Siciliaans
De Val di Noto in de Monti Iblei in het zuidoosten van Sicilië telt maar liefst acht steden die op de Wereld Erfgoedlijst van Unesco staan. In één van die steden, Militello in Val di Catania, is op 12 juli 1573 Don Pietro Carrera geboren. De barokke pracht, waar hordes hedendaagse toeristen op afstromen, stamt van latere datum, want in 1693 werd het hele gebied door een zware aardbeving verwoest. Maar ook in Don Pietro’s dagen moet Sicilië een inspirerend eiland zijn geweest. De woeste natuur, de bloemenpracht van het voorjaar, de constante dreiging van de reusachtige Etna, daar is weinig aan veranderd. En de meeste overblijfselen van de talloze beschavingen die Sicilië in de loop van de eeuwen hebben overheerst, waren ook toen al vervallen tot indrukwekkende ruïnes.
Pietro Carrera studeerde aan het Seminario Diocesiano di Siracusa, de Griekse stad op het zuidoostelijke puntje van Sicilië waar zo’n 1800 jaar eerder bij de verovering door de Romeinen de grote wis- en natuurkundige Archimedes werd vermoord. Misschien leerde Don Pietro Carrera daar schaken, want toen hij in 1597 in Palermo kwam, was hij al zo’n vermaard speler dat niemand minder dan Paolo Boi (1528–1598) hem wilde ontvangen. Paolo Boi, afkomstig uit Syracuse, had in 1547 in een match Paus Paulus III verslagen, die hem daarop een positie als kardinaal aanbood. Boi weigerde en zette zijn schaakcarrière voort. In 1575 bezocht hij Spanje, waar hij de grote Ruy López versloeg, de bedenker van de Spaanse Opening. Beladen met goudstukken keerde hij terug naar Sicilië, maar onderweg werd hij overvallen door piraten die hem als slaaf verkochten. Dankzij zijn schaakkwaliteiten, kwam hij weer vrij. Niet lang na zijn ontmoeting met Don Pietro Carrera stierf Paolo Boi onder verdachte omstandigheden in Napels. Boze tongen beweren dat hij is vergiftigd door concurrenten.
Ik kan geen enkele aanwijzing vinden dat Pietro Carrera een hand heeft gehad in de moord op Paolo Boi. Maar wie op internet informatie over Don Carrera bij elkaar googled, merkt dat hij op sommige sites wordt aangeduid als de dader van een nog veel ernstiger vergrijp: het bedenken van de Siciliaanse Opening.