Tweepaardenspel in de nahand

schaakbeeld nr. 36, zaterdag 18 december 2010

tweepaardenspel in de nahand.

Het schaken kent tientallen openingen. Sommige zijn eeuwenoud. Ik ken lang niet alle historische achtergronden en zeker niet de feitelijke inhoudelijke openingszetten. Wat me er mateloos aan boeit zijn de naamgevingen.

Namen als: Caro-Kann, Moderne Benoni, de Piric variant van het Nimzo-Indisch, Bogo-Indisch, Opo-Indisch of De Drakenvariant.

Intrigerende, cryptische en ondoorgrondelijke omschrijvingen. Het is vreemd en “buitenlands”. Welk ander spel als schaken kan zich hierop beroepen?

Soms klinkt het als muziek,bijv.: Giuoco Pianissimo, Ponziani, het Weens,

het Hongaars, de Rubensteinvariant.

Ik wil de verklaringen achter de namen zelfs niet weten, het verstoort de magie, de fantasie en de schoonheid ervan.

De allermooiste naam voor een schaakopening vind ik persoonlijk:

”tweepaardenspel in de nahand”.

Insiders onder ons weten dat het schaaktechnisch om de volgende zetten gaat:

1 e2-e4 e7-e5

2.Pg1-f3 Pb8-c6

3.Lf1-c4 Pg8-f6

In feite is het “een variant van het Italiaans”.

Het is mijn lievelingsopening, normaliter krijg je spannende partijen op het bord.

Ik wil nu niet ingaan op de schaaktechniek maar me louter en alleen concentreren op de prachtige naamgeving zelf.

Die vind ik niet alleen zeer poëtisch, maar ook idyllisch klinken. Ik krijg mooie beeldassociaties bij die woorden.

Het begint al met het eerste woord. “tweepaardenspel”.

Een spel tussen twee paarden.

Ik weet niet of je wel eens twee paarden buiten in een wei met elkaar hebt zien spelen. Het is puur genieten. Afgelopen voorjaar in de polderuiterwaarden bij Lent: Het ene paard maakte korte sprintjes in de wei, draafde om het ander paard heen. Beide paarden hinnikten een paar keer naar elkaar. Hun hoofden aaiden elkaar, ze gingen beiden op hun achterbenen staan en maakten met hun voorpoten vriendelijk klauwende bewegingen. Vervolgens stoven ze weer uit elkaar, renden keihard kriskras door de wei, zochten elkaar meteen weer op, dolden met hun manen, staarten, benen, en elkaar. Ik had helaas geen fototoestel bij me en maak daarom uit mijn herinnering een tekeningetje hoe het er ongeveer uit zag.

Dan het woord “nahand”. Het wordt als volstrekt vanzelfsprekend ervaren dat je dat begrip snapt en kent. Zo logisch is dat echter niet. Het is me nooit uitgelegd en ik vraag me af hoeveel SMB-ers het weten. (toch eens volgende week een steekproef houden op de club)

Welk beeld krijg ik als ik de twee spelende paarden koppel aan de nahand?

De paarden zijn uitgespeeld. De link dringt zich dan op dat je contact met ze zoekt, want ze hebben je bekoord. Met de hand even op de hals of flank kloppen en ze wat gras geven. Veel wandelaars en kinderen doen dat. Met gestrekte platte hand omdat men bevreesd is dat het dier per abuis anders je vingers afbijt. Zo’n platte hand die twee paarden voert is volgens mij een ‘nahand”.

Voor mijn gevoel geeft het onderstaande beeld de essentie weer van deze idyllische schaakopening.

Net in een schaakboek opgezocht wat “nahand” feitelijk betekent .

Heel teleurstellend en saai. “Nahand” betekent de hand die komt na het spelen van wit, zwart dus.

In datzelfde schaakboek las ik ook dat de opening “tweepaardenspel in de nahand” ook wel de “Pruissische opening” wordt genoemd. Triest, het idyllische beeld dat ik van de opening had wordt door deze “militaristische insteek” ernstig verstoord. De paarden spelen niet meer, maar trekken kanonnen en dragen lelijke geharnaste mannen met puntig gedraaide snorren. Deze opening heeft voor mij afgedaan.

Ik denk dat ik mijn lievelingsopening nu verleg en wel naar het Schots vierpaardenspel. Dat moet een heel mooi gezicht zijn met die rokjes.

Frans

foto: paarden uit beeldentuin Verbeke Foundation bij Antwerpen.

het eerstvolgende schaakbeeld verschijnt zaterdag 8 januari.a.s

we wensen iedereen een gelukkig en voorspoedig 2011: Cas en Frans

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.