De schaker als polyglot

Wanneer een leek de wonderlijke wereld van het schaken binnentreedt, wordt hij overstelpt door de veelheid aan openingsnamen. De etymologische achtergrond van deze namen ligt vaak op het gebied van de spelers die deze opening als eerste hebben gespeeld of die spelers die deze variant diepgaand onderzocht hebben. Vaak worden de openingen vernoemd naar de plaats of gebied waar zij als eerste zijn gespeeld. Soms zie je ook meer exotische namen voorbij komen (Orang-oetanopening, Der Geier, De Stapelbedvariant, Kozul Suicidal Variation).

Wanneer je als leek de schakers beluistert dan valt niet alleen op dat zij verschillende talen spreken maar ook een andere nomenclatuur hebben. Buiten het feit dat de hedendaagse schaker verschillende talen spreekt, moet hij ook verschillende ‘talen’ kunnen spelen. De allround schaker is aanhanger van het Spaans, de zuinige speler kiest voor Russisch. De sluipmoordenaar speelt graag Frans en de laagland speler kiest voor solide Hollands (The Wall) of het interessante Hollands(Leningrader). Daar waar de aanvaller kiest voor het temperamentvolle Italiaans, zal de nuchtere speler voor het Engels kiezen. De meer exotisch getinte spelers kunnen een ruime keuze maken uit de Indische keuken (Konings-indisch, Grünfeld-Indisch, Nimzo-Indisch, Bogo-indisch, Dame-indisch, Opo-indisch). Vreemd genoeg is er geen opening genoemd naar Duitsland. Inderdaad was er vroeger wel een Pruisische Variant maar ik vermoed dat deze naam gezien het verloop van de wereldgeschiedenis weinig vertrouwen inboezemde.

De reden van deze talige inleiding heeft te maken met de openingskeuze die ik in onderstaande partijen heb gemaakt. Een aantal jaren speel ik met redelijk succes maar vooral veel plezier de Engelse Opening. Hoewel deze Engelse opening in vele gevallen het juiste resultaat oplevert, zijn er varianten denkbaar waar de uitdrukkingsvaardigheid van het Engels tekort blijkt te schieten. Zo kun je na de zetten 1.c4 e6 2.g3 d5 3.Lg2 Pf6 4.Pf3 Le7 5.0-0 0-0 het Engels trouw blijven en met 6.b3 vervolgen. In dit geval vind ik een uitstapje naar het rijke Catalaans geheel gerechtvaardigd. In de onderstaande partijen laat ik u een blik werpen in het (kans)rijke Catalaans. De eerste partij wordt “opgesierd” door een aantal fouten van zowel de witspeler als de zwartspeler. De tweede partij is een (bijna) rechttoe rechtaan overwinning. Als start geef ik de modelpartij tussen Kramnik en Svidler.

Kramnik,Vladimir (2790) – Svidler,Peter (2690) Linares 07.03.1998

1.Pf3 Pf6 2.c4 e6 3.g3 d5 4.d4 Le7 5.Lg2 0–0 6.0–0 dxc4 7.Dc2 a6 8.Dxc4 b5 9.Dc2 Lb7 10.Lf4 Pd5 11.Pc3 Pxf4 12.gxf4 Pd7 13.Tfd1 Lxf3?! Door deze afruil verliest zwart de controle over de witte velden. 14.Lxf3 Tb8 15.e3 Pf6 16.Tac1 Dd6 17.Pe2 Tfc8 18.e4 Dd7 19.d5! (diagram 1)

Vanwege de vis-à-vis van de witte toren op d1 en de zwarte dame op d7 wint deze opmars aan kracht.19…exd5 20.e5 Pe8 21.Txd5 Dh3 22.Lg2 Dh4 23.Pd4! Met dit pionoffer haalt Kramnik de buit binnen. 23….Dxf4 24.Pc6 Lh4 25.Tcd1 Tb6 26.T5d4! De slotcombinatie! 26…. Txc6 27.Lxc6 Dxe5 28.Ld7 Td8 29.Txh4 (zie diagram 2).

1–0

In Kramniks handen lijkt elke partij soepel te verlopen!

Bus,Tom (2201) – Kocur,Johan (2074) Maasmechelen 18.02.2011

Via zetverwisseling komt een bekende stelling van het Catalaans op het bord. Deze opening heeft een zeer goede reputatie voor wit. De reden hiervan is tweeledig. Ten eerste moet zwart hard werken om een gelijke stelling te krijgen. Daarnaast kan wit vaak zonder risico’s een gunstig eindspel uitspelen.

