De Telegraaf schaakrubriek 29 januari 2011
De schaaksport bestaat bij de gratie van hoogst briljante en oliedomme zetten en alles daartussenin. Maar de ene toernooiformule leent zich beter voor de extremen dan de andere. Partijen tussen alleen maar spelers uit de wereldtop worden vaak beslist op de vierkante centimeter. Bij de toernooiformule die Tata hanteert, een mix van krachten, komen de fouten sneller.
Uit de partij Carlsen – L’ Ami, ronde 5. Voordat de spelers deze stelling hadden bereikt was er in de zeven voorgaande uren al het een en ander gebeurd. De nummer één van de wereld wilde deze partij coûte que coûte winnen. Hij stond op de voorlaatste plaats met 1,5 uit 4, door drie magere remisetjes en een kansloze nederlaag tegen Anish Giri. Carlsen kwam ietsje vrijer uit de opening maar l’ Ami verdedigde taai. In de eerste tijdnoodfase, na vier uur spelen tot zet 40, kon Carlsen een paar keer winnend afwikkelen en l’ Ami een paar keer regelrecht de remisehaven bereiken. Maar ze lieten hun kansen liggen en de partij kabbelde verder. Nog een paar keer lieten de spelers winnende en remisemakende voorzettingen schieten; het was duidelijk dat er een dramatisch einde moest volgen. Vlak voor de tweede tijdnoodfase, na zes uur spelen bij zet 60, toverde zwart een studieachtige wending uit de hoed.
Onder tijdsdruk kwam daar toch 65…Pe3+! 66.Lxe3 Td2+, het thema van ‘de dolle toren’. Heel inventief allemaal, het is alleen niet waterdicht in deze stelling maar de hele partij lekte dus dit kon er ook nog wel bij. 67.Kc1 Td1+ 68.Kc2 Td2+ 60.Kc3 Td3+ 70.Kc4 Txe3 Dat moet wel want de toren wordt ontdold na 70…Tc3+ 71.Kd5 Td3+ 72.Ke4
Alle andere partijen waren inmiddels tot een eind gekomen en het publiek concentreerde zich op dit bord. Ook de perskamer was leeggelopen, met de druk pratende Italiaanse hoek en de altijd hard telefonerende Russische tv-journaliste en de rustige Nederlandse pers, want we wilden dit van nabij meemaken.
71.Txh5+ Kg4 72.Th2??
Wat een blunder, vooral voor iemand van het kaliber Carlsen en gespeeld zonder enige tijdsdruk. Wit wint makkelijk na 73.Th8 of 73.Th6 en het snelst gaat 73.Th4+, want dan blijft de g-pion bewaard. Bijvoorbeeld 73.Th8 Tg3 74.Tg8 Txg2 75.Pf5+ Kh3 76.Th8+ Kg4 77.Pe3+ en wint.
Na de domme tekstzet valt de laatste pion en houden we een totale remisestelling over: 72…Te7! 73.Ph5 Te5 74.Pf6 Kg3 75. Th7 Kxg2 In deze simpele theoretische remisestelling wordt doorgaans niet meer doorgespeeld. Maar Carlsen was gefocust op winnen en zo kwamen we terecht in Diagram 1. Hier kan zwart met de meest lagale zetten remise maken (zoals 93…Tb2) maar hij deed 93…Ta2 94. Tg1+ Kf3?? (alles is beter) 95 Ph4+ en zwart gaf op, de toren gaat verloren!
Deze overwinning, behaald op zitvlees en winstwil, gaf Carlsen een goede impuls, na acht ronden stond hij met 5 punten op een gedeelde derde plaats.
Nog zo’n zware kortsluiting.
J. Smeets – V. Anand, ronde 5
Smeets speelde tot hier een hele goede partij. Anand had alles uit de kast gehaald om nog iets uit de stelling te halen, tot een kwaliteitsoffer aan toe. Zwart heeft voldoende compensatie maar ook niet meer dan dat. Na iets normaals als 57.Tf2 en 58. Kd2 heeft wit niets te vrezen. Maar hij gaf de partij weg met het krankzinnige 57.g3 ?? hxg3 en hier zag wit dat de geplande voortzetting 58. Tg2 d2 helemaal niet kan, Hij verloor snel daarna tegen de zelf gecreëerde vrijpionnen,
Met een kleine tweeduizend schakers heeft het Tata-toernooi 2011 natuurlijk vele briljante en domme zetten opgeleverd. Maar het is motiverend om te weten dat grove fouten op het hoogste niveau voorkomen.