Klokken (III)
We gaan het nog één keer hebben over de klokken. En dan niet over verkeerd ingestelde klokken of foutief behandelde klokken, maar over het speelgedrag wat schakers vertonen als er met extra tijd per zet (increment) gespeeld wordt. En dan voornamelijk met een tempo waarbij er 30 seconden per zet bijgeteld wordt. Met deze toevoeging moeten de spelers blijven noteren! Je ziet vaak dat spelers wat eerder ‘door hun tijd heen raken’. Maar met de wetenschap dat ze toch per gespeelde zet er 30 seconden bij krijgen, zie je ze niet in paniek raken en spelen ze hun partij rustig door tot de tijdcontrole of tot het eind van de partij.
Hoe lang een partij met increment duurt, is uiteraard niet te voorspellen. Als arbiter moet je zorgen dat je brood bij je hebt. Een erge pessimist zal zijn slaapzak bij zich hebben! Toch zie je dat de partijen zelden langer duren dan met een vast speeltempo. Maar uitzonderingen bevestigen de regel! Tijdens een toernooi zie je het altijd wel een paar keer gebeuren dat twee spelers met gespannen en vermoeide gezichten als laatste in een doodstille en lege zaal hun taaie strijd uitvechten, omringd door aandachtige en meelevende toeschouwers.
Lastige eindspelletjes zijn bij uitstek geschikt om er eens goed voor te gaan zitten en de tegenstander het mes op de keel te zetten.
De hiervoor geschetste situatie deed zich voor tijdens de laatste ronde van het Univé schaaktoernooi in oktober vorig jaar. Op bord 3 van het open toernooi was het de 27 jarige Spaanse IM met de mooie naam Manuel Perez Candelario (2526), die het opnam tegen de 17 jarige GM Parimarjan Negi (2596) uit India. Het was de laatste partij in de laatste ronde en zij streden nog voor de hoogste geldprijzen. Wat een ambiance gaf dat! Op de 84e zet werd de laatste pion geslagen in de partij. Hierdoor ontstond een eindspel op het bord van een witte toren voor Perez en een zwarte toren en loper voor Negi. Theoretisch remise maar menig sterke speler heeft toch met alleen een toren het onderspit moeten delven door onzorgvuldig te verdedigen. Perez begon aan zijn taaie klus om te proberen een half punt uit het vuur te slepen. Hij hield goed in de gaten wanneer hij remise kon claimen volgens de 50 zettenregel! Hij keek steeds vaker op zijn notatieformulier naarmate dit punt dichterbij kwam en precies na de 134e zet van zwart claimde hij terecht remise met de volgende stelling:
Het had niet veel langer moeten duren. Binnen enkele zetten zou hij mat gaan! Gered door de gong, zoals een bekend gezegde luidt. Negi keek zijn notatieformulier na en zag dat er geen ontkomen aan was. Hij keek mij wat hulpeloos aan en vroeg nog: “Geldt de claim ook als ik hem binnen enkele zetten mat kan zetten?” Het was een serieuze vraag en kwam voort uit zijn teleurstelling over het feit dat al zijn noeste arbeid aan het bord niet beloond werd met een punt terwijl hij er toch zo verschrikkelijk dichtbij was. Perez vertelde mij even later nog dat hij bij de laatste zetten nauwelijks keek waar zijn stukken heen gingen maar alleen maar aan het aftellen was tot hij kon claimen. Een mooi einde van een mooi toernooi!
Een andere reden voor een lange strijd is het ‘uitmelken’ van een gelijke stelling door twee spelers met een groot ratingverschil. De sterkste blijft dan maar zoeken, schuiven en wachten tot de zwakkere een foutje maakt. Het overkwam de Amsterdammer Marc Overeem in zijn partij tegen GM Mikhail Ulibin uit Rusland in de eerste ronde van het Univë schaaktoernooi vorig jaar. Na de 47e zet van zwart ontstond de stelling in onderstaand diagram:
Hoogeveen open Netherlands (1), 22.10.2010
48.Rc5+ Kf6 49.Kf4 Rh7 50.Ke3 Ke6 51.Kd3 Kd6 52.Kc4 Rh4+ 53.Kb3 Kc7 54.Rg5 Rh7 55.Ka4 Bf3 56.Rf5 Bg4 57.Rg5 Bf3 58.Rg3 Rf7 59.Ka5 Kb7 60.Na4 Be2 61.Nc5+ Kc7
Het frappante was dat Ulibin veel meer tijd had verbruikt dan Marc Overeem. Hij blijft constant spelen met nog maar 1 á 2 minuten bedenktijd + 30 seconden per zet. Toch blijft hij rustig ‘doorhengelen’.
62.Rg8 Bc4 63.a4 Rh7 64.Ra8 Kd6 65.Rd8+ Kc7 66.Rd4 Bf1 67.Rf4 Be2 68.Ne6+ Kd6 69.Nc5 Kc7 70.Rf5 Bc4 71.Rf8 Rf7 72.Na6+ Kd7 73.Ra8 Kd6 74.Rd8+ Rd7 75.Rh8 Rg7 76.Rh6+ Kd7 77.Nb8+ Kc7
Nu heeft hij beet! Na onnauwkeurig verdedigingswerk van Marc wint Ulibin een pion. Het gezicht van Marc begint langzaam op onweer te staan.
78.Nxc6 Kb7 79.b5 Bd5 80.Nb4 Bg2 81.Na6 1-0
Hier gaf Marc op! Boos en gefrustreerd stond hij op, gaf een krabbel op zijn notatieformulier, trok zijn jas aan en beende de zaal uit! Wel wat snel, vond Ulibin, die vertelde dat hij echt nog niet gelijk zag hoe hij dit winnend kon afsluiten. Maar Marc had geen zin meer om verder in de hoek gedreven te worden. Bij het boksen zouden ze zeggen: een technische knock-out!