Winnen van HSG
Ik heb de afgelopen dagen veelvuldig de vraag moeten beantwoorden hoe het ging tegen HSG. Mijn standaard antwoord was: ‘goed, we hebben met 6½-3½ verloren.’
De nummers 2 en 3 op papier van de Meesterklasse (SC Utrecht en Voerendaal) verloren met dezelfde uitslag, de andere teams gingen met grotere cijfers ten onder.
Wij schakers kennen de kracht van de elo-rating. Steeds weer verbaast het mij hoe na afloop van een seizoen de einduitslag in het grootste deel van de KNSB-competitie precies overeenkomt van de gemiddelde rating van de diverse ploegen. In bordpunten meer nog dan matchpunten.
De situatie zoals we die dit seizoen met HSG hebben, kent de Meesterklasse al meer dan dertig jaar. Eerst was Volmac Rotterdam zo’n 15 jaar lang te sterk voor de concurrentie (lees HSG), vervolgens van hetzelfde laken een pak met De Variant (opnieuw voor HSG) en sinds een jaar of wat heeft HSG (ik geloof na 27 tweede plaatsen) de scepter overgenomen. Waren deze ploegen onverslaanbaar? Kan niemand dezer dagen winnen van HSG?
De gemiddelde rating geeft het statistische antwoord: nee, als het erop aankomt niet.
Toch verloor HSG vorig seizoen uitgerekend tegen hekkensluiter SMB, en ook de illustere voorgangers verloren in hun hoogtijdagen wedstrijden, zij het heel sporadisch.
Toen ik onze spelers afgelopen zaterdag geconcentreerd aan het werk zag, dacht ik: wat is ervoor nodig om HSG te kloppen – zou het vandaag kunnen? We hadden immers door de terugkeer van David van Kerkhof uit Berlijn de hoogste gemiddelde rating van het seizoen. Bovendien had de tweede plek op de ranglijst ons vleugels gegeven.
Het antwoord op de eerste vraag luidt kort door de bocht: zelf foutloos spelen en hopen dat zij dat niet doen. Het antwoord op de tweede vraag is even eenvoudig te formuleren. Ten eerste stonden wij na de twee vooruitgespeelde partijen met 1½-½ achter, ten tweede zaten aan de witborden voor HSG respectievelijk Loek van Wely, Anish Giri, Erwin l’Ami en aan het staartbord Robin van Kampen. Een blik op de borden was voldoende om vast te stellen hoe de vlag erbij hing. Loek stond een stuk voor, Anish is Anish, Erwin had een cruciale centrumpion gewonnen en Robin had minder pionneneilandjes en kon naar hartelust de zwarte zwaktes bestoken. Gevoegd bij de overwinning van Yasser Seirawan aan bord 4 schreef ik al snel 5-0 op mijn papier op – vandaag zou het wonder uitblijven.
En ziet, enkele uren later kreeg ik gelijk. Maar had ik het ook? Hadden we van HSG kunnen winnen?
Een reconstructie
Als je puur naar de partijen kijkt, dan zeg ik: ja, we hadden kunnen winnen.
Laten we de borden chronologisch aflopen.
Christov Kleijn aan bord 3 had tegen topscorer Wouter Spoelman (6 uit 6!) een pionnetje buitgemaakt, maar kon weinig beginnen. Remise was een logisch resultaat.
Aan bord 4 had David van Kerkhof zich dapper ten beschikking gesteld voor de revanchepartij van het jaar. Want hij had vorig jaar (toen aan bord 1!) de Amerikaanse gigant beentje gelicht in een Caro-Kann.
Na 12 zetten in het Max Euwe Centrum stond het zo.
Niet bepaald een Seirawan-stelling. Sterker nog, 12…Lxd3! 13.exd3 Df6 en wit staat compleet aangekrant. David zag dat, maar wilde dit nog verbeteren door de zetten om te draaien: 12…Df6? 13.e3 Pf3 14.Lg2 en wit komt geforceerd in het voordeel. Na 14…Pxg1 15.Lxe4 Pxh3+ 16.Kg2 zit het paard opgesloten. In het vervolg speelde Seirawan als een vorst en liet de Bosschenaar geen enkele kans meer.
