Eindspelstudies 17 – En-passant

website

E-mail:

Hierbij de 17e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


De en-passant zet is één van de drie uitzonderingszetten in het schaak; ook bij de rochade en de promotie gebeurt iets aparts. In de vorige aflevering (16 - Pat!) hebben we de onzichtbare penning al als grappige consequentie gezien. De rochade- en en-passant-zet hebben nog als bijzondere eigenschap dat er ook nog een historisch element in zit. In een partijstelling mag wit alleen rocheren als niet eerder met de koning of de betreffende toren werd gezet, en de en-passant zet moet meteen worden gedaan nadat de pion twee velden wordt opgespeeld.

In de eindspelstudie (en schaakproblemen) geldt de conventie dat als een rochade mogelijk lijkt die is toegestaan mits NIET kan worden aangetoond dat de toren of koning eerder een zet heeft gedaan. En de en-passant zet is toegestaan mits kan worden aangetoond dat de pion die geslagen zou worden de vorige zet twee velden MOET zijn opgespeeld. Deze zogenaamde retrograde-analyse kan bijzonder ingewikkeld zijn, en wordt i.h.a. bij eindspelstudies niet al te zeer gewaardeerd.

Enkele bijzondere rochadestudies zijn in een vorige aflevering (10 – Rochade) reeds besproken. Deze aflevering gaat het over de en-passant-zet. Tijdens het jaarlijkse congres van de Permanent Commission for Chess Composition (PCCC) in Rotterdam in 1991, gaf de nestor van de Nederlandse eindspelstudiecomponisten, Wouter Mees, een interessante presentatie over de en-passant-zet in de eindspelstudie. Destijds had ik net de eerste versie van mijn database uitgebracht (23,358 studies) en hij zag in dat je met zo’n verzameling in een handomdraai naar bepaalde thema’s en/of zetten kon zoeken. Ik had Wouter een uitdraai bezorgd met alle studies met en-passant-zet die in mijn verzameling voorkwamen.

Op de foto (Rainer Staudte) laat Wouter Mees het oudst bekende voorbeeld zien waarin de en-passant zet voorkomt (Rotterdam 1991).

Ercole del Rio

Sopra il Giuoco degli Scacchi 1750

1.Dd8+ Tg8 2.De7 Tg6 3.Df8+ Tg8 en nu is de enige manier om verder te komen 4.Dg7+! Txg7 5.fxg7+ Kg8 6.Kg4, of een andere koningszet, waarna zwart in zetdwang is 6…f5+! (de uitroepteken is omdat het de en-passant-zet toelaat; 6…f6 komt natuurlijk op hetzelfde neer).

7.exf6! en wint.

(Er leiden vele wegen naar Rome; de meeste zijn echter tijdsverlies omdat wit nou eenmaal op g7 de dame moet offeren. Men heeft ooit echter gevonden dat 1.De7 Tg8 2.Da3 Tb8 3.Dg3 Tg8 4.Dg7+ net zo snel gaat; een nevenoplossing dus).

Wouter Mees maakte van de gelegenheid om een thematoernooi uit te schrijven onder het motto “Van uitstel komt afstel”. Simpelweg gezegd komt het erop neer dat gebruik moet worden gemaakt van het feit dat de en-passant-zet meteen moet worden uitgevoerd en niet mag worden uitgesteld.

Harrie Grondijs

Eervolle vermelding Mees-70 JT 1991-1993

Zwart dreigt zowel Kxh7 als Kg5. Maar 1.g4? is voorbarig: 1…fxg3! 2.Lxe4 Te1 3.Kf6 wegens 3…Tf1+ 4.Ke5 Kg5 5.Lg2 Tf5+ 6.Ke4 Tf2 met winst van toren en loper en zwart wint zelfs. 1.Lxe4 Te1 (1…Kg5 2.Txh5+ Kxh5 3.g4+ hxg3 4.Lxh1 en wint) 2.Kf6! Nog steeds is 2.g4? voorbarig omdat zwart en-passant slaat: 2…fxg3, maar vooral niet 2…Txe4? 3.Kf6 zie hoofdvariant. 2…Txe4 en nu wel 3.g4!

