Korte remises bij Grischuk-Gelfand
Na vier partijen is de stand nog steeds gelijk in de match Gelfand-Grischuk. Maar waar de eerste twee partijen heel enerverend waren, werden er in de derde en vierde partij niet veel zetten gedaan: na respectievelijk 14 en 18 zetten werd er remise gegeven. Toch waren de partijen niet helemaal zonder strijd en zat er nog redelijk wat denkwerk in. Zie bijvoorbeeld waar Gelfand in de derde partij mee op de proppen kwam:
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Le7 5. Lg5 h6 6. Lxf6 Lxf6 7. Db3 dxc4 8. Dxc4 O-O 9. g3 Deze stelling was maar 1 keer eerder voorgekomen in de grootmeesterpraktijk (in 1984 gingen Uhlmann en Hjartarson hier met 9…Pd7 10. Lg2 e5 verder) en toch kwam Gelfand hier met een geweldig (voorbereid) nieuwtje:
9… b5!! Op het eerste gezicht geeft dit gewoon een pion weg, maar het blijkt toch allerlei pointes te hebben. Het kostte Grischuk ook veel bedenktijd: na drie kwartier besloot Grischuk uiteindelijk het pionoffer aan te nemen. Weigeren van het pionoffer zou in ieder geval niets opleveren. 10. Dxb5 Met het paard slaan kan ook, maar 10. Pxb5 La6 ziet er niet zo fijn uit. Zwart komt snel met c5 of Pc6 en Tb8. 10… Pd7 Dreigt Tb8 en Txb2. 11. Lg2 Ontwikkelt verder. Verstandig, want materialisme zou hier een zonde zijn: 11. Tb1 Tb8 12. Dc4 c5 13. dxc5 La6! 14. De4 Da5 15. Pd2 Lxc3 16. bxc3 Dxc3 en wit kan opgeven. 11… c5 Ook 11…Tb8 was goed. 12. O-O Tb8 12… cxd4 13. Pxd4! Tb8 14. Da4 is minder goed. 13. Da4 a5 Hier moest Gelfand een tijdje over nadenken. Hij had verschillende alternatieven die ongeveer even goed zijn, zoals 13… Txb2 maar hij wilde waarschijnlijk een stelling vermijden waarin wit met een vrije a-pion nog iets zou kunnen proberen. 14. dxc5
14…Pxc5 15. Dc2 Db6 16. Tab1 La6 had het publiek nog wel willen zien, maar volgens Grischuk is de stelling totaal gelijk. Misschien had hij 14. Pe4 kunnen proberen, na b.v. 14… cxd4 15. Pxf6+ Pxf6 16. Dxd4 zit er nog wel enig spel in de stelling. 1/2-1/2
De vierde partij bestond uit hogeschoolgemanoeuvreer.
1. Pf3 c5 2. c4 Pc6 3. Pc3 e5 4. g3 g6 5. Lg2 Lg7 6. d3 In de tweede partij speelde Gelfand 6.a3 Pge7 7.b4!? waarna het erg scherp werd. 6.d3 is een logische ontwikkelingzet, het nadeel is wel dat a3 en b4 zonder Tb1 met e4 beantwoord kan worden. 6… Pge7 7. a3 d6 8. Pd2
Dit paard wil uiteindelijk naar d5, maar meestal doet het dat via e1-c2-e3. Op c2 ondersteunt het ook nog een eventueel b4. Maar vanaf d2 zou het ook naar d5 kunnen via f1-e3, of zelfs nog via een andere route zie partij! 8… O-O 9. Tb1 h6 Er zitten een hoop subtiliteiten in deze partij. Als zwart 9…a5 doet komt wit met Pf1-e3-d5 waarna hij een zet sneller op d5 is dan de normale route omdat wit niet heeft te hoeven rokeren. Als wit nu met 10.Pf1 komt, kan wit 10…a6 11.Pe3 b5!? proberen, als wit die pion twee keer slaat krijgt zwart met d5 een mooi centrum en staat het paard op e3 raar. Maar waarom 9…h6 en niet iets als 9… Le6 of zo? 10. O-O De normale zet is hier 10. b4 maar daartegen was 9… h6 gericht: 10… e4! 11. Pcxe4? f5 en het paard heeft geen velden meer! Een nuttige truc om te onthouden. 10… a5 11. Pd5 Le6 Na 11… Pxd5 speelt wit 12. cxd5 gevolgd door a4, Pc4, f4 etc. 12. Pxe7+ Dxe7 13. Pe4 Kh8 14. Pc3 Ook dit is een route naar d5! 14… Dd7 15. Ld2 15. Pd5 is te vroeg: na 15… Tab8 dreigt b5 en 16.b4 zou gewoon een pion weggeven. Als zwart nu past zou wit wel Pd5 en b4 kunnen spelen, maar dat doet zwart niet. 15… Tab8 Voorlopig geen Pd5 voor wit dus. 16. Dc1 h5 17. Lh6 Lh3 18. Te1
En remise gegeven. Is de stelling gelijk? Jawel, maar het is geen dode remisestelling. 1/2-1/2
We kunnen ons verheugen op de spannende snelschaakpartijen die gaan volgen.