Schaakrubrieken 21 augustus 2010
INTRO
Hans Ree is ook gestopt met zijn rubriek op de Amerikaanse website ChessCafe.com en het gehele Ree-archief is ook van deze website verwijderd? Zou Hans nu al met pensioen gaan?
Rising Stars vs Experience
Helaas wordt na 5 succesvolle jaren dit toernooi niet voortgezet. Prachtig wat de Max Euwe Association (familie van Oosterom) en NH Hotelles gedaan hebben om dit de afgelopen jaren mogelijk te maken. We zijn hen veel hulde en dank verschuldigd!
Schaken in 3D
Onder deze kop stond er een groot artikel in de wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag. De ondertitel luidde: ‘Gamen is een sport, net als schaken. Het Nederlandse team doet dit weekeinde mee aan het officieuze EK Gamen. We zijn waar het voetbal 150 jaar geleden was.’ De tekst was van Stijn Bronzwaer en een prachtig plaatje van Roland Blokhuizen.
Enkele citaten uit het artikel:
‘Als gamen een officiële sport was, dan zou de stap naar professionalisering echt gemaakt kunnen worden zegt Jasper Schoo. Hij is voorzitter van de Elektronische sportbond (E-sportbond), de Nederlandse gamebond. Gameonderzoeker David Nieborg van de Universiteit van Amsterdam valt hem bij:,, Er zijn spelers, teams,wedstrijden,toernooien. Als curling een sport kan zijn, dan kan gamen het ook. En als gamen een sport wordt,kan dat echt iets openbreken.’’
Daarvoor is lidmaatschap van sportkoepel NOC*NSF nodig, legt Schoo uit. Met als uiteindelijk doel: een landelijk opgezette, gereguleerde gamecompetitie, vastgestelde spelregels en een officieel EK en WK gamen. En via NOC*NSF gegenereerde subsidies om professionele gamers te faciliteren en te helpen met de gamecarrière. Schoo:,,Om te kunnen concurreren met de grote jongens is geld nodig.”
De NOC*NSF staat niet onwelwillend tegenover een lidmaatschap van de Nederlandse gamebond, zo laat woordvooerder Geert Slot weten. ,,We werken graag mee aan de ontwikkeling van een sportbond voor games. Ze zijn nu waar voetbal 150 jaar geleden was. Maar het kan snel gaan.”
Lemmens:,,Gamers trainen vooral om beter te worden in gamen, maar dat is misschien ook inherent aan sport. Schakers worden door veel schaken ook vooral beter in schaken.”
En bij de schakende jongeren wordt, in tegenstelling tot bij games, niet geklaagd dat ze zo weinig bewegen, vult Nieborg aan. ,, Zou iemand ooit tegen schaker Gary Kasparov hebben gezegd: leuk hoor dat je grootmeester bent, maar zou je niet eens wat vaker naar buiten gaan?” Schaken wordt volgens Nieborg vooral als sport gerespecteerd, omdat mensen weten hoe moeilijk het is. ,,Maar het spelen van een computerspel is niet heel veel anders. Gamen is eigenlijk schaken in 3D".
Schaaklegende niet vader van Filippijnse
In NRC Handelsblad stond dit nieuwsbericht van Jan Gerritsen
Reykjavik, 18 augustus 2010
Dit bericht begint met:
‘Bobby Fischer, het Amerikaanse schaakgenie dat in 2008 in IJsland overleed, is niet de vader van de negenjarige Jinky Young, de dochter van de Filippijnse vriendin Marilyn van Fischer. Dat is gebleken uit DNA-onderzoek uitgevoerd in opdracht van de rechtbank van Reykjavik, die moet bepalen wie recht heeft op Fischers erfenis van circa 2 miljoen dollar. De schaaklegende liet geen testament na.’
Hans Ree
Zijn rubriek ‘De jonge Najdorf ’ begint met :
‘In de inleiding van zijn boek Young Najdorf, dat dit jaar verscheen, schrijft de Poolse schaakhistoricus Tomasz Lissowski over een manuscript van zijn landgenoot Dawid Daniuszewski. Het bevatte duizenden partijen die in de vorige eeuw in Polen zijn gespeeld. Het manuscript kwam later in handen van schaakverzamelaar Lothar Schmid, helaas werd het uit zijn auto gestolen en is nooit meer opgedoken. Als we Schmid mogen geloven, wat zijn collega-verzamelaars lang niet altijd doen.
Het verlies van dat manuscript is maar een van de moeilijkheden die Lissowski ondervond bij de reconstructie van de eerste 29 jaar van het leven van Miquel Najdorf, die in 1910 als Moisje Mendel (ofwel op zijn Pools Mieczyslaw) Najdorf in Warschau werd geboren.’
