Gespot 6: Trainer neemt afscheid van leerling
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders.
In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Voor een trainer is het ultieme doel als zijn pupillen hem voorbij streven en prachtige resultaten behalen. Het is mij (gelukkig) al te vaak gebeurd. De grote vraag is natuurlijk tot wanneer een trainer zijn leerling kan blijven trainen. Daar zijn geen regels voor. De ongeschreven wet is dat er een substantieel verschil in speelsterkte moet zijn.
Nu is het veelal zo dat de band tussen trainer en leerling goed is waardoor het moeilijk is om afscheid van elkaar te nemen. Vooral als de speler tevreden is, is de neiging om ermee door te gaan groter dan het belang van de speler zelf.
Ik probeer daar zelf zoveel mogelijk afstand van te nemen en tijdig aan te geven dat een speler het hogerop moet zoeken. En dan bedoel ik vooral de samenwerking moet zoeken met een trainer met (veel meer) Elo. Dat is echter niet zo’n eenvoudig als het lijkt. Een aantal grootmeesters noemt zichzelf trainer terwijl de didactische kwaliteiten soms ver te zoeken zijn. Daarbij worden soms ook verkeerde doelstellingen bepaald en wordt er – in mijn ogen – op verkeerde terreinen ingezet. Neemt niet weg dat sterke schakers weten waar de stukken moeten staan en dat is nu net waar het er in partijen om gaat.
Ik ben een tijdlang de trainer geweest van de jonge Nederlandse grootmeesters Robin Swinkels en Wouter Spoelman. Met beide spelers werd in 2004 afgesproken om samen in Hoogeveen bij het Essenttoernooi deel te nemen. Mijn bijdrage zou bestaan in het ’s morgens checken van de varianten die ze zelf bedacht hadden om ‘s middags te gaan spelen.
Op een gegeven moment zou de toen nog zeer jeugdige Spoelman het met wit gaan opnemen tegen grootmeester Romanishin.
De jeugdige Wouter Spoelman: lesje in witte velden (Foto Jos Sutmuller) |
Oleg Romanishin: voormalig wereldtop (Foto Jos Sutmuller) |
Ik vertelde hem dat hij niet tegen zomaar iemand zou gaan spelen. De man was in de glorietijd van Timman wereldtop met een enorme staat van dienst. Romanishin is een speler met een groot strategisch inzicht die bekend staat om zijn originele en venijnige pionoffers. Het Eloverschil tussen beide spelers was op dat moment behoorlijk. Wouter had toen de zeer acceptabele rating van 2357 achter zijn naam staan, Romanishin 2543. Maar dat hij ruim boven 2600 had gestaan (in een andere tijd dan nu), was ook duidelijk.
Wouter vertelde me dat heel aannemelijk was dat er een variant van het Spaans op het bord zou komen. Daarin wilde hij met wit een pion gaan pakken en daarvoor zijn witveldige loper voor een paard gaan ruilen.
In deze stelling wilde Wouter 15. Ld3 a4 16. Lxb5 Db6 17. Lxc6 Dxc6 18. Pbd2 gaan spelen. Hij liet mij deze variant zien en ik zei hem onmiddellijk dat ik dit geen goed idee vond. Zwart zou in ruil voor de pion een soort compensatie krijgen die misschien wel groter was dan bijvoorbeeld in het Wolgagambiet. Maar Wouter wilde van geen wijken weten. Eigenwijsheid is een goede eigenschap om een goede schaker te worden. Tot op zekere hoogte natuurlijk. Toen ik probeerde hem van zijn ongelijk te overtuigen door te zeggen dat hij na de bewuste ruil zwak was geworden op 32 witte velden, maakte dat geen enkele indruk. Er zat weinig anders op dan het bord te voorschijn te halen en deze stelling te gaan analyseren op de keukentafel. Analyseren is meestal een groot woord als je met twee jeugdspelers bent die graag hun trainer te slim af willