Succesvol debuut in de Duitse competitie dankzij rekenlisten
Zondag 3 april heb ik mijn eerste competitiewedstrijd in Duitsland gespeeld. In tegenstelling tot andere leeftijdsgenoten die al jaren in Duitsland spelen, had ik totnogtoe rustig de gelegenheid afgewacht. Gisteren was het dan zover, op het 1e bord van SK Turm Emsdetten 2 in een NRW-klasse (zie website). Het team was al kampioen, en dat bleek een mooie gelegenheid voor de teamleider om mij eens in te brengen. Samen met de Nederlanders Erik Smit, Sjef Rijnaarts en Maarten Beekhuis ben ik die kant op gereden. We waren er iets eerder omdat de kampioensfoto gemaakt moest worden. Daar probeerde ik als debutant natuurlijk zoveel mogelijk vooraan te staan.
Het speellokaal van Emsdetten heeft een erg goede indruk op me gemaakt. Gratis hapjes, drankjes en snacks vallen bij mij dan ook erg goed in de smaak.
Het zou mooi zijn het volgende seizoen wat partijen in het eerste team te spelen, in de prestigieuze Bundesliga. Daarom besloot ik er even extra goed voor te gaan zitten om een goede indruk te maken op de teamleider.
Op het eerste bord kreeg ik landgenoot Jelmer Jens tegenover me. Deze tegenstander had ik al verwacht en had daarom alvast even mijn Najdorf-files gecheckt. In een scherpe Najdorf kreeg ik dan ook al snel een groot tijdsvoordeel en een prettige stelling. Ik offerde een gewonnen pion terug om met mijn actieve stukken en mijn f-pion een groot initiatief te verkrijgen. Daarna deed Jelmer een paar hardnekkige verdedigingszetten, en op een gegeven moment komt het zo te staan:
Mijn f-pion is vergevorderd. Mijn loper op h6 staat nu aangevallen en f2 dreigt nu ook opgehaald te worden, daarom lijkt het tijd voor een krachtzet nu (dit zijn immers signalen voor een kritisch moment, want het conflict is duidelijk).
In deze stelling ben ik een beetje geholpen door Imagination in Chess, van Paata Gaprindashvili, een boek dat ik iedereen kan aanraden. Door dit boek word je getraind om ideeën en pointes te vinden in stellingen waar er soms niet veel aan de hand lijkt te zijn (Imagination). Dit is denk ik een heel belangrijke vaardigheid, omdat je daardoor als een soort automatisme uit elke stelling het uiterste probeert te halen, en dus dingen ziet die op het eerste gezicht niet meteen zichtbaar zijn.
Ook mooi aan het boek is dat het denkschema’s uitlegt. Bijvoorbeeld in het 1e hoofdstuk, Progressive Thinking, is het denkschema als volgt:
1. Bestudeer de stelling:
2. Doordat je naar de stellingskenmerken kijkt, komen er vanzelf ideeën in je op, die hier bij aansluiten.
3. Als je verschillende ideeën hebt ga je ze 1 voor 1 af, in een efficiënte volgorde. Dwingende zetten bekijk je natuurlijk het eerst.
4. Als je een positief oordeel hebt kun je de zet spelen, anders ga je terug naar een ander idee totdat je bij een idee komt die een goed oordeel heeft, zodat je hem kan spelen.
Persoonlijk zou ik hier nog een kantlijn aan willen toevoegen. Het nadeel van een zet spelen die een goed oordeel heeft, is dat er misschien een andere zet is die nog beter is. Daarom is het in sommige gevallen handiger om ‘de vergelijkende methode’ te gebruiken, die mij is geleerd door mijn trainer Jop Delemarre. Dan bekijk je eerst alle ideeën, vergelijk je ze met elkaar en zo kom je zo tot de beste zet.
Het is natuurlijk niet alleen van de stelling afhankelijk welke methode je gebruikt, ook van de tijd op de klok. Met wat weinig tijd zou ik bijvoorbeeld eerder voor een zet gaan die me zeker een goede/prettige stelling oplevert, in plaats van tijd investeren om tot de objectief beste zet te komen.(Niet ver hiervan ligt de kwestie van ”Diepte of Breedte?”)
De partijstelling is een stelling die zich goed zou lenen voor het boek (vooral voor hoofdstuk 3. ”Reciprocal Thinking – Logic”, zie hieronder voor details).
