de Volkskrant schaakrubriek 24 december 2010
Gert Ligterink
Carlsen verrast Nakamura met desperadozet
Als de eindstand van de London Chess Classic op klassieke wijze was opgemaakt, zou het toernooi door drie spelers zijn gewonnen. McShane, Anand en Carlsen bleven met 4,5 uit 7 Kramnik en Nakamura een half punt voor. In Londen ging het anders. Magnus Carlsen ontving de ongedeelde eerste prijs van 50 duizend euro dankzij een score van 13 uit 7. Anand en McShane, die ongeslagen bleven en beiden van Carlsen wonnen, hadden met 11 uit 7 het nakijken.
Verantwoordelijk voor deze niet alledaagse afloop was de van het voetbal afgekeken beloning van drie punten voor een overwinning. Carlsen profiteerde optimaal van deze regeling door zijn twee nederlagen ruimschoots te compenseren met vier winstpartijen. De oude stelregel van Petrosian _ `Wie niet verliest, wint het toernooi’ _ leek in Londen opeens hopeloos ouderwets.
Het is de vraag of deze telling navolging zal vinden. Het is prima als organisatoren de spelers stimuleren in elke partij tot het uiterste te gaan, maar het gaat ver om een straf op de remise in te stellen. Carlsens leverde zijn beste prestatie in Londen niet in een van zijn winstpartijen, maar in een fascinerend gevecht met Kramnik, waarin hij dankzij een geweldige verdediging een nederlaag wist af te wenden.
Als tiebreaker is het driepuntensysteem voor een winstpartij acceptabel en om die reden valt met de toekenning van de eerste prijs aan Carlsen best te leven. Minder acceptabel is een scenario dat de Amerikaan Mig Greengard op zijn weblog schetste. Als de Londense telling in het Tata Steel toernooi in Wijk aan Zee mocht worden toegepast, zou een speler met elf remises en twee overwinningen het in de eindstand afleggen tegen een concurrent met vijf overwinningen, vijf nederlagen en drie remises.
Dankzij de toernooizege sloot Carlsen een uitstekend jaar af als aanvoerder van de wereldranglijst. Hij begon met eerste prijzen in Wijk aan Zee, Nice en Medias. Het ging grondig mis tijdens de Olympiade en het toernooi in Bilbao, maar met overwinningen in Nanjing en Londen heroverde hij veel van het verloren terrein. Het blijft doodzonde dat hij niet wil meedoen aan de kandidatenmatches.
Carlsen – Nakamura
Londen 2010
1. c4 f5 2. g3 Pf6 3. Lg2 d6 4. Pc3 g6 5. e3 Lg7 6. Pge2 0-0 7. 0-0 e5 8. b3 Pbd7 9. d3 c6 10. La3 Dc7 11. Dd2 Te8 12. Tae1 Pc5 13. h3 e4
Na een zeker voor houwdegen Nakamura erg rustig begin komt de strijd op gang. Een geduldiger zwartspeler zou met 13 … a5 voorlopig hebben afgewacht.
14. dxe4 Pfxe4 15. Dc2 Pxc3 16. Pxc3 Le6 17. Td1 Tad8 18. Lb2 Lf7 19. Td2 a5 20. Tfd1 Le5 21. Pe2 a4
Een logisch plan. Zwart lokt de b-pion naar voren, waarna de aanval op veld c4 kan worden ingezet.
22. b4 Pd7 23. Ld4 Pb6
24. Lxb6
Zeker geen standaardoplossing. Maar de ruil pakt goed uit omdat zwarts loper op e5 in het vervolg weinig kan uitrichten.
24 … Dxb6 25. Tb1 Dc7 26. Pd4 Tc8 27. Tc1 De7 28. Td3 c5! 29. bxc5
Sterker is het door de Rus Sjipov aangegeven 29. Pe2 cxb4 30. Dxa4 Txc4 31. Txc4 Lxc4 32. Ld5+ Lxd5 33. Txd5, waarna wit de tijdelijk verloren pion met voordeel terugwint.
29. bxc5 Txc5 30. Dxa4 Tec8
Nu komt zwart in moeilijkheden. Na 30 … d5! 31. Pe2 dxc4 32. Td7 Ta5! staat hij goed.
31. Tb1! Txc4 32. Dd1 b6 33. Pb5 T4c5
Taaier is 33 … Td8, maar aan die passieve verdediging zal Nakamura niet hebben gedacht. Hij vertrouwde op zijn 36ste zet, waarbij hij een kleinigheid over het hoofd zag.
34. Pxd6 Lxd6 35. Txd6 Lxa2 36. Ta1 Tc1
37. Txc1 Txc1 38. Txg6+!
Deze desperadozet verraste Nakamura volkomen. Zwart blijft definitief een pion achter.
38 … hxg6 39. Dxc1 Dd6 40. h4 Lf7 41. h5 Kh7 42. hxg6+ Kxg6 43. Dc2 b5 44. g4 De5
De winst zou nog niet zo gemakkelijk zijn geweest na 44 … b4 45. Dxf5+ Kg7.
45. gxf5+ Kg7 46. De4 Dd6 47. Dh4 Lc4 48. Lf3 Df6 49. Dxf6+ Kxf6 50. Le4 La2 51. f4 b4 52. Kf2 b3 53. Ld5 Kxf5 54. Kf3 Kf6 55. e4 Kg6 56. Ke3 Kh5 57. Kd4 Kg4 58. f5 Kg5 59. Ke5
Zwart geeft op.