1.c4 e6 2.g3 d5 3.Lg2 Pf6 4.Pf3 Le7 5.0–0 0–0 6.d4 dxc4 7.Dc2 a6 8.Dxc4 b5 9.Dc2 Lb7

Een tabija van deze opening. Wit heeft nu 3 belangrijke voortzettingen tot zijn beschikking. De zet 10.Ld2 is de sterkste. Het idee is om met La5 de ontwikkeling van zwart te dwarsbomen. Met 10.Lg5 geeft wit aan dat hij vandaag tevreden is met remise maar dat, als de kans zich voordoet, hij een winstpoging zal wagen. Met de tekstzet 10.Lf4 kiest wit voor een tussenoplossing. Ik heb voor deze variant gekozen omdat ik erg onder de indruk was van de partij Kramnik – Svidler, Linares 1998. Zoals u inmiddels gezien heeft, kreeg zwart toen een flink pak slaag. 10.Lf4 Pd5 11.Pc3 Pc6N Op dit moment was dit voor mij een nieuwe zet. In 2000 speelde Erhard dit echter al tegen Birkmann! 12.Tfd1 Niet het beste antwoord. Ik was te gefixeerd op het ontwikkelen van mijn stukken. Ik heb amper de ruil op d5 overwogen omdat dit de ontwikkeling van zwart meer zou helpen dan die van mijzelf. Logischer was dit vervolg: 12.Pxd5 exd5 13.a4 Dd7 14.Tfc1 f6 15.Dd3 bxa4 16.Txa4 Tab8 17.Pe1 Pd8 12…Pdb4 13.Dc1 Pa5 14.b3! Gebaseerd op het profylactisch denken. Nimzowitsch en Karpov zouden verheugd zijn bij het zien van dergelijke zetten. Zwart wil namelijk op een gegeven moment zijn paard naar c4 brengen. Wit verhindert meteen deze mogelijkheid. Dat wit daarbij het veld c3 verzwakt is op dit moment van generlei belang omdat zwart er geen gebruik van kan maken. 14…Tc8 De stelling blijkt voor beide spelers erg moeilijk te zijn. Op verschillende momenten grijpen de spelers mis. 15.Db2?! Deze logische zet, die dient om het paard te dekken en om uit de lijn van de toren te verdwijnen, is niet de beste voortzetting. Met 15.Db1 of 15.e4! heeft wit groot voordeel. 15…De8? Zwart revancheert zich. Het idee is duidelijk: uit de lijn van de witte toren om c5 door te zetten. Het nadeel is dat de zwarte dame op de damevleugel gewenst is (dekken van Pa5). 16.a3 Het paard op a5 staat niet verdedigd. Er is maar één manier om dit uit te buiten en wel: 16.a4 bxa4 17.Txa4 Pac6 18.e4± 16…Pd5 17.Ld2 b4?! 18.Pxd5 of 18.axb4 Pc6 19.Pxd5 exd5 20.Ta4 Ld6 21.Lc3 De7 22.Dd2 Tfe8 23.e3 18…Lxd5 19.axb4?

Driewerf Foei! Tijdens de partij zag ik dat na 19.axb4 wit een groot deel van zijn voordeel zou inboeten. Ik zag dat ik na 19.Lxb4 het betere van het spel zou hebben, maar ik zag geen concreet vervolg. Impulsief besloot ik voor de slechte tekstzet! Beter was 19.Lxb4 Lxb4 20.axb4 Pc6 21.Dc3 Tb8 22.Pe5 Lxg2 23.Kxg2 Pxe5 24.dxe5 Db5 25.Td3 Dxb4 26.Dxb4 Txb4 27.Txa6 Te4 28.e3 Txe5 29.Tc6 Td5 30.Tdc3 Td7 31.Txc7 Txc7 32.Txc7 Tb8 33.Tc4 19…Pc6 Blijkbaar is de stelling te moeilijk voor beide spelers. Zwart tast wederom mis. Hij kon de schade beperkt houden door: 19…Pxb3 20.e4 Pxd2 21.Pxd2 Lb7 22.Pc4 Tb8 23.Pe5 Ld6 24.Pd3 20.Txa6 Pxb4 21.Ta4 21.Lxb4 Lxb4 22.Pe5 Db5 23.Ta7 Lxg2 24.Kxg2 Ld6 25.Pc4 Tb8 26.Tb1 Ta8 27.Tba1 Txa7 28.Txa7 Tb8 29.Dc3 g6 30.Pxd6 cxd6 31.Dc7 Tf8 32.Dxd6 Dxe2± 21…Db5 22.Lxb4 Lxb4 23.Pe5 Lxg2 24.Kxg2 Tb8 25.Td3 Ld6 26.Pc4 Dxa4

Deze petite combinaison heeft een boemerangeffect. De winst voor wit wordt alleen maar makkelijker. 27.bxa4 Txb2 28.Pxb2 Ta8 29.Tb3 [29.e4!] 29…g6 30.Kf3 Kf8 31.Ke4 Ke8 32.Kd3 Kd7 33.e4 Ta7 34.e5 Le7 35.Kc4 f5 36.h3 h5 37.f3 g5 38.g4 hxg4 39.hxg4 fxg4 40.fxg4 Ta8 41.d5? Geeft alle voordeel af. Met 41.Th3 houdt wit alle troeven in handen.41…exd5+ De enige zet waarmee zwart in de partij zou blijven, is 41…Ta5. Nu komt alles weer goed voor mij. 42.Kxd5 Ta5+ 43.Ke4 Ke6 44.Tb5 Ta8 45.a5 c6 46.Tb6 Txa5 47.Txc6+ Kf7 48.Kf5 [48.Pc4!] 48…Ta1 49.e6+ Kg7 50.Pd3 Ta5+ 51.Pe5 Ta1 52.Tc3 Ta4 53.Tc4 Ta1 54.Pc6 Lf6 55.e7!

55…Tf1+ 56.Ke6 Lxe7 57.Pxe7 Tf4 58.Pf5+ Kg6 59.Pe3 Tf3 60.Te4 1–0

Bus,Tom (2201) – Förster,Sven (2202) Eupen 27.02.2011

1.c4 e6 2.g3 d5 3.Lg2 c6 4.Pf3 Pf6 5.0–0 Pbd7 6.d4 Ld6 7.Dc2 0–0 8.Pbd2 De7 De meest gespeelde voortzetting is 8….Te8. Beide zetten hebben als doel om e5 door te zetten. Ik heb deze variant maar weinig in de praktijk gehad. In mijn trainingspartijtjes op internet heb ik altijd grote moeite gehad om het juiste antwoord te vinden. Vandaag wilde ik iets creatiefs spelen. 9.e4 dxe4 10.Pg5!? Mijn tegenstander zette alles á tempo. Met de tekstzet wil ik hem op onbekend terrein lokken en de partij een eigen karakter geven. De tekstzet houdt een pionoffer in. Normaal is 10.Pxe4 Pxe4 11.Dxe4 e5 en zwart komt los. Leuk is wel 12.dxe5 Pxe5 13.Pg5. 10…e5 11.c5N

Nog bekend is 11.dxe5 Nguyen Thi – Mendoza 2007. Met de tekstzet wil ik zwart de mogelijkheid ontnemen om met de loper op c5 te nemen. De ontwikkeling van zwart wordt verder een beetje opgehouden. De prijs is: één pion! 11…Lc7 12.Pdxe4 exd4 13.Te1= g6 Met 13…Pxe4 zou zwart de witte druk verminderen en is daarom ook nauwkeuriger. 14.Ld2 Speculatief gespeeld. Logischer is 14.Pxf6+ Dxf6 15.Pe4 Dg7 16.Lg5 f6 17.Ld2 Pe5 18.f4 Pf7 19.Dc4 Td8 20.Lb4 a5 21.La3 f5 22.Pf2 Df6 23.b3 14…d3? Zwart gaat in de fout! Met 14…Pe5 moet hij zich kunnen handhaven. Wit maakt nu handig gebruik van de penningen op de diagonaal a3-f8 en de e-lijn. 15.Dxd3 Pxe4 Fritz geeft aan 15…Pe5 16.Pxf6+ Dxf6 17.Db3 Df5 18.Le4 Dd7 19.Lf4 Dd4 20.Dc2 Dd8 21.Dc3 h6 22.Lc2 hxg5 23.Lxe5 Lxe5 24.Dxe5 Lg4 25.Lb3 16.Pxe4 Le5

17.Lg5 f6 18.Lh6 Te8 Waarschijnlijk moet zwart hier al zijn heil zoeken in het kwaliteitsoffer middels 18…Nxc5 19.f4! Pxc5 20.Pxc5 Dxc5+ 21.Kh1 Le6 22.fxe5 Tad8 23.Dc3 1–0

Alle fragmenten via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.