Bij het bestuderen van de stelling vallen een paar dingen op:
a) De gevaarlijke vrijpion op f2 die in combinatie met een toren op g1 zou kunnen beslissen.
b) De zwarte lopers die een enorme druk uitoefenen op de witte stelling.
c) De ongecoördineerde witte stukken.
d) De sterke pion op c3 die zelfs voor matdreigingen zou kunnen gaan zorgen.
e) Als er op b5 wordt geslagen gaat de a-lijn open, waardoor de zwarte toren op a8 heel goed zou kunnen worden.
f) De druk van de loper op h6 op de pion van f4, die maar net door de toren op d4 kan worden gedekt.
Zetten die bij deze ideeën aansluiten zijn:
1..e5 ; Deze zet sluit bij alle stellingskenmerken aan en sprong het eerst in mijn oog.
1..Td8 ; Maakt vooral gebruik van f)
1..f5; Maakt ook gebruik van bijna al deze ideeën behalve van de diagonaal h6-c1.
Het berekenen van de varianten (zie analyses hieronder). 1..e5, wat ik op het oog een hele mooie zet vond, wint in veel varianten. Na goed rekenen blijkt echter dat hij in 1 van de varianten nog een schaakje heeft op b5. Hetzelfde blijkt voor 1..f5 te gelden. Na 1..Td8 worden er wat stukken geruild en is het niet duidelijk of ik nog voordeel heb.
Het gevaar dat op de loer ligt in dit soort situaties is dat je veel tijd gebruikt om dezelfde varianten na te rekenen. Het is sowieso al niet makkelijk te zien allemaal, dus het risico is dat je dan dezelfde varianten blijft checken terwijl het oordeel hetzelfde blijft en de tijd blijft verstrijken.
Toen ik me in deze situatie bevond, kwamen de trainingen van Vladimir Chuchelov in me naar boven. Daar kregen we ook vaak lastige rekenstellingen, waar je vaak niet echt uit kwam. Wanneer hij merkte dat je vast zat in een bepaalde variant die je bleef bekijken zei hij eens: ”And what, hoping for a miracle?”.
Hier bedoelde hij mee dat als je een variant eenmaal goed had bekeken, dan verandert er weinig meer aan. Dan kun je beter het oordeel vastleggen en op zoek gaan naar nieuwe ideeën. Dit is precies wat ik deed, naar nieuwe zetten kijken.
Daardoor kwam ik tot 1..Ke7!!, wat het schaakje op b5 eruit haalt. Het blijkt dat wit geen nuttige zet heeft, en dan werkt e5 of f5 wel. Hier moest ik berekenen wat er zou gebeuren na Lxb5+ en Pxh6, maar na even rekenen zag ik dat ik de f-pion kon offeren en dan met 2 torens op de 2de rij kon komen. Mijn gevoel zei dat dit in combinatie met de pion c3 gewonnen zou moeten zijn. Zie analyses hieronder
Dit denkschema komt overeen met hoofdstuk 3 van het boek ”Reciprocal Thinking – Logic”. Vrij vertaald komt dit in het kort op het volgende neer:
