Eindspelstudies 5: "Doe maar de moeilijkste die je kent!"
website
E-mail:
Hierbij de 5e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
- De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
- Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
- De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
- De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s
Eindspelstudies 5 - "Doe maar de moeilijkste die je kent!"
Het oplossen van eindspelstudies is een leuke tak van sport. Het is ook nog eens nuttig voor partijspelers, want je traint er je tactiek in het eindspel mee. Voor de organisator van zo'n oploswedstrijd is het de moeilijkste opgave om geschikte studies te vinden. Want ze moeten voldoende moeilijk zijn (anders vinden alle deelnemers elke oplossing) maar ook niet onoplosbaar. En, wat nog belangrijker is, de deelnemers moeten de studies niet kennen. Zo schijnt er ooit tijdens het open Duitse oploskampioenschap de beroemdste studie van Leopold Mitrofanov (zie aflevering 2 van deze serie) te zijn voorgelegd aan de deelnemers! Ook ik heb met enige regelmaat bij zo'n toernooi een studie herkend. Nou ben ik weliswaar waarschijnlijk degene die de meeste studies heeft nagespeeld (bij het invoeren ervan in mijn database), maar ik heb nou bepaald niet al die 76.132 studies in mijn hoofd...
Bij een Apeldoorns schaakfestival in 2003 probeerde ik wat propaganda te maken voor de eindspelstudie, o.m. door wat studies ter oplossing aan belangstellenden voor te leggen. Niet te moeilijk uiteraard, en ook liefst partij-achtige stellingen. Maar op gegeven moment kwam toen-nog-net-geen-GM Sipke Ernst aan mijn tafeltje zitten. "Doe maar de moeilijkste die je kent!", zei hij. Daar was ik natuurlijk niet op voorbereid. Na enig geblader in mijn studiemap, dacht ik opeens aan de studie die ik samen maakte met de Roemeense eindspelstudiecomponist en compositie-GM Emilian Dobrescu. Die is zo lastig te doorgronden dat zelfs ik als mede-componist moeite heb om de oplossing te onthouden:
1e prijs Israël-50 jubileumtoernooi 1998
Wit heeft een riante materiële voorsprong, maar zwart dreigt 1...Da3+ met winst. Daar 1.Dh8? faalt op 1...Lxd1, blijft alleen een paardschaak over. 1.Pdc3+? Ka1 2.Pb1 (2.Pxa4 Da3+ en mat) 2...Dc4+ 3.Pbc3 Db4 met herhaling van stelling. Dus 1.Pec3+ Ka1 2.Pxa4
2...Da3+ 3.Pab2 (3.Pdb2? Da2) 3...Dc5+ (3...Da2 4.Txa7 Dxa7 5.Dh8) 4.Pc3! Later zullen we zien dat wit juist een paard op c4 offert om de dame af te leiden. Dat lukt nu nog niet: 4.Pc4? Dxc4+ 3.Pc3 Da6 6.Txa7 Dxa7 en 7...Da3+ is niet meer te voorkomen. 4...Dg1+ 5.Pbd1 Dc5 hernieuwt de dreiging Da3+.
Het wordt tijd voor andere maatregelen: 6.Txa7! Dxa7 7.Pa4!
7.Pb5? Dc5+. Met de tekstzet voorkomt wit Da3+ en dreigt zelf Dh8+. 7...Dc7+ 8.Pdc3 Dh2! (8...Dd6 9.Pc5; 8...De5 9.Pb2).
Nu dreigt de zwarte dame via de onderste rij mat te geven. De paarden herrangschikken zich nogmaals: 9.Pb2! (9.Pd1? Dc7+ 10.Pdc3 Dh2) 9...Dg1+ 10.Pcd1 Dc5+
Het bij de 4e zet besproken offer werkt nu wel. 11.Pc4! Even een ander vraagje tussendoor: stond dit paard in de beginstelling op d1 of op e4? Zwart moet wel nemen, want wit dreigt Dh8+, en na bijvoorbeeld 11...Dd4 dreigt zwart niets en kan wit 12.Db5 spelen, gevolgd door 13.e8D. 11...Dxc4+ 12.Pc3 Da6
Nog steeds is het niet duidelijk wat dit wit nou allemaal brengt. Weer is er die vermaledijde dreiging Da3+.
