is 37…Lc6 om na 38.Kd4 g5-g4 te kunnen doen. 38. g4 En hier biedt 38.Kd4 nog kansen voor wit. Als het meezit eet de witte koning dan de hele zwarte damevleugel op… Ld5 39. Pg3 Lc6 40. Pe4+ Ke6 41. Pc5+ Ke7 42. Kf4 Ld5 43. Ke3 Pg5! Dwingt paardruil af, naast slaan op f3 dreigt ook Pe6. Zonder paarden houdt zwart het simpel remise. 44. Pe4 Pxe4 45. fxe4 Le6 46. Kf4 Kf7 47. Lb6 Kf6 48. Ld4+ 1/2-1/2
Een tegenvaller, maar een ronde later had het nog slechter kunnen aflopen als Yong Hoon de Rover uit Amsterdam op het kritieke moment dieper in de stelling had gedoken:
De computer beoordeelt deze stelling als gelijk, maar mensen zullen hier liever wit hebben: zwart kan hier weinig anders dan afwachten. Onze held denkt en anders over en geeft mijn aanstaande teamgenoot een gedekte vrijpion: 26…Tb5? 27. Txb5 axb5 28. Pd4? Het leek me hier erg voor de hand te liggen om met de koning naar c5 te gaan, en dat kan gewoon: na 28. Kd3 Ke8 29. Kd4 Kd7 30.Kc5 is b5 niet meer te dekken, a6 dreigt, Te3-e7 is ook een plan, kortom, wit staat gewonnen. Ik sprak Yong Hoon toevallig na de partij en hij dacht om een of andere reden dat zwart op tijd zou zijn om Kc5 te voorkomen. Ook had hij 29…c5 onderschat. 28… Pd7 29. Tc3 c5! Hiermee heft zwart de blokkade op waarna hij geen problemen meer heeft. 30. bxc5 b4 31. Tc2 Txa5 32. c6 Pb6 33. Tb2 Ta4 34. Pc2 Ke7 35. Txb4 Txb4 36. Pxb4 Kd6 37. Kd3 Kc5 Ik dacht nog even dat wit het hier lastig zou krijgen, maar dat blijkt mee te vallen. 38. Kc3 Pc8 39. c7 Pe7 40. g4 hxg4 41. fxg4 g5 42. Kb3 Kd6 43. Pa6 Kc6 44. Kc3 Kb6 45. Kd4 Kxa6 46. c8=D+ Pxc8 47. Kxd5 Kb6 48. Ke5 Kc6 49. Kf6 Pd6 50. Kxg5 Kd7 51. Kf6 Ke8 52. g5 Kf8 53. h4 Kg8 54. h5 Kf8 55. g6 Pe8+ 56. Kf5 fxg6+ 57. Kxg6 1/2-1/2
Maar wit tegen Hans Galjé uit Zaandam moet dan toch een punt opleveren, zou je zeggen. Maar de hoop van Leiden was even van slag en raakte in de opening zomaar een pion kwijt, waarna het vechten tegen de bierkaai was, want het pionneneindspel dat ontstond gaf weinig hoop, zo leek het.
Zwart kan hier dames ruilen en waarom niet? 32…De4+ 33. Dxe4 dxe4 34. dxe5 fxe5 Een eenvoudige winst is hier 34…f5! 35. f4 exf3+ 36. Kxf3 Kf7 37. Kf4 Ke6 waarna wit door zetdwang pion e5 kwijtraakt. Maar goed, de partijvoortzetting wint ook wel, het is alleen meer rekenwerk… 35. h4 Kf7 36. Kf1 Ke6 37. Ke2 Kd6 38. Ke3 Kc5 39. Kxe4 Kb4 40. Kxe5 Kxa4 41. Kd4 b5 42. Kc3 Ka3? De verkeerde richting op. 42… Ka5! wint, omdat na b.v. 43. h5 Kxa6 44. f4 Kb6 45. f5 Kc7 zwart in het kwadraat van de f-pion staat en hij dus met zijn twee verbonden vrijpionnen makkelijk wint. 43. Kc2 Ka2 44. Kc3 Ka3 45. Kc2 En hier werd er remise gegeven. Het probleem is dat als zwart met zijn koning naar koningsvleugel gaat, wit eerst de b-pion en vervolgens a7 ophaalt, waarna zijn eigen a-pion al bijna gepromoveerd is. Zwart is dan gewoon te traag. Als zwart alsnog besluit om a6 op te halen is hij net een vitaal tempo kwijtgeraakt: 45… Kb4 46. h5! Ka5? 47. f4 Kxa6 48. f5 (dreigt h6) h6 49. g4 Kb7 50.g5 hxg5 51. f6 gxf6 52. h6 en wit promoveert. Er zit dus niets anders op voor zwart dan in remise te berusten.
Hieronder zijn de getoonde partijen volledig na te spelen.