Wit dreigt nu 4.Txh5 mat (3…Te6+ 4.Kxf7). Er zijn nu twee leuke fenomenen. Allereerst is er weer de onzichtbare penning (zie ook aflevering 16). De pion op f4 staat, ondanks pion g4 wel degelijk gepend door de toren: 3…fxg3 4.Txe4 en wint. En na 3…Kh7 4.Kf7 zou zwart zich redden door en-passant te nemen op g3, maar dat mag niet meer na een tussenzet (het vereiste thema).

Ook mij sprak het thema aan:

Harold van der Heijden

Eervolle vermelding Mees-70 JT 1991-1993

Wit wil remise bereiken door de c- en d-pionnen te laten vastlopen of slaan om dan de f-pion te offeren. Als zwart die en-passant slaat is het pat, als de e-pion doorloopt (en de f-pion dus ook) wordt het alleen remise als de zwarte koning op c8 staat en bovendien de h1-a8 diagonaal verstopt zit. Wit heeft ook geen tijd te verliezen (1.f3? 1.d3?), want anders maakt zwart al snel een gaatje op c7 met 1…c5. Dus 1.d4! e4 De d-pion is natuurlijk taboe omdat de f-pion anders naar f8 stormt. En na 1…d6 2.dxe5 dxe5 kan wit simpelweg de c-pion vastzetten en de f-pion offeren. 2.d5 Een illustratieve variant hoe-het-niet-moet is 2.c4? c6 (ook c5) 3.d5 cxd5 4.cxd5 Kc7! Zetdwang. Dwingt wit om de diagonaal h1-a8 te openen: 5.d6+ Kc8 6.f4 e3 (niet 6…exf3 pat) 7.f5 e2 8.f6 e1D 9.f7 en als zwart nu de promotie van de pion voorkomt door bijv. 9…Df1? is het pat na 10.f8D Dxf8. Echter, vanwege de open diagonaal is 9…De4(h1) mat. 2…d6 Zwart kon geen gaatje op c7 maken, want na 2…c6(c5)? volgt 3.d6 en wit wint zelfs.3.c4! Opnieuw is 3.c3? niet goed, bijv. 3…c5 4.c4 Kc7 5.f4 e3 (niet 5…exf3 pat) 6.f5 e2 7.f6 e1D 8.f7 (bijv) 8…Df1 9.f8D Dxf8 mat, want de koning staat op c7. Omdat op 3…c6? wit doorbreekt met 4.c5 en wint, heeft zwart niets anders dan 3…c5

Wit kan nu en-passant slaan, maar dat verliest: 4.dxc6? Kc7! In plaats daarvan speelt wit 4.f4!

Nu de c- en d-pionnen keurig volgens het plan geblokkeerd zijn, èn de zwarte koning op c8 staat, èn de a8-h1 diagonaal verstopt is, kan wit met een gerust hart de zwarte pion laten doorlopen: 4…e3 5.f5 e2 6.f6 e1D 7.f7 Df1 8.f8D+ Dxf8 pat. De thematische hoofdvariant is echter 4…exf3 pat.

Het is pat omdat wit op zijn beurt nu niet en-passant mag slaan na een tussenzet en behaalt voordeel uit het feit dat de en-passant-zet meteen moet worden gedaan (het vereiste thema). In plaats van zelf en-passant te slaan en ter verliezen, biedt wit zwart dus aan om en-passant te slaan en mag het daarna zelf niet meer.

In mijn database (zie HHdbIV-database) bevinden zich maar liefst 810 studies waarin een en-passant-zet voorkomt waarvan die in 521 studies in de hoofdvariant plaatsgrijpt. Aan de andere kant zijn wederkerige (reciproke) en-passant-studies zeer zeldzaam: in totaal 10. Afgezien van bovenstaande studie is er maar één andere echt thematisch (en veel beter dan de mijne). Die zoekt u zelf maar even op!

Wouter Mees, die op 6 augustus a.s. 90 jaar hoopt te worden, is nog steeds actief op het gebied van eindspelstudies. Hij schreef nog mee aan een recent boek waarin eindspelstudiecomponisten uitleggen hoe-en-waarom ze een bepaalde studie componeerden. Maar bovenal heeft hij ook nog de nieuwste versie van mijn database aangeschaft!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.