De Telegraaf schaakrubriek 4 december 2010
Hans Böhm
Het is al enige jaren een traditie om ‘de mooiste partij’ van iedere competitieronde aan te wijzen. De gelukkige winnaar krijgt naast eeuwige roem ook een boekje over bijzondere openingssystemen: SOS (Shocking Opening Systems) van schaakuitgeverij New in Chess. Het is een heel proces om tussen al die honderden partijen te kiezen maar gelukkig zijn er enkele vergemakkelijkende factoren. Om te beginnen moeten kandidaten zelf hun partij aanleveren. Direct na afloop van een gewonnen partij vindt iedereen zijn partij de mooiste van het jaar maar na enige serieuze analyse blijven er toch niet veel partijen over die daadwerkelijk worden opgestuurd. Topsportcoördinator KNSB Jeroen Bosch zamelt alle kandidaten die na die eerste selectie overblijven in, en doet vervolgens een tweede selectie zodat de jury, dit seizoen grootmeester Hans Ree en ondergetekende, een zestal toppers voorgeschoteld krijgen. Aan ons dan de zware maar eervolle taak om de uiteindelijke winnaar aan te wijzen. In de competitieronde van november zaten weer enkele mooie cruciale momenten.
T. Benning – M. Otten, Klasse 3 E.
Zwart heeft een pion geofferd voor centraal spel en wit moet oppassen. Verstandig zou nu 23.Lf2 geweest zijn om d4 stevig te verdedigen. Maar wit voelt geen gevaar: 23.Kd2? cxd4 24.cxd4 Tc4 en ineens komen de zwarte stukken tot leven. Nu zouden na 25.Lf2 Txh7! 26.Pxh7 Pf5 27.Dd3 La6 de combinaties vanzelf komen. Daarom liep het zo af: 25.De3 Txh7! 26.Pxh7 Pf5 27.Df2 Txd4+ 28.Kc2 Tc4+ 29.Kd1 d4 30.Pd2 Tc8 31.Th2 Pc5 32.Ke2 Pe3 33.Pg5 De8 34.a4 Dh5+ 35.P2-f3 La6+ 36.Kd2 Pb3#
Dan waren er twee dameoffers, alhoewel met de compensatie van toren plus loper plus paard niet echt van een offer gesproken kan worden. Zo’n ruil van materiaal is doorgaans af te raden voor de damepartij maar het aardige was nu juist dat het ene offer goed was en het andere minder overtuigend.
J. Evengroen – M. Timmermans, 3 G
In deze interessante stelling doet zwart niet iets voor de hand liggends met 16…fxg3 17.hxg3 Pxg3 maar opent de verwikkelingen met 16…Pxg3! en hij krijgt succes met zijn vondst omdat wit niet terugslaat maar een dame gaat ‘winnen’.
17.Pxb7? Pxh1 18.Pxd8 Pxf2 19.Kf1 Taxd8 20.Da5 e4 21.Dxa6 Pe5 22.c5 exf3 23.Ld1 P2-g4 24.Lb3 Tf6 25.c6 Tg6 26.Kg1 Pf2+ 27.Kf1 Pe4 28.Da5 Pg4 29.Kg1 Pe3+ 30.Kh1 Pf2#.
Wit moet zich nog maar eens goed achter de oren krabben waarom hij koos voor deze damewinst. Dat mag toch niet goed voelen, dan moet er toch tijdens het gedachteproces een stevig innerlijk protest ergens vandaan komen?
Maar je kunt je er een enkele keer ook op verkijken. Neem nou deze stelling
T. van der Heijden – G. Rauw, BSG – Philidor L.
Beide spelers hebben zich bewust op deze stelling ingelaten. En terecht, want de stand is in een wankel evenwicht. Maar het ging al snel mis na 16.cxb7+ Pxa4 17.Lb5+! Ke7? Moeilijk te voorzien maar alleen 17…Kf8! houdt zwart overeind omdat dan na 18.bxa8D Dxa8 19.Lxa4 g4 20.Ph4 Dd8! 21.g3 Dd3 er een octopusdame op d3 verschijnt die niet alleen Ke1 in haar greep heeft maar ook iets dreigt op c3 en e4. Na de tekstzet ging het verder met 18.bxa8D Dxa8 19.Lxa4 De4 20.Lb3 g4 21.Ph4 a5 22.0-0-0 Dc6 23.Td3 a4 24.Ld5 Df6 25.g3 Dxf2 26.Td2 Df6 27.e4 Td8 28.Pf5+ Kf8 29.h3 c6 30.hxg Kg8 31.Txh6 Dg5 32.Th5 Df6 33.g5 en zwart gaf op.
De winnaar werd een partij die niet aan één cruciaal moment hing maar met vaste hand en toch gepointeerd naar winst werd gevoerd. Zonder commentaar, leerzaam om na te spelen.
R. Swinkels – T. Fiebig, Meesterklasse
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 e6 5.b3 Pbd7 6.Lb2 Ld6 7.Ld3 b6 8.0–0 Lb7 9.Pbd2 0–0 10.Pe5 c5 11.cxd5 exd5 12.f4 Pe4 13.Pxe4 dxe4 14.Lc4 Pf6 15.De2 De7 16.Tad1 cxd4 17.Txd4 Tad8 18.Tfd1 Lxe5 19.fxe5 Txd4 20.exf6!? Txd1+ 21.Dxd1 Dc5 22.fxg7 Dxe3+ 23.Kh1 Tc8 24.h3 Lc6? 25.Lxf7+! Kxf7 26.Df1+ Ke6 27.Df6+ Kd7 28.Df7+ Kd6 29.La3+ Ke5 30.Lb2+ Kd6 31.La3+ Ke5 32.De7+ Kf5 33.Df8+ Txf8 34.gxf8D+ Kg5 35.Le7+ en zwart gaf op want hij loopt mat.