Ik ben momenteel een boek aan het lezen dat ik vorig jaar van Henk de Kleijnen heb gekregen, het matchboek Euwe-Aljechin 1935 met daarin analyses van beide spelers. Zoals iedereen wel weet won Euwe die match, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Hij stond eerst met 5-2 achter, kwam terug tot 7-7, 10.5-8.5 achter, kwam weer terug, en bij de stand 11.5-11.5 werd in de Militiezaal in Amsterdam (de partijen werden verspreid over het hele land gespeeld, vaak zonder rustdag tussen de verplaatsingen) de 24e partij gespeeld. De populairste opening deze match was het Slavisch (er is dus niets veranderd sindsdien), maar in deze partij probeerde Aljechin voor het eerst het Hollands. Dit leidde uiteindelijk tot de volgende stelling:
Hoe wint zwart dit?
Na 32…a5 wint zwart eenvoudig. Wit heeft geen tijd om Ke3 en f4 te doen (wegens a4-b4-a3-b3 etc). Als hij zijn pion op g5 zet, loopt de zwarte koning naar h5; als hij zijn pion op h5 zet, loopt de zwarte koning naar f4, doet vervolgens e4 en haalt g4 en h5 op. En als wit afwacht speelt zwart gewoon zijn damevleugelpionnen naar voren ondersteund door de koning (zie voor varianten de pgn-viewer). In de partij deed Aljechin echter 32…c5: "Een ongelooflijke onoplettendheid. Zwart deed dezen zet a tempo in den waan dat dit evenals 32…a7-a5 met 33.Ke2-d3 beantwoord moest worden. […] Ongetwijfeld heeft deze verschrikkelijke bok invloed uitgeoefend op mijn spel in de laatste 6 partijen van de match."
Na 33.Ke3 werd tot remise besloten: wit heeft tijd voor f4 en maakt dan simpel remise.
Als Aljechin deze partij gewonnen had, dan had hij en voorsprong genomen met nog zes partijen te gaan, waarschijnlijk de match niet verloren en zijn titel behouden… waarmee ook de hele verdere Nederlandse schaakgeschiedenis anders verlopen zou zijn. En dat door een moment van onoplettendheid!
De partij met analyses (zonder tekst) van Aljechin:
Deel dit artikel
Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.