Het is een kwestie van optellen en aftrekken
Het is een kwestie van optellen en aftrekken
Hoe de digitale wereld het schaakrecht verandert
1. Het probleem
2. De subjectieve vlagval
3. De opvatting van Gijssen
4. -5 + 2 = -3
5. De digitalisering en de interpretaties van de FIDE-regels
6. De digitale klok als assistent-scheidsrechter
1. Het probleem
Nikita Tsjinarjev uit Rusland heeft het volgende meegemaakt in een partij waarbij een analoge klok werd gebruikt. De vlag van speler S valt, maar de tegenstander T bemerkt dat niet. Het spel gaat dus door. De partij gaat zelfs zolang door dat er na de vlagval vijf minuten zijn verstreken, dus -5 minuten. En dan komt het. De tegenstander (wiens vlag niet is gevallen) doet een ongeoorloofde (‘onreglementaire’) zet. De speler claimt. Op grond van artikel 7.4 sub b van de FIDE-regels moet de scheidsrechter dwingend rechtelijk de speler twee minuten extra bedenktijd toe te kennen.
Dan bemerkt de tegenstander natuurlijk dat de vlag van de speler al is gevallen. Hij claimt de winst van de partij. Echter, de scheidsrechter stelt de klok van de speler bij. Hij stelt de kloktijd in op twee minuten voor de speler, en beslist dat de partij zo verder wordt gespeeld. Dat nu vindt Nikita Tsjinarjev een onjuiste beslissing en vraagt Gijssen wat hij ervan vindt.
2. De subjectieve vlagval
Voordat ik het antwoord van Gijssen geef, zet ik eerst uiteen het verschil tussen objectieve en subjectieve vlagval.
De objectieve vlagval houdt in dat bepalend is het precieze moment waarop de vlag is gevallen. De subjectieve vlagval houdt in dat bepalend is het moment waarop een speler claimt dat de vlag is gevallen, of het moment waarop de scheidsrechter eigenmachtig ingrijpt indien beide spelers in tijdnood zijn.
Artikel 6.8 luidt: ‘Een vlag wordt beschouwd te zijn gevallen als de arbiter het feit waarneemt of als een der spelers dit terecht claimt.’
De FIDE-regels gaan dus niet uit van de objectieve vlagval, maar van de subjectieve vlagval. Het rechtsgevolg van de vlagval treedt pas in indien iemand ‘piept’. Het gevolg van de toepassing van de regel van subjectieve vlagval is, dat het mogelijk is dat een partij na de vlagval verder gaat. Indien bijvoorbeeld na de vlagval de speler wiens vlag is gevallen de tegenstander mat zet (en de tegenstander de vlagval niet heeft geclaimd), is de matzet bepalend en niet de vlagval.
3. De opvatting van Gijssen
In juli 2003 heeft Lars Dock aan Gijssen precies dezelfde vraag gesteld als Nikita Tsjinarjev. Ook in dat geval had een speler verder gespeeld waarna na verloop van tijd de tegenstander een ongeoorloofde zet doet. Indien de extra bedenktijd in mindering wordt gebracht op de overschreden bedenktijd resteert nog steeds een overschrijding van de bedenktijd. Lars besliste dat de partij moest worden vervolgd, omdat niet wordt geteld vanuit de hoeveel bedenktijd die is overschreden, maar vanaf nul.
Gijssen: ‘Ik denk dat u juist heeft gehandeld. Zoals u wellicht weet, zijn er sommige digitale klokken die de tijd vastzetten zodra de speler de bedenktijd heeft overschreden. Dit betekent dat zelfs als de partij voortgaat, de klok nog steeds -0.00 laat zien. Als algemene regel meen ik dat geen rekening moet worden gehouden met de tijd die een speler heeft verbruikt na de vlagval,’ juli 2003, I would like to propose a draw, but where is my opponent?
Echter, in het geval van Nikita Tsjinarjev geeft Gijssen een ander antwoord. Nu is Gijssen het niet eens met de beslissing van de scheidsrechter. ‘Indien twee minuten extra bedenktijd wordt toegevoegd en vervolgens blijkt dat nog steeds de bedenktijd is verstreken, moet de scheidsrechter de partij verloren verklaren voor de speler,’ aldus Gijssen.
Dit antwoord is aanleiding voor Jan van den Ende en Lars Dock hierover nadere vragen te stellen aan Gijssen.
Jan van den Ende: ‘Maar wat als het voorval gebeurt tijdens de tijdnood? Dan laat het scherm op de klok slechts 0.00 zien als de speler zijn bedenktijd heeft verbruikt.
En, wat moet er gebeuren als de partij wordt gespeeld met een increment per gedane zet? Wanneer een speler zijn bedenktijd in de eerste periode heeft overschreden, stopt zijn klok onmiddellijk en voor de rest van de partij laat het scherm slechts 0.00 zien!’
Lars Dock uit Zweden begrijpt het antwoord Gijssen niet, omdat Gijssen eerder een ander antwoord gaf.
Volgens Lars is het antwoord onjuist om de volgende redenen:
– ‘Het aantal minuten tijdsoverschrijding is niet van belang voor het verliezen op tijd. Het is nul.
– De digitale klokken stoppen bij nul en er moet geen verschil in antwoord bestaan indien analoge klokken worden gebruikt.
– Er is helemaal geen reden om een ongeoorloofde zet te claimen indien de speler de partij heeft verloren wegens het overschrijden van de bedenktijd.
