Eindspelstudies 6: Plagiaat
website
E-mail:
Hierbij de 6e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
- De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
- Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
- De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
- De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s
Eindspelstudies 6 - Plagiaat
door Harold van der Heijden -
Plagiaat is een merkwaardige vorm van diefstal. De dief houdt er geen harde pecunia aan over, maar gaat er vandoor men het intellectueel eigendom van iemand anders. Tegenwoordig schijnt het onder studenten de gewoonste zaak van de wereld te zijn om scripties eenvoudig over te tikken, wat zeg ik, met "copy and paste" de zaak eventjes te "fixen". Er zijn zelfs bedrijven actief die voor docenten het internet kunnen afstruinen om scripties te checken op plagiaat. Overigens heb ik ook nog wel eens een student onder m'n hoede waarbij het mij meteen zou opvallen als de afstudeerscriptie opeens een goed doorwrochten verslag blijkt te zijn, en ook nog eens zonder taalfouten. Of is de moderne student zo handig dat 'ie juist verslagen zoekt die nèt niet goed genoeg zijn?
Op eindspelstudiegebied lijkt het al helemaal merkwaardig om een studie van iemand anders te pikken. De kans is behoorlijk groot dat iemand er achter komt, en bovendien levert het eigenlijk niets op. Het laatste decennium is het prijzengeld wel toegenomen in de zin dat bij de belangrijke toernooien de eerste prijs tussen de 500 en 1000 Euro ligt. Maar bij 90% van de toernooien gaat het alleen om de eer, en verder wordt er vooral bij die belangrijke toernooien streng gecontroleerd.
Toch moeten we ook opletten om iemand zo maar van plagiaat te beschuldigen. Zo komt het wel degelijk voor dat een studie opnieuw bedacht wordt. De kans daarop is ongeveer omgekeerd evenredig met het aantal stukken op het bord. Uiteraard is het in zo'n geval voor de "plagiator" lastig om te bewijzen dat er geen opzet in het spel was, maar er zijn krasse voorbeelden bekend waarin her-compositie aannemelijk is. Zo vinden we "plagiaat" bij compositie-GM's in artikelen met originele studies over een bepaald idee, bij redacteurs van eindspelstudierubrieken en soortgelijke gevallen waarin iemand alleen maar zijn goede reputatie kan verspelen en verder er niets bij te winnen heeft. Ook mij is dat overkomen....
In de afgelopen jaren waren er op eindspelstudiegebied een aantal notoire plagiators actief. Zo heeft Raimundus Senkus (Litauen) in de jaren negentig de toernooien overspoeld met gestolen problemen en eindspelstudies. Kenmerk: meestal belangrijke composities, vrijwel altijd links/rechts gespiegeld, soms enkele zetten weggelaten. Al zijn gepubliceerde eindspelstudies bleken plagiaat.
Andrejs Strebkovs, een vrij bekende partijschaker bovendien, heeft Senkus opgevolgd. Overigens is voor sommige van zijn studies het plagiaat nog niet vastgesteld. Maar de man heeft het inmiddels zo bont gemaakt dat als hij een studie instuurt naar een toernooi waarvoor ik de toernooidirecteur ben, ik die meteen diskwalificeer.
Dat brengt mij op het volgende: het lijkt erop dat het voor sommige plagiators juist de sport is om te proberen om de "erkende" deskundigen op het gebied van anticipatie-onderzoek te "verslaan". Ik ben zo onbescheiden om mij ook tot die deskundigen te rekenen. Zie wat de heer I. Borisenko uit Oekraïne mij stuurde voor het 2003-toernooi van het tijdschrift EBUR waarvan ik indertijd hoofdredacteur was (is inmiddels gefuseerd met EG):
EBUR 2003
Na de zettenreeks 1.Pd7+ Kh7 2.Txh8+ Kxh8 speelt wit 3.Ld4+
Het verdere verloop van de studie is een stuk interessanter. Vanwege de afwezigheid van pionnen is de anticipatie-tester bedacht op het feit dat nu niet alleen links/rechts-spiegelingen identiek zijn, maar ook gedraaide versies. En inderdaad. We laten meneer Borisenko in z'n sop gaarkoken en pakken het origineel erbij. Draait u even het bord een kwartslag?
1e prijs Ginninger herdenkingstoernooi 1935
1.Le4+ Ka7 2.Pc6+ Kb6 3.Pxd4 Kc5 Een interessante stelling. Wit wil uiteraard het paard op a1 winnen en zijn eigen stukken behouden. Dat is nog niet zo eenvoudig. Bijvoorbeeld 4.Pf3? Kc4 5.Pd2+ Kd4 6.Kb2 Ke3 7.Kc3 Pb3. De enige zet is 4.Pe2! Kc4 5.Pc1 dekt b3 5...Kc3 6.Pa2+ Kc4 7.Lh7(g6,f5) Pb3 8.Lg8+ wint.
Terugkomende op de plagiërende studie: ook 1.Pg6+ Kf7 2.Txh8 wint, want als de zwarte koning het paard slaat komen in een 6-stukken eindspel waarvan bekend is dat wit wint als de lopers van ongelijke kleur zijn.
In mijn HHdbIV-database zitten (maar liefst) 540 studies die verdacht zijn; d.w.z. waar een (groot) gedeelte van de studie vrijwel identiek is aan een voorganger. Zoals al gezegd zijn spiegelingen en draaiingen symptomen van opzettelijk plagiaat. Maar daaraan kunnen we toevoegen: onbekende componisten met een briljante studie en recidivisten. Bij sommige "componisten" is de score 100%, bij anderen aanzienlijk (Borisenko: 12 van zijn 30 studies bleken plagiaat; wie onderzoekt de andere 18 studies?).