de Volkskrant schaakrubriek 16 oktober 2010
Slordigheden kruipen in spel Magnus Carlsen
Magnus Carlsen verloor tijdens de Olympiade drie partijen. Dat was de nummer een van de wereldranglijst lang niet overkomen, maar echt zorgen leek hij zich niet te maken. Op zijn weblog schreef hij dat hij het toernooi na de laatste nederlaag achter zich had gelaten. Hij keek vooruit naar de Grand Slam finale in Bilbao, een dubbelrondige vierkamp met Anand, Kramnik en Sjirov.
Bij aankomst in Spanje verzekerde Carlsen zijn volgers dat het voelde alsof de Olympiade eeuwen geleden was gehouden. Was het maar waar. In de eerste ronde in Bilbao werd hij langzaam gewurgd door Kramnik en een dag later verloor hij onnodig een eindspel van Anand. Een poging iets van het verloren terrein goed te maken tegen Sjirov strandde na 174 zetten in remise.
Het is mogelijk dat Carlsen in de tweede toernooihelft revanche neemt, maar waarschijnlijk is dat niet. Verdwenen is de vanzelfsprekendheid waarmee hij toernooien naar zijn hand zette. Hij heeft moeite de juiste concentratie op te brengen en er zijn slordigheden in zijn spel geslopen die we niet eerder bij hem zagen.
Op de live rating lijst, waarop de prestaties van de topspelers van dag tot dag worden bijgehouden, is Carlsen zijn tot voor kort onaantastbare eerste plaats kwijtgeraakt. Anand is hem gepasseerd en Kramnik, Aronian en Topalov zitten hem op de hielen. Tijd voor rust heeft hij niet. Na Bilbao volgen kort na elkaar elitetoernooien in Nanjing, Londen en Wijk aan Zee. Hij zou een lief ding geven om aan minstens een van die contractuele verplichtingen te ontsnappen.
Carlsens laatste partij op de Olympiade was een treurig dieptepunt. In de wedstrijd Noorwegen – Rusland 4 bereikte hij tegen de 17-jarige Sanan Sjugirov de volgende stand:
Sjugirov – Carlsen na 17 … Df6-g6. Na dubieus openingsspel was Carlsen in een onaangename stand beland. Wits volgende zet kan geen verrassing zijn geweest.
18. fxg5
Nu moet zwart met een pion minder de schade zien te beperken. Na 18 … hxg5 19. h3 Pgf6 20. Dxg5 Tdg8 21. Dxg6 Txg6 22. Lf4 Thg8 23. Tf2 Pe4 24. Te2 weegt de activiteit van de zwarte stukken niet op tegen de minuspion, maar hij kan vechten. In plaats daarvan blunderde Carlsen vreselijk.
18 … Pgf6?? 19. Txf6!
Allicht. na 19 … Pxf6 20. Dxe6+ gaat 20 … Pd7 niet omdat de dame op g6 hangt.
19 … Lxh2+ 20. Kh1 Pxf6 21. Dxe6+ Kb8 22. gxf6 Lc7 23. Pe5 Dxc2 24. f7 Thf7 25. Lb4
Zwart geeft op.
Acht dagen later trof Carlsen in zijn volgende partij een tegenstander die een uitstekende Olympiade had gespeeld.
Kramnik – Carlsen
Bilbao 2010
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6 5. Da4 Lb7 6. Lg2 c5 7. dxc5 bxc5 8. 0-0 Le7 9. Pc3 0-0 10. Td1 Db6 11. Lf4 Td8 12. Tab1 h6 13. Db5 Lc6 14. Dxb6 axb6 15. b3
Van deze stelling mag wit niet veel verwachten. Een goede zet is 15 … Pe4 en ook 15 … d5 lijkt speelbaar. Na de volgende zet komt zwart in kleine moeilijkheden.
15 … g5 16. Lxb8! Taxb8 17. Pe5 Lxg2 18. Kxg2 Tbc8 19. e4 d6 20. Pd3 Kf8 21. h3 Pd7 22. f4 Pb8
Een speler uit vorm zou liever tegen een andere stelling aankijken. Zwart heeft geen tegenspel en moet geduldig afwachten.
23. Pa4 Pd7 24. Pf2 Ta8 25. Td2 Ta5 26. Pc3
Verhindert … b6-b5.
26 … Pb8 27. Tbd1 Pc6 28. Pb5 gxf4
Carlsen zei na de partij dat hij deze ruil achterwege had moeten laten. Te laat ontdekte hij dat de open g-lijn alleen wit ten goede komt. Na 28 … d5 29. exd5 exd5 30. cxd5 Txb5 31. dxc6 Tc8 heeft zwart meer overlevingskansen dan in de partij.
29. gxf4 d5 30. exd5 exd5 31. cxd5 Txb5 32. dxc6 Tc8 33. Pg4 Txc6 34. Pe5 Te6 35. Kf3 Ta5
De laatste kans op verdediging was 35 … Tb4 (36. Td7 Lf6 37. Pxf7 Tee4).
36. Tg2!
36 … f6
Na 36 … Lf6 komt 37. Pd7+ Ke7 38. f5 en wint.
37. Pc4 Ta7 38. f5
Geen haast. Eerst wordt zwarts loper tot figurant gedegradeerd.
38 … Tc6 39. a4 Tb7 40. Tg6 h5 41. Tdg1 Ke8 42. Pe5 Tc8 43. Tg8+ Lf8 44. Pg6 Tf7 45. Td1
Zwart geeft op.