Samir naar grote jongens
Iraakse vluchteling werkt zich schakend naar de landelijke top
Samir naar grote jongens
In januari 2008 stapte een bescheiden man over de drempel van de zaal, waar de schakers van de Moordrechtse vereniging De IJssel op maandagavond spelen. Hij sprak slechts een paar woordjes Nederlands, maar maakte duidelijk dat hij graag mee wilde spelen. Met zijn onopvallende anonimiteit was het daarna snel gedaan. Samir Akrawi bleek het spelletje heel goed te beheersen. Zó goed, dat hij achter bord en stukken onkwetsbaar leek. Snel ingelijfd bij het eerste team boekte hij een honderd procent score in de externe competitie.
Vorig jaar begon zijn ster buiten de eigen verenigingsgrenzen steeds sneller te rijzen. Zijn successen boden hem toegang tot de sterkste amateurklasse in het Corustoernooi in Wijk aan Zee, direct achter de (groot)meestergroepen met professionele schakers. Zijn resultaat was daar verdienstelijk, maar zelf was hij er niet werkelijk tevreden over: ,,Ik had te weinig tijd om me voor te bereiden." Drie maanden geleden boekte hij zijn beste resultaat op Nederlandse bodem tot nu toe, toen hij eerste werd in het Open kampioenschap van Rotterdam. Dat leidde tot de uitnodiging om het komend seizoen uit te komen voor het tiental van SO Rotterdam, dat in de landelijke competitie op het hoogste niveau speelt.
Een nieuwe stap in zijn inburgeringsproces. Meer en meer vindt hij rust na een langdurige periode van onrust en ellende. De nu 39-jarige Akrawi, geboren in het noordelijke deel van Irak (Koerdistan), had aanvankelijk een goed bestaan als sportleraar. Twee maanden per jaar bracht hij in Bagdad door om er te schaken met de beste spelers van zijn land. Onder Saddam Hussein verslechterden de algemene leefomstandigheden. Na de langdurige oorlog met buurland Iran volgde de inval in Kuweit, wat leidde tot de eerste Golfoorlog. Niemand was vanaf dat moment meer zeker van zijn leven. Moorden waren aan de orde van de dag en er ontstond voedselschaarste. Water was nog slechts mondjesmaat te krijgen, vaak ontbrak het aan elektriciteit en gas. Het betekende ook het einde van de activiteiten voor schaakteams, die vóór de crisis nog over de grenzen opereerden.
Akrawi verbrandde zijn schaakboeken en gooide zijn gewonnen bekers weg. Samen met zijn vrouw besloot hij om in december 2005 te vluchten. Aangekomen in Nederland kwam het echtpaar in Ter Apel in een asielzoekerscentrum terecht. De al langer broze relatie leidde tot een scheiding, waarna Akrawi in een vluchtelingenkamp in Appelscha belandde. Overmand door verdriet nam hij telefonisch contact op met zijn in Irak achtergebleven zus, die hem dringend aanraadde om weg te blijven vanwege de toenemende gevaren. Een asielzoekerscentrum in Nijmegen was voor hem het volgende station. Psychisch had hij het zwaar: medicijnen moesten zware depressiviteit onderdrukken.
Vanaf het moment dat hij in september 2007 een huis in Moordrecht kreeg toegewezen, krabbelde hij langzaam uit het dal. Geleidelijk verdwenen de zware hoofdpijnen, waarvoor hij het spreekuur van huisarts Blokland bezocht. Deze wees hem op schaakclub De IJssel, waar hij steun kreeg en sociale contacten opbouwde. ,,Ik ben hier blij," lacht Akrawi nu. ,,Ik wil niet meer verhuizen, ben van Moordrecht gaan houden. Rustig, mooi en de mensen hebben er respect voor elkaar. Hier wil ik blijven tot mijn dood."
‘Eerst een kleine auto en dan een vriendin’
Samir Akrawi heeft ambities. Op schaakgebied wil hij zó sterk gaan presteren, dat hij de titel Fidemeester kan omzetten in die van internationaal grootmeester. Buiten de denksport staat hem een ander traject voor ogen. Hij heeft een begin gemaakt met een serie autorijlessen en licht dat toe: ,,Eerst mijn rijbewijs halen, dan een kleine auto kopen zodat ik me makkelijker kan verplaatsen, daarna een vriendin en familie maken. Tussendoor wel schaken natuurlijk, maar ook gaan werken. Het liefst als sportleraar op een school, wat ik vroeger ook heb gedaan. Dat ligt me goed, het omgaan met mensen. En ik word altijd heel blij van de omgang met kinderen, vandaar."
Bron: Algemeen Dagblad