Hij besteedt aandacht aan de deelname van Najdorf aan de Olympiades, met name aan die in 1939 in Buenos Aires. Hij schrijft o.m. :’ Najdorf ging niet terug naar Europa. Met een klein kapitaaltje van 320 dollar begon hij in Argentinië, een land waarvan hij de taal niet sprak, een nieuw leven waarin hij grote welstand en roem bereikte.’
Vervolgens behandelt hij de partijen Najdorf-Gliksberg, Lodz 1929 en de beroemdste partij uit zijn jonge jaren met zwart tegen Glucksberg, Warschau 1929 of 1930.
De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Sander van Eijk-Sergei Fedortsjoek, Vlissingen 2010. Zwart verloor maar kon hier winnen.
‘Oplossing: 1…Lxg2+(dat zag zwart niet) 2.Kg2 (of 2.Kg1 Dg4)2…h3+ 3.Kg1 Df3 4. Dc6 Te4 en wit gaat mat.’
Gert Ligterink
Voor zijn rubriek ‘Balans tussen jong en oud’ , de behandeling van de partij Caruana – Svidler en het naspelen hiervan klik hier.
Hans Böhm
Zijn rubriek ’Ook ‘oud’ wordt alsmaar jonger’ begint met :
‘Het traditionele NH-schaaktoernooi in hotel Krasnapolsky te Amsterdam heeft als formule ‘jong’ tegen ‘oud’. Vijf tieners nemen het op tegen vijf gerenommeerde schakers. Dat iedereen grootmeester is spreekt spreekt voor zich en dat de top van de jeugd alsmaar jonger wordt, is al vaker beschreven met als enige aardige slotvraag: waar ligt de ondergrens? Komt er ooit een grootmeester van minder dan tien jaar oud?
Hij behandelt de partijen Van Wely-Giri en Ljubojevic – So. Over deze laatste partij schrijft hij:’Wit staat totaal gewonnen. Dh3 staat buitenspel en de aanval is dodelijk. Tot grote verbazing liet So zijn volgende zet vergezeld gaan van een remiseaanbod. Als antwoord krulde Ljubo de lippen waarop So naar wedstrijdleider Gijssen liep om te vragen wat dat betekende. De partij liep zo af:
29..Dxg4 30. Txg4 Pxc3 31. Dc6 Pxa2 Lxe7 en zwar gaf op. In de avonduren maakte Ljubo zich nog steeds kwaad om het aanbod, ‘die jongens moeten wel respect hebben voor de stelling en voormij’.
Bab Wilders
Voor zijn schaakrubriek met een tweezet van G. Drese, met boekbesprekingen en een analyse van een partij tussenCapablanca / Lasker klik hier.
Henk Prins
Zijn rubriek begint met:
‘De laatste problemen uit het puzzelblad van december zijn driezetten gecomponeerd door meerdere auteurs. Dit komt vaker voor. De eerste auteur heeft een geweldig idee,maar krijgt het niet kloppend. De tweede giet het in een goede vorm. Vervolgens behandelt het uitvoerig twee driezetten. Vervolgens behandelt hij een tweezet die er als volgt uitziet:
‘verleiding is 1 d8T? dreigt 2.Le3 mat, zwart weerlegt met 1…Kb6! Tweede verleiding is 1.d8L? dreigt Th5 mat, zwart weerlegt met 1… Kd5! Verleiding 1.d8D is pat. Oplossing is 1 d8P! tempo. Op 1…Kb6 komt Le3 mat en op 1…Kd5 is Th5 mat.
De vier promotiezetten heten een Allumwandlung. Op de weerleggingen uit de verleidingen komen de dreigingen terug uit de verleidingen, dit heet het Dombrovskisthema.
Theo Hommeles
Zijn rubriek ‘Jeugd in Amsterdam op voorspong’ begint met:
‘Halverwege het NH Schaaktoernooi in Amsterdam gaan Anish Giri en Boris Gelfand aan kop. De zestienjarige Giri steekt Loek van Wely nu wel heel erg naar de kroon. In rating ontliepen ze elkaar al niet meer en in het onderlinge treffen kon Giri nota bene met zwart een punt laten aantekenen. Is daarmee het pleit beslecht of kan Van Wely vermoeidheid, na een zwaar toernooi in Noorwegen, als excuus aanvoeren? Een onderlinge match, zoals in 1998 tussen Timman en Van Wely zou op dit moment zeer welkom zijn.
Vervolgens behandelt hij de partijen Van Wely-Giri, Giri-Nielsen en Nakamura-Gelfand.
Rini Kuijf
Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’opgave A5253 voor beginners.