Column 12: De Griek Natsis
Het WK-studenten dat momenteel in het Zwitserse Zürich wordt gespeeld, roept bij mij herinneringen op aan een WK-studenten dat in 1981 in het Oostenrijkse Graz gespeeld werd.
Dat WK was op een andere leest geschoeid als nu. Indertijd was er sprake van een teamwedstrijd waarin landenteams onder 27 jaar het tegen elkaar opnamen. Het werd ook wel het WK voor juniorenteams onder 27 jaar genoemd. De sterkste landen ter wereld namen deel hieraan. Je had in die tijd nog het team van de Sovjet-Unie dat natuurlijk niet zomaar een team uitzond, maar daarover straks meer.
De KNSB was door geldgebrek (toen ook al!) niet van plan een team af te vaardigen naar dit toch bijzonder interessante toernooi. Dat bracht Rudy Douven op het idee om met een paar schaakvrienden uit Eindhoven daar op eigen gelegenheid naar toe te gaan. Dat kon natuurlijk niet, want Nederland kon niet vertegenwoordigd worden door zomaar een bij elkaar geraapt zooitje. Dus ging het toenmalige bestuurslid topschaak, Frans Kuijpers, kijken wat er mogelijk was. Een belronde leverde op dat John van der Wiel (die in Leiden ingeschreven stond als rechtenstudent) en (als ik me goed herinner) de toenmalige Nederlandse jeugdkampioen Han Janssen (natuurkunde) bereid waren om af te reizen naar Graz.
Een paar andere spelers, waaronder bijvoorbeeld Rini Kuijf, bleken niet beschikbaar. Dus werd er drie Eindhovense studenten, Douven (wiskunde) zelf, Johan van Mil en ondergetekende (beide informatica) aan toegevoegd.
De entourage van dit toernooi zal ik nooit vergeten, het leek een soort Olympiade in het klein. Ons team deed het bepaald niet slecht, we verkeerden voortdurend in de top tien. We slaagden erin om op de been te blijven tegen sterke schaaklanden als de Verenigde Staten, Engeland en Hongarije.
Daardoor viel ons ook de wedstrijd tegen het team van Sovjet-Unie ten deel. Met de pas 18-jarige Gary Kasparov aan bord 1, de kampioen van de Sovjet-Unie (Psakhis), Yusupov, Dolmatov en Vladimirov had men een team waar we in ons land (zelfs met Timman en Sosonko in de gelederen) geen adequaat antwoord op zouden hebben gehad. Na drie uur spelen zag het er naar uit dat we voor een daverende verrassing zouden gaan zorgen.
Van der Wiel stond twee pionnen voor tegen Kasparov, waar deze te weinig compensatie voor had. Op het tweede bord was Janssen weliswaar in de problemen tegen Yusupov, maar daar stond tegenover dat Douven een comfortabele stand had tegen Dolmatov en ondergetekende had uitstekende winstperspectieven tegen Vladimirov. Dat kon niet goed gaan! Ik was de eerste die blunderde en ineens kon opgeven. In de andere drie partijen werd de tijdcontrole niet zonder kleerscheuren gehaald en in de drie afgebroken stellingen (ja, dat ging nog zo in die tijd!) zag het er somber voor ons uit. Van der Wiel had zich laten foppen door Kasparov die in wederzijdse tijdnood in de tijd van de tegenstander de stukken begon recht te zetten, terwijl hij j’adoube brulde. Van der Wiel protesteerde hevig, maar er was geen wedstrijdleider die het grote talent uit Bakoe wilde terugfluiten. Janssen was inmiddels in een verloren lopereindspel gemanoeuvreerd en alleen Douven leek het nog te gaan redden. Bij de hervatting gebeurde iets merkwaardigs. Yusupov wikkelde af naar een pionneneindspel, maar deed dat verkeerd waardoor het ineens remise werd! Helaas werd Douven ook nog opgebracht zodat de eindscore 3½-½ ons deel werd.
Dat wierp ons terug in de stand zodat we eindelijk een wat zwakkere opponent kregen. Dat werd Griekenland die door ons redelijk makkelijk werd opgerold. De eerste partij die klaar was, was die aan het tweede bord tussen Han Janssen en Trifon Natsis. We kenden zijn naam van zijn nederlaag tegen Kasparov op de Olympiade van het jaar daarvoor. Tegen Janssen produceerde hij 19 zetten in een versnelde Draak, raakte door het gebrek aan ruimte helemaal gefrustreerd van zijn stelling, waardoor hij na een tijdje nagedacht te hebben, maar meteen opgaf. De partij heeft overigens de database gehaald als een remise, maar Janssen heeft hem toch echt gewonnen! De Griekse teamgenoten keken een beetje vreemd op dat hun compatriot in de volgende stelling zomaar opgaf.
Het gevolg was dat zij gekscherend aan ons vroegen of wij hem in ons team wilden hebben. Daar werd direct bevestigend op geantwoord! We hadden weliswaar een reservespeler, maar die had er schoon genoeg van om als teamcaptain te fungeren. De rol van teamleider betekende namelijk vroeg opstaan, de opstelling doorgeven en verder de drankjes en andere versnaperingen verzorgen voor de spelers tijdens de partij. Natsis, die zelf een aanvaring met een teamgenoot had gehad, had helemaal geen zin om voor zijn eigen land nog uit te komen en hij sloot zich definitief aan bij ons gezelschap. Dat beviel hem uitstekend, met het stappen ’s avonds in Graz als hoogtepunt. Tijdens de wedstrijden liep hij met een Nederlands vlaggetje rond, hij had een badge met Nederland op zijn kraag en bij de wedstrijden hebben de Grieken hem niet meer gezien.
Dit kon natuurlijk niet het hele toernooi goed gaan. Een Belgische vertegenwoordiger sprak hem tijdens een ronde in het Nederlands aan. Toen die in het Engels antwoord gaf, zei de Belg dat hij hoogst verbaasd was om in die taal toegesproken te worden. Waarop Natsis het enige juiste antwoord gaf: het was een internationaal toernooi, dus diende er een internationale taal gesproken te worden en daarmee basta!
De partijen van Natsis en uit de wedstrijd tussen de Sovjet-Unie en het Nederlands studententeam treft u in de viewer aan.
Voor de belevenissen en resultaten van het huidige WK-studenten en vooral die van Robin Swinkels en Twan Burg kunt u terecht op het weblog dat zij bijhouden tijdens het toernooi.