HMC Calder een gelukkige winnaar
De betekenis van bovenstaande kopregel is tweeledig. HMC zal natuurlijk heel blij zijn met deze voor de competitiestand voor hun belangrijke overwinning. Maar ook hoe deze overwinning tot stand kwam was weinig overtuigend. Dit draait feitelijk voornamelijk over de zogenaamde tactische opstelling van HMC, die hun bijna fataal werd. Want een winnende coach heeft niet altijd gelijk.
Tactische opstelling.
Ik heb hier al eens eerder over geschreven. Nederland is natuurlijk weer het enige land in Europa waar je per wedstrijd in een andere bordvolgorde mag spelen. Opmerkelijk hierbij is dat HMC, een regelmatige deelnemer is in de Europa Cup voor clubteams. Een competitie aan 6 borden per team gespeeld in een ongewijzigde bordvolgorde. Ze weten dus heel goed dat dit niet toegestaan is. Wat gebeurde er afgelopen zaterdag; Erik v.d. Doel op afstand de sterkste speler speelt aan bord 4. De speler aan bord 1. Geert van der Stricht, heeft 200 Elo punten minder. Vervolgens hun tweede speler Twan Burg speelt aan 5 en de derde speler Christov Kleijn aan 7!! Deze laatste zat er zo onverschillig bij, dat het iedereen opviel. Dacht nauwelijks na, waardoor zijn tegenstander nog in tijdnood kwam en onnodig verloor. Maar het had heel slecht kunnen aflopen. Doel kwam slecht te staan tegen Michiels en bij Burg kon in een gecompliceerde partij het alle kanten op. Het zou niemand verbaasd hebben als het aan de eerste 6 borden niet 2-4, maar 1-5 zou zijn geworden. Slechts door het collectieve falen aan de Rotterdamse staartborden kon HMC nog winnen. Samenvattend heeft in het algemeen een tactische opstelling weinig zin en sportief is het zeker niet. Als laatste nog dit; ik begrijp niet dat een goede speler instemt om aan een laag bord te gaan zitten, i.p.v. aan een van de eerste borden waar hij qua speelsterkte thuishoort! Waar is het competitiegevoel om je meten met iemand van gelijke of hogere rating? Bovendien vind ik dat je jonge veel belovende spelers juist als training aan een hoog bord moet laten spelen.
Het verloop van de wedstrijd.
Luc Winants heeft de gehele partij praktisch gezien geen voordeel gehad. Zwart had gewoon moeten blijven staan. Maar de zwartspeler wilde meer en nam risico’s. Dit resulteerde in een interessant eindspel van dame + loper. Hier acteerde Luc gewoon subtieler en kon alsnog ,na lang doorspelen, alsnog winnen. Jeroen en Maarten hadden blijkbaar veel respect voor elkaar. Frans Cuijpers had een makkelijke middag. In een stelling waar niets aan de hand was, stortte zwart zichzelf in de ellende. Het oplopen van de witte h-pion, gevolgd door een stukoffer van wit, om vervolgens via de open h-lijn mat te gaan geven. Erik leek strategisch vooral op de damevleugel beter uit de opening de komen. Waarschijnlijk onderschatte hij het zwarte g5, want Lf3 was niet zo’n beste zet. Hierna kreeg zwart het beter van het, hetgeen resulteerde in pionwinst en overwicht. Dit alles overiens net niet voldoende om het evenwicht definitief te verstoren.
Martin en Twan speelden een uiterst gecompliceerde partij. Optisch leek wit beter te staan met een paard op d6 en centraal stukkenspel. Zwart met een pion op d4 en een b-pion in de opmars en tevens bedreigend de witte voorpost op d6 had compensatie. Na een aantal ruiltransacties werd de spanning uit de stelling gehaald, hetgeen resulteerde in een gelijk staand eindspel. Pascal leek na het Benko gambiet een goede actieve stelling te hebben. Dat hij met zijn toren op b4 vrijwillig in de penning ging staan begreep ik niet. Volgens mij stond hij toen verloren, maar Paul Span speelde dit m.i. niet goed uit, zodat Pascal kon ontsnappen naar een eindspel warbij geen zaken meer gedaan konden worden. Hiermee was de Rotterdams productie ten einde, de rest was kommer en kwel.
Jan Willem en Christov speelden m.i. een vlakke partij, war weinig gebeurden en dito ook weinig aan de hand was. In tijdnood gekomen, mede door het snelle spel van Christov, kwan Jan Willen in een verloren toreneindspel. De verbonden zwarte b en c pionnen waren niet meer te stuiten. Bij Bonno had wit een betere stelling hetgeen resulteerde in kwaliteitsverlies. Dit kwam zwart niet meer te boven. Het eindspel van twee torens tegen toren en paard was een kansloze affaire. Waarna de witte a-pion het vonnis velde. Samir kwam goed uit de opening maar overzag dat hij een pion op d5 kon winnen. I.p.v. met Lf3 te consolideren, ging hij op de koningsaanval spelen, hetgeen zijn stelling niet aankon. Zwart kwam via de open e-lijn met zijn torens naar binnen en kon gaan oogsten. Als laatste Michiel Besseling die toch op heel vervelende wijze verloor. Hij kwam uitstekend uit de opening, maar speelde zonder plan verder. Wit nam het initiatief over en kwam tot een koningsaanval. De zwarte tijdnood deed vervolgens de rest.
Gedetailleerde uitslagen:
Bord | HMC Calder | SO Rotterdam | Uitslag |
1. | Geert van der Stricht | Luc Winants | 0 – 1 |
2. | Jeroen Bosch | Maarten Solleveld | ½ – ½ |
3. | David Miedema | Frans Cuijpers | 0 – 1 |
4. | Erik van den Doel | Bart Michiels | ½ – ½ |
5. | Twan Burg | Martin Martens | ½ – ½ |
6. | Paul Span | Pascal Vandevoort | ½ – ½ |
7. | Christov Kleijn | Jan Willem v.d. Griendt | 1 – 0 |
8. | Michiel Abeln | Bonno Pel | 1 – 0 |
9. | Tom Verhoeven | Samir Akrawi | 1 – 0 |
10. | Niels Ondersteijn | Michiel Besseling | 1 – 0 |
Totaal | 6 – 4 |