13.Pb5! (13.Pa4? Df6! 14.Df8 Dc6+ 15.Pc3 Dh1+) 13...Df6 14.Da8+ La2
Zwart dreigt nog steeds via de onderste rij mat te geven, en daarnaast nog Db2+. Op het eerste gezicht lijkt nu 15.Pc3? afdoende, maar dat is onjuist: 15...Da6!, want 16.Dxa6 betekent pat, en dat geldt ook voor 16.e8D Dxa8 17.Dxa8. Andere pogingen zijn nog 16.Df3 Da3+ 17.Kd1 Dxe7, of 16.Df8 Da3+ 17.Kd1 Lb3+ 18.Ke1 Dc1+ 19.Kf2 Dxd2+ 20.Kg1 De1+ 21.Df1 Dxf1+ 22.Kxf1 Lf7, of 16.Dh8 Da3+ 17.Kd1 Lb3+ 18.Ke1 Dxe7+. Het beste is nog 16.De4 Da3+ ! (16...Lb3? 17.Db4) 17.Kd1 Lb3+ 18.Ke1 Dc1+ 19.Kf2 Dxd2+ 20.Kg3 Dxc3 21.e8D d2+ en zwart haalt ook een tweede dame. Wit wint uitsluitend met het dameoffer 15.Dxa2+! Kxa2 16.Pc3+ Ka1 17.e8D maar het is nog niet helemaal over. Ook zwart offert z'n dame! 17...Dc6!
18.Dxc6? is meteen pat. Het is nog niet eenvoudig in te zien hoe wit pat vermijdt. 18.Dh8? Dh1+ 19.Dxh1 pat. Of 18.De3? Dh1+ 19.Pd1 Dc6+ 20.Pc3 Dh1+. En niet te vergeten 18.De5? Dc5! 19.De3 (19.Dxc5 pat) 19...Da3+ 20.Kd1 Dc1+ 21.Kxc1 pat! Toch kan het: 18.De4! en wit wint. O ja, het paard op c3 stond in de beginstelling op d1 of op e4?
Sipke Ernst en ik kwamen na afloop tot de conclusie dat dit niet de ideale studie is voor een oploswedstrijd. Ik geloof niet dat ik er toen in geslaagd ben om hem voor de eindspelstudiewereld te winnen. Maar ja, hij vroeg er zelf om!
GM Emilian Dobrescu was een van de belangrijkste eindspelcomponisten ooit. Hij is nu al enkele jaren inactief. Hij specialiseerde zich o.m. in de razend moeilijke eindspelen van dame tegen toren en loper of paard. Hij vroeg me ooit om al zijn eindspelstudies voor zijn boek Chess Study Composition (1999) te controleren met de computer. Ik vond het een beetje moeilijk om hem te laten weten dat ongeveer een kwart van zijn studies incorrect bleek. Hij was echter helemaal niet teleurgesteld; sterker nog: hij beschouwde de weerleggingen als inspiratie en het corrigeren van zijn studies als een uitdaging. Daarbij werkte hij verbluffend snel en zonder hulp van een computer. Binnen enkele dagen stuurde hij me tientallen correcties...
Mijn database (zie www.hhdbiv.nl) bevat 431 studies van Dobrescu. Daarvan is van 169 bekend dat ze incorrect zijn. Zo'n 60% van zijn studies werden bekroond. Daarbij moet men nog bedenken dat een aanzienlijk deel van zijn studies niet naar een toernooi werd gestuurd, maar alleen in zijn boeken werd gepubliceerd.