1. Bestudeer de stelling –>
2. Idee –>
3. Bereken en Oordeel
4. Bij negatief oordeel, bepaal de reden
5. Elimineer de reden en voer het idee net iets anders uit zodat het wel werkt.
6. Bij positief oordeel, speel de zet.
Dit was het vervolg van de partij:
26…Ke7!! [26…e5 Dit was ik eerst van plan. Een hele mooie zet die wits stelling op lijkt te blazen. Een van de diepere ideeën is dat de zwarte toren op g8 via de 6de rij bij de aanval betrokken kan worden. Het wint in veel varianten, maar het faalt echter op een hele slimme verdediging. 27.Pxh6! (27.Lxb5+ axb5 28.Pxh6 Txa2 29.Kb1 Tb2+ 30.Ka1 Tg1+ 31.Td1 Tg6; 27.Pf6+ Ke7 28.Pxg8+ Het kwaliteit kan ik gewoon offeren natuurlijk. Nu worden de vrijpionnen in combinatie met het loperpaar echt heel sterk. 28…Txg8 29.Td1 Lxf4+ 30.Kb1 Lc6–+) 27…Tg1 28.Td1! Wit hoeft niet op b5 tussendoor te pakken om h1 dekken. Nu blijft de aftrekschaak erin. Daardoor blijft de a-lijn nog gesloten en ik kan ik geen vorderingen meer maken. Ik had het na torenruil nog wel remise kunnen houden. Zo kwam ik op het idee eerst Ke7 te doen, om het schaakje eruit te halen. 28…Txh1 29.Lxb5+ axb5 30.Txh1 Txa2 31.Kb1 Tb2+ 32.Kc1 Ta2=; 26…Td8 Zo ruil ik de torens af en haal ik de f4-pion op, maar de f2-pion gaat er echt ook af. 27.Lxb5+ axb5 28.Txd8+ Kxd8 29.Kd1 Lxf4 30.Ke2 Lc7 31.Pxf2 Dit kan wit misschien nog remise houden. Zwart heeft 2 centrumpionnen maar wit heeft wel een irritant h-pionnetje en het paard is ook best goed. 31…Ke7 32.h4 Lb6 33.Th2 Td8 34.Pd3³] 27.Lxb5 [27.a4 e5! De vernietigende dreiging die sinds Ke7 in de stelling is gekomen. 28.Lxb5 axb5 (28…exd4 29.Lc6 Lxf4+ 30.Kd1 Tab8–+) 29.Tb4 Lxf4+ 30.Kb1 bxa4 31.Tb7+ Ke6 32.Pxf2 axb3 33.Txb3 Tab8 34.Pe4 Txb3+ 35.cxb3 f5 36.Pc5+ Kd5 37.Pa4 e4 38.Pxc3+ Ke6 39.Pe2 Le5–+ 40.Tf1 Tg2; 27.Kb1 De koning gaat nu uit de diagonaal h6-c1, maar dat was niet wits enige kwetsbaarheid. 27…f5! Doordat de koning op e7 staat zijn er meerdere zetten die de witte stelling opblazen, omdat de zwarte koning totaal niet meer kwetsbaar is. 28.Lxb5 (28.Pxh6 Tg1–+) 28…fxg4 29.Lf1 Tad8] 27…axb5
28.Pxh6 [28.Kb1!? Dit lijkt me de beste verdediging. Maar ook hier kan ik over de a-lijn binnenkomen. 28…Ta3! (28…Lg7!? 29.Td3 Ta7 30.Tf1 Tga8 31.Kc1 Txa2 32.Kd1 Tb2 33.Pe3 Taa2 34.Txf2 Txb3) 29.Pxh6 Tga8 30.Tf1 Txa2 31.Pg8+ Kf8 32.Td8+ Txd8 33.Kxa2 Kxg8 34.Txf2 Td2 35.Tf1 b4 36.Kb1 Kg7 37.Tg1+ Kf6 Ook hier zorgt de sterke pion op c3, die hier zelfs gedekt staat, voor winst.; 28.Tf1 e5! Hier is ie weer. De sleutelzet om de witte stelling op te blazen. Het maakt gebruik van 2 penningen.] 28…Tg1+ 29.Td1 Txa2 30.Kb1 Tb2+ 31.Kc1 [31.Ka1 Tg6!–+ Een dubbelaanval op het paard en veld a6. Als het paard naar g4 gaat komt e5, met mat op a6. (31…Txh1 32.Txh1 f5!–+ Snijdt de pas af voor het paard. Tegen de dreiging Txc2-Te2-Te1 is weinig te beginnen.) 32.Thf1 Txh6 33.Td3 b4 34.Td4 e5 35.Txb4 Ta6+ 36.Ta4 Txa4+ 37.bxa4 Txc2] 31…f1D De pion wordt geofferd om 2 torens op 2de rij te krijgen. In combinatie met de pion op c3 garandeert dit mat. 32.Txf1 Tg2 33.Tf3
33… Tbxc2+! En zwart dwingt spoedig mat af. [33…Tgxc2+ 34.Kd1 Ta2 35.Td3 b4–+] 34.Kb1 Tb2+ 35.Kc1 Ta2 0–1
Dit beviel de teamleider wel en hij vertelde me dat de mogelijkheid zeker aanwezig was om volgend jaar een paar partijen in de Bundesliga te spelen. Missie voltooid dus!
De meeste andere Nederlanders in het team wonnen ook en sloten allen hun seizoen met mooie scores af.
Tot volgend seizoen!
Hieronder is de hele partij na te spelen met de viewer:
In de eerste 2 diagrammen moet het paard op g4 staan in plaats van e5!
We hebben je artikel nog (positief) besproken tijdens de trainerscursus vandaag!
Nu kloppen de diagrammen :).
Dat is goed om te horen!
Lijkt me trouwens ook wel een mooie stelling voor een training…