Dat was kans 1.
Jeroen Bosch (bord 6) ging op de speeldag zelf als eerste onderuit. Zeker de sterkste speler die je ooit tegen heb gehad, vroeg ik hem. ‘Nee hoor’, repliceerde hij vol zelfvertrouwen, ‘Adams, top 5, BSG-Variant. Soepel remise.’
Bosch ging Anish te lijf met de Draak. En had vele kansen, want Anish leek zich te vergissen. Na afloop bleek dat hij in de veronderstelling was een partij Stellwagen-Jones van de Olympiade in Khanty-Mansiysk 2010 te volgen. Bosch (als team captain aldaar aanwezig) wist het beter. Wit nam behoorlijk veel risico, en met succes want op zet 28 raakte Jeroen de draad kwijt en moest na het witte antwoord onmiddellijk opgeven.
Kans 2.
Ondersteijn speelt altijd met wit tegen Henk Vedder als wij HSG bekampen. Steeds een andere variant van het Frans. De stand na vandaag is 2½-2½. Henk kreeg geen kans.
Hetzelfde geldt min of meer voor Erik van den Doel. Hij kreeg in het Bogo-Indisch een zetje tegen dat Vladimir Potkin onlangs geïntroduceerd had op het EK in Aix-les-Bains. Erik offerde een stuk, had ook wel wat spel, maar ik kon niet geloven dat het genoeg zou zijn tegen Loek van Wely. Was het ook niet.
Broekmeulen experimenteerde in de opening met een SOS-plan van Sergei Movsesian.
Na 8…Ph5 moest hij echter in de denktank. De grote meester deed in deze stelling voorzichtig 9.g3, maar Broekmeulen is het gewend in het groot te denken en toverde het nieuwtje 9.Dd3 op het bord. Ik kan niet geloven dat wit zo kan spelen, twintig zetten later was het echter gedaan met Friso Nijboer. Ondertussen had wit nog ergens speculatief een stuk geofferd (24.Th1), waar 24.Pxd5 wel zo simpel was geweest. Maar aan simpel doet Jasper zelden.
Kans 3 deed zich voor aan bord 1, waar Twan Burg het mocht opnemen tegen nationaal kampioen Jan Smeets. Die speelt sinds kort met zwart de Breyer. Burg had zich daar gedegen op voorbereid en als hij in deze stelling
26.Lc6 had gespeeld, dan moet ik nog zien hoe Smeets met de vlag al aardig omhoog staand dit had gewonnen. Zoals het ging kreeg zwart te veel spel op de koningsvleugel en maakte het overtuigend af, zoals een kampioen betaamd.
Kans 4 kreeg Paul Span aan bord 10 meteen na de opening op zet 17.
Zwart staat OK, maar wikkelde nu volkomen onnodig af naar een eindspel, waarin alleen wit kansen heeft. Die pakte hij bekwaam, zoals we dat kennen van talenten uit de KNSB-jeugdopleiding.
David Miedema pakte zijn kansen wel (hij won aan bord 7), maar ook weer niet. Want wat zou U spelen in deze stelling?
Waarschijnlijk 27.La4, net als David deed. Nou, dan hebt U een kans op onsterfelijkheid gemist, want de computer schreeuwt hier om de toverzet 27.Da4! met als belangrijke pointe 27..Dxd6 28.Txd3 – oei!
Ten slotte Geert van der Stricht. Aan bord 8 zitten en dan moeten tegen 2600+ en ook nog tegen je eigen favoriete openingssysteem. Enfin, het was al snel hopeloos na verlies van de pion op d5, maar Geert ging wakker verder. Van verloren middenspel ging het naar verloren toreneindspel. Wacht even. Toreneindspelen zijn toch altijd remise?
Inderdaad – kans 5!
54…h3! 55.Txc2 h2 56.Tc1 Kf6 57.Th1
TEST: Wat speelt U?
Als je alle kansen optelt hadden we kunnen winnen. Als…