Het kan niet juist zijn om degene te straffen die niets verkeerd heeft gedaan en de ander te belonen die een fout heeft gemaakt. Volgens mij moet de speler twee minuten extra bedenktijd ontvangen, van nul plus twee,’ aldus Lars.
Deze reacties zijn voor Gijssen aanleiding terug te komen op zijn eerder antwoord.
Gijssen: ‘Laat me beginnen de vraag te behandelen voor digitale klokken. Het is een gegeven dat de klok van de speler wiens bedenktijd is verstreken, 0.00 laat zien. In dat geval ontvangt de spelers wiens bedenktijd is verstreken twee minuten extra bedenktijd en zo gaat de partij verder.
Echter, wanneer een analoge klok wordt gebruikt vindt er geen blokkering plaats van de bedenktijd. De klok blijft gewoon doorlopen. In beginsel ben ik het ermee eens dat het oneerlijk zou zijn de partij verloren te verklaren zelfs wanneer er na het toevoegen van twee minuten extra bedenktijd de speler nog steeds geen bedenktijd over heeft. Daarom is het eerlijk dat bij een analoge klok de speler twee minuten bedenktijd ontvangt,’ aldus Gijssen, mei 2011, What is a Theoretical Draw?
4. -5 + 2 = -3
Naar mijn mening is de opvatting van Gijssen van mei 2011 onjuist. Indien gebruik wordt gemaakt van een analoge klok zijn de feiten duidelijk. Het is dan simpel een kwestie van optellen en aftrekken: -5 + 2 = -3. De bedenktijd is nog steeds overschreden, en nu de tegenstander dit alsnog heeft bemerkt, mag hij de winst van de partij claimen.
Echter, indien gebruik wordt gemaakt van een digitale klok zijn de feiten niet duidelijk. De scheidsrechter weet niet hoeveel de overschrijding van de bedenktijd is. Hij kan niet optellen en aftrekken, ook al had hij dat gewild.
Het enige wat we wel kunnen constateren is dat een digitale klok ondeugdelijk is nu zij de hoeveel overschrijding van de bedenktijd niet registreert. Zo’n klok had nooit gefabriceerd en geprogrammeerd mogen worden om automatisch stil te staan bij nul. Voor de beruchte klokkencommissie van de FIDE had dit aanleiding moeten zijn om zo’n type klok af te keuren. Maar goed, dat heeft zij niet gedaan. Dan treedt de regel in werking ‘don’t cry over spilt milk’ of ‘gedane zaken nemen geen keer’.
Nu er gebruik is gemaakt van een ondeugdelijke digitale klok, kan geen rekening worden gehouden met de hoeveelheid bedenktijd die is overschreden. Dat is in het voordeel van de betrokken speler, en in het nadeel van de tegenstander. Daar valt niets meer aan te veranderen. Het leven is niet altijd eerlijk voor een tegenstander. De ideale schaakwereld waarin alles perfect is geregeld, bestaat nog niet. We kunnen er slechts naar streven door te pleiten voor het maken van digitale klokken die wel voldoen aan de eisen van de FIDE-regels.
Vandaar dat er twee verschillende antwoorden bestaan. Als vertrekpunt voor het antwoord gelden de feiten. Indien de feiten duidelijk zijn, past de scheidsrechter het recht daarop toe. Het gevolg is dat elke klok zijn eigen kenmerken of beperkingen heeft, en daardoor ook zijn eigen rechtskarakter.
5. De digitalisering en de interpretaties van de FIDE-regels
De schaakwereld verandert onder invloed van de digitalisering. Het schaakrecht verandert daardoor ook. De digitalisering beïnvloedt de interpretaties van de FIDE-regels. Zo verandert de opvatting van Gijssen zonder dat de FIDE-regels zijn gewijzigd. Dat is een heel natuurlijk proces, en niet erg. Het komt ook voor in de maatschappij, omdat de regels, de wetten, altijd achter de ontwikkelingen aanlopen.
Het is niet voor het eerst dat Gijssen zijn interpretaties door de digitalisering aanpast. Hij heeft het eerder gedaan bij het uitvoeren van de promotiezet. Voor de geldigheid van een promotiezet schrijven FIDE-regels namelijk pietluttig precies voor dat de pion eerst op het promotieveld moet worden gezet, waarna deze moet worden weggehaald om plaats te maken voor een nieuw stuk. Als zo wordt gehandeld bij een schaakbord dat met behulp van sensoren de zetten doorgeeft naar internet gaat het fout. Dan wordt de interpretatie aangepast en beweert Gijssen dat de FIDE-regels het toelaten dat de promotiezet anders mag worden uitgevoerd dan is geregeld in de FIDE-regels.
6. De digitale klok als assistent-scheidsrechter
Dat het schaakrecht door de digitalisering verandert is niet erg. In Amerika bijvoorbeeld maakt men gebruik van de mogelijkheden die een bepaald type digitale klok biedt. Daar wordt de klok ingezet als assistent-scheidsrechter. Voorafgaand aan de partij wordt de klok zo ingesteld dat deze piept zodra de bedenktijd is overschreden. Zodoende wordt de tegenstander gewaarschuwd dat hij de winst kan claimen. Het recht verandert zo van ‘subjectieve vlagval’ naar: objectieve vlagval.
Mijn mening is dat door gebruik te maken van deze technische mogelijkheid we van enkele scheidsrechterlijke problemen zijn verlost. Zo treedt de klok op als hulpscheidsrechter. Ideaal! Maar daarover een andere keer.