Traditie blijft in stand
Als we het dorp Wijk aan Zee noemen, wordt dat onmiddellijk met het Hoogovens-, Corus- en nu binnenkort Tata Steel-toernooi geassocieerd. Toch is Wijk aan Zee eens in de zoveel tijd op schaakgebied op een andere manier in het nieuws, namelijk met het Cultural Village toernooi . Laten we bij het begin beginnen.
Toen ik in de jaren tachtig samen met mijn Eindhovense schaakmakker Gerard Welling deelnam aan het Hoogovenstoernooi logeerden wij in het Sonnevancktoernooi. Daar leerden wij de toenmalige eigenaar Bert Kisjes kennen. Bert bleek niet alleen zeer charmant en een goed gastheer, hij had ook oog voor wat schakers op hun lever hadden. Zo verhaalden wij over de doelen die wij prutsers aan het nastreven waren. Meesternormen wilden we graag behalen maar dat kon eigenlijk alleen maar in het buitenland. Zo togen wij jaarlijks naar de Engelse badplaats Ramsgate om daar ons geluk te beproeven. De hoteleigenaar daar hield in de winter een open toernooi omdat zijn hotel toch leeg stond. Geen enkele toerist had er trek in om in de koude geconfronteerd te worden met hotelkamers waar maar een zielig straaltje water het bad in liep…
Het lukte ons zowaar om af en toe met een zogenaamde “open norm” thuis te komen. Maar de Fide had in zijn oneindige wijsheid bedacht dat, om benoemd te worden tot internationaal meester ook, een “gesloten norm” vereist was. Een norm in een gesloten meerkamp dus. En die waren er in Nederland nauwelijks. Terwijl het toch niet zo moeilijk kon zijn om zoiets te organiseren, zeiden wij erbij. Dat vond Kisjes een uitdaging. “Dan gaan we zoiets toch op poten zetten”, zei hij resoluut. Dat moest natuurlijk met een minimaal budget gebeuren. Zo gezegd zo gedaan. Ik nam contact op met Jeroen van den Berg, die toen nog niet in de hoedanigheid zat als hij nu is (o.a. toernooidirecteur bij Tata Steel), maar vanuit zijn bureau zag hij wel mogelijkheden om kleine sponsorbedragen los te peuteren. Bert ging met de hoed langs in Wijk aan Zee om de kosten te drukken voor o.a. de maaltijden. Met vereende krachten kwam er een eerste tienkamp waarin ik nog als leuke geste had voorgesteld om Julius Armas uit Roemenië uit te nodigen.
Julius was een schaakvriend die we meerdere malen op onze reisjes in het Oostblok hadden ontmoet. Voor hem was het Westen in de tijd van dictator Ceauşescu iets dat bijna tot de onmogelijkheden behoorde. En ik had net daarvoor van hem gewonnen in een Europa Cup wedstrijd voor landenteams. Daardoor bekerde de Eindhovense Schaakvereniging en niet de professionals uit Boekarest verder. Kisjes ging daar onmiddellijk in mee en met vereende krachten hebben we Armas uit Boekarest laten overkomen om deel te nemen aan de eerste tienkamp van wat toen het “Sonnevancktoernooi” ging heten. Armas is inmiddels een gerespecteerd staatsburger van Frankrijk en eigenaar van de beroemde schaakcamping daar.
Om een lang verhaal kort te maken: het Sonnevancktoernooi is vele malen georganiseerd, totdat Bert Kisjes zijn hotel verkocht. De nieuwe eigenaren hebben de traditie nog eenmaal voortgezet, maar hadden eigenlijk niets met ‘dat schaken’. Bert ging op een hele andere toer. Hij legde contacten in Europa met andere dorpen en creëerde zo een heel netwerk. Zijn stichting “Cultural Village” werd succesvol en bleek ook genegen om het toernooi weer nieuw leven in te blazen. Dat is Bert ten voeten uit: hij heeft zich al die jaren hier hard voor gemaakt en hoewel het niet jaarlijks gehouden kan worden, is het al prachtig dat er nieuwe talenten hun krachten kunnen meten met buitenlanders.
In de huidige groep speelt oud-pupil Twan Burg mee. Van hem heb ik uit de eerste twee ronden aanvalspartijen geselecteerd. In de eerste gaat hij dwars door de koningsstelling van Enrico Blees heen, in de tweede zit hij helaas aan de verkeerde kant als zijn tegenstander Oleksandr Sulypa hem eraf offert.
Twan Burg – Enrico Blees (eerste ronde)
1. e4 c6 2. d4 d5 3. Pc3 dxe4 4. Pxe4 Lf5 5. Pg3 Lg6 6. h4 h6 7. Pf3 Pd7 8. h5 Lh7 9. Ld3 Lxd3 10. Dxd3 e6 11. Ld2 Pgf6 12. O-O-O
12… c5 Een zeldzame zet, ooit door Huebner gespeeld. Het is de vraag of die voor herhaling vatbaar is. 13. The1 Le7 14. d5 Pxd5 15. Pf5 Waarschijnlijk een versterking op een oude partij Kavalek-Huebner. [In de bewuste partij Kavalek-Huebner, 1979 volgde 15. Txe6 fxe6 16. Dg6+ Kf8 maar de aanval bleek niet sterk genoeg.]
15… P7b6? Dit kan het niet zijn voor zwart. [Uit den boze is 15… O-O 16. Pxe7+ Pxe7 vanwege 17. Lxh6! en wit wint een mooie pion.] [Triest maar noodzakelijk is 15… Kf8 16. Pxe7 Dxe7 en het voordeel voor wit lijkt nog niet zo groot.] 16. Pxg7+ Kf8 17. Pxe6+ Twan slaat vrolijk door de zwarte stelling heen. 17… fxe6 18. Dg6 Lf6 19. Txe6 Lg7
20. Pe5 Niet slecht, maar er was nog een sterkere voortzetting. [Het idee dat Twan een zet later op het bord brengt, had hij vermoedelijk nu moeten spelen. Met 20. La5! lijkt het gedaan met de zwartspeler vanwege teveel penningen en een open koningspositie. 20… Kg8 21. c4 en wit wint.] 20… Dc7 21. La5 Lxe5 22. Txd5! Wit maakt handig gebruik van de penning en activeert zo zijn tweede toren. 22… Lg7 23. Tf5+ Kg8
24. Te8+ Ruim voldoende voor de winst. Nog overtuigender was 24. Lc3 Dd7 25. Lxg7 Dxg7 26. Dxg7+ Kxg7 27. Tg6+ Kh7 28. Tf7# Een fraai epaulettenmat (zie analysediagram:
24… Txe8 25. Dxe8+ Kh7 26. Dg6+ Kg8 27. De6+ Kh7 28. Tf7 Dc6
29. Txg7+ Een beetje frivool. [Het prozaische 29. Lc3 was wel zo gemakkelijk.] 29… Kxg7 30. Lc3+ Kf8 31. Dxc6 bxc6 32. Lxh8 Zwart gaf zich gewonnen. 1-0
Oleksandr Sulypa – Twan Burg (tweede ronde)
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pc3 Pf6 4. e3 g6 5. Pf3 Lg7 6. Db3 [Normaal is hier 6. Le2] 6… O-O 7. Ld2 b6 8. cxd5
8… Pxd5 [8… cxd5 lijkt mij de aangewezen zet.] 9. Lc4 Pxc3 10. Lxc3 Pd7 11. a4 Tb8 12. O-O b5 Een provocatie. Toch begrijp ik niet zo goed wat de zwartspeler hiermee wil afdwingen. Hij verzwakt zijn pionnenstructuur op de damevleugel en ziet daar weinig voor terug. 13. axb5 cxb5
14. Lxf7+!? Zeer spectaculair en ook volledig correct. [Ook uitstekend voor wit lijkt mij het rustige 14. Le2 bijvoorbeeld: 14… a6 15. Tfc1 Lb7 16. La5 De8 17. Tc7 met groot voordeel.] 14… Txf7 15. Pg5
15… e6?! Dit maakt het erger. [Een van de kritieke varianten is 15… De8 16. Txa7 Lf6 17. Pxf7 Dxf7 18. Dxf7+ Kxf7 waarmee zwart nog een eindspel kan bereiken maar na 19. d5! Lxc3 20. bxc3 staat hij volkomen ‘ opgevouwen’.] 16. Pxf7 Kxf7 17. d5! Nu de koning heel erg in de tocht is komen te staan, gooit wit alle deuren wagenwijd open. 17… e5 18. d6+ Kf8
19. f4 Wit probeert de f-lijn te openen waarna Tf1 beslissend zou ingrijpen. 19… e4 Gedwongen. 20. f5 g5 Weer geforceerd maar daardoor krijgen we nu een soort "Excelsior-pion" (een pion die achter elkaar naar de overkant loopt). Overigens is dit thema al op deze site ten minste tweemaal aan de orde gekomen. Vrij onlangs in het artikel Eindspelstudies 4 – excelsior van Harold van der Heijden en De Excelsiorpion van mijn hand. Later begreep ik eerstgenoemd artikel dat ik met het voorbeeld dat ik gaf geen zuiver “Excelsiorthema” had gepresenteerd omdat de pion niet in een reeks achtereenvolgende zetten naar de overkant gaat. In de partij gaat de pion naar de zevende rij, de overkant heeft hij nooit gehaald. Wel hielp hij mee aan een matbeeld.
21. f6 Lh6 22. Dd5 Niets mis mee. [Nog sterker was om het "Excelsiorthema" toe te passen met 22. f7! Er dreigt dan voornamelijk De6. Na 22… Pc5 23. Dd5 Pd3 24. Lf6 Dd7 25. Le7+ zou er aan alles een einde zijn gekomen.] 22… Tb7 23. f7 Lg7 24. Dxe4 Lxc3 25. Dxh7 Pf6 Nu mag wit het elegant afmaken. Twan gunt zijn tegenstander de eer: een sportief gebaar!
26. Txf6 Lxf6 27. Dg8# 1-0
Speel hier bovenstaande partijen met de viewer na: