Batavia-toernooi van start
Vrijdag is in Cafe Batavia in Amsterdam het derde Batavia-Grolsch schaaktoernooi van start gegaan. Het toernooi mag zich voor het eerst een grootmeestertoernooi noemen, dankzij de aanwezigheid van drie grootmeesters (en vier buitenlanders) kunnen er namelijk grootmeesternormen gescoord worden. Maar veel scheelde het niet of de opzet was mislukt: de Indiase grootmeester Barua werd namelijk op weg naar het vliegveld onwel en moest afzeggen, waardoor de organisatie op het allerlaatste moment een buitenlandse grootmeester als vervanger moest vinden. Uiteindelijk bleek de Duitser Gerald Hertneck (wiens werkgever zo vriendelijk was hem vrij te geven) bereid de trein naar Amsterdam te nemen om onvoorbereid negen potjes te schaken. Zoveel flexibiliteit is goed voor je karma, en dat bleek wel in de eerste ronde:
Zwart staat een kwaliteit voor en heeft diverse goede zetten: 32…Kf7, 32…Dg4 en 32…Pb3 zijn allemaal goed genoeg om winnend voordeel te behouden (maar niet 32…Kh7? 33.Pxf6!). Manuel dacht waarschijnlijk dat zijn volgende zet een stukkenruil zou zijn, maar had iets gemist…. 32…Dxe6?? 33.Dxg6+ 1-0
Merijn van Delft kreeg met zwart een goede positie tegen Robert Ris, maar die wist zich te redden met eeuwig schaak. Merijn schreef erover op Facebook: "23…Qa3 was a step in the wrong direction, allowing white to sacrifice all his pieces for the perpetual. I didn’t realise that after 23…Qc5 24.Rxd8 Rxd8 25.Qe3 Qxe3 26.fxe3 I can also take the remaining rooks off the board with 26…Rd1! (I only saw that 26…Rd2 is leading nowhere) and this looked basically winning in the post-mortem."
Robin van Kampen en Benjamin Bok komen elkaar vaak tegen op toernooien. Hun ratings zijn ongeveer gelijk, maar de onderlinge wordt vaak door de jongste van het stel gewonnen, en ook dit keer was Benjamin het sterkste:
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 f5 Vroeger was het Jänisch gambiet een beetje dubieus. Radjabov was het daarmee niet eens en hij bewees tegen diverse wereldtoppers dat de variant goed speelbaar is. Aronian is het daarna ook met succes gaan spelen. 4. d3 fxe4 5. dxe4 Pf6 6. O-O d6 7. Pc3 a6 Gebruikelijk is hier 7…Le7 (onder andere Smeets-Werle, meesterklasse 27-3-2010). 8. Lc4 Lg4 9. h3 Lh5 10. Le2 Lg6 11. Ph4 Lf7 12. Pf5 Dd7 13. Lg5 O-O-O 14. Lxf6 gxf6 15. Pd5
Wit staat wat prettiger dankzij zijn mooie paarden. 15… Le6 Na 15… Lxd5 16. Dxd5 zijn de ongelijke lopers van ongelijke waarde. Benjamin offert daarom maar een pion. 16. Pxf6 Df7 17. Pd5 Lxf5 18. exf5 Kb8 Ook nu zijn er ongelijke lopers, maar de loper op f8 heeft wel een toekomst. En wie weet komt de open g-lijn nog van pas. 19. Pe3 d5 Het lijkt een beetje op de Sveshnikov zo. Ook daar offert zwart vaak een pion om het centrum te veroveren. 20. Lf3? De pion naar voren lokken is geen goed idee, meteen 20. Lh5 Dd7 21. De2 was beter. 20… e4 21. Lh5 Df6 22. Pxd5? Nu gaat het helemaal mis, al was 22. c3 Lc5 23. De2 Pe7 ook prettig voor zwart. 22… Dxf5 23. c4 Tg8! Ogenschijnlijk met het idee om op h3 te slaan, maar het echte idee blijkt later. 24. Kh1 Er was al geen goede verdediging meer, ook na b.v. 24. Lg4 De5 25. Te1 Lc5 wint zwart. 24… Ld6 25. Lg4 De5 26. g3
26…h5 27. Lxh5 Txg3! En hierom moest de toren naar g8. 28. fxg3 Dxg3 Na 29. Tf2 Dxh3+ 30. Kg1 Tg8+ raakt wit te veel materiaal kwijt, en hij gaf het daarom op. 0-1
De partij tussen Bart Michiels en Christov Kleijn is ook het naspelen waard. Eerst stond zwart beter, vervolgens wist wit zich naar een gewonnen positie te offeren, en uiteindelijk bleef een eindspel over dat remise bleek.
En dat naspelen kan hier: