De Telegraaf schaakrubriek 26 februari 2011
Hans Böhm
Een van de kleinere toernooien met pretenties is het Batavia-toernooi in Amsterdam. Het aantal deelnemers is aangepast aan de locatie: de benedenzaal van café Batavia 1920 tegenover het Centraal Station. Al voor het derde jaar worden tien spelers uitgenodigd, waarvan drie met de titel Grootmeester. De overige zeven spelers zijn Internationale Meesters die staan te trappelen om hogerop te komen. Met dit uitnodigingsbeleid voldoet het toernooi aan de minimale eisen van de FIDE om grootmeester- normen te kunnen behalen. Bij de opening, vorige week vrijdag, vertelde organisator en uitbater Peter Tames vanachter de bar dat de toernooiformule ternauwernood was gehaald. Daags ervoor had Grootmeester Dibyendu Barua uit India vanuit de intensive care in een Indiaas ziekenhuis laten weten dat op dringend advies van de dokter zijn hartproblemen voorrang kregen. Hoezeer het hem ook speet en hoezeer ook tegen zijn eigen wil (hij stond al op het vliegveld toen het hart begon op te spelen), hij moest afzeggen. De organisatie was even in rep en roer, je vindt niet zomaar een grootmeester die op slag tien dagen uit de agenda kan schrappen. De Duitse Grootmeester Gerald Hertneck: “Ik ben IT-project manager van de stad München. Toen de organisatie mij belde was ik gewoon aan het werk. Mijn baas begreep het probleem en ik pakte mijn koffers.” Hertneck houdt wel tijdens het toernooi zijn lopende werkzaamheden in de gaten, dat is het voordeel van IT.
Tames kwam met nog een nieuwtje: het toernooi is tot en met 2015 gegarandeerd dankzij een toegezegde ondersteuning van Grolsch. Daar werd gelijk door de niet-schakers op geproost want de eerste ronde vond direct na de loting plaats.
Als we kijken naar het deelnemersveld dan zien we dat het verschil op papier tussen de nummer 1 (Hertneck Elo 2540) en de nummer 10 (Robert Ris Elo 2420) slechts een honderdtal punten is. Dat houdt in dat niemand bang is voor iemand, iedereen kan van iedereen winnen. De grootmeesternorm ligt op 6,5 punt uit 9 partijen.
Al direct in de eerste ronde werden er enige aspiraties in de kiem gesmoord.
R. van Kampen – B. Bok
Wit heeft het te ver laten komen, de compensatie die zwart heeft voor de pion is beslissend. Benjamin Bok maakt het met een paar ferme tikken uit: 26…h5! 27.Lxh5 Txg3! 28.fxg3 Dxg3 en wit gaf op omdat het mat niet meer te voorkomen is.
G. Hertneck – M. Bosboom
“Ik wilde rustig beginnen maar kreeg een krankzinnige partij voorgeschoteld van mijn tegenstander”, zei Gerald Hertneck na afloop. Al jaren hikt Meester Bosboom tegen het grootmeesterschap aan. Hij had hier de partij naar zich toe kunnen trekken met het voor de hand liggende 32…Kf7 en wit heeft niet genoeg tegenspel voor de kwaliteit minder, 33.Pd-f4 Lg4. Maar in tijdnood blunderde zwart met 32…Dxe6 33.Dxg6+ en gaf gelijk op. In de tweede ronde kon Bosboom al gelijk zijn normkansen opgeven.
M. van Delft – M. Bosboom
We zitten nog in de openingsfase. Weer heeft Bosboom iets te frivools gedaan (is dat het probleem?) en tegen alle regels in is alleen zijn dame ontwikkeld. De beginzetten waren 1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 g6 4.h3 Lg7 5.Pf3 a6 6.Lf4 Db6 7.exd5 Dxb2?! 8.Ld2 en we zitten in de diagramstelling. Na twee minuten denken speelde zwart 8…Pf6?? en kon na 9.Pa4! Da3 10.Pb6 opgeven omdat er een volle toren verloren gaat. Op de helft van het toernooi, na vijf ronden, hebben slechts twee meesters een kleine kans op een gm-norm. Stand na 5 ronden: 1. Hertneck (GM.) 4,5 2-4 Michiels, Van Kampen, Murshed (GM. Ban) 3 5,6 Kok, Klein 2,5 7,8 Ris, Van Delft 2 9. Thipsay (GM. Ind) 1,5 10. Bosboom 1.
Het toernooi duurt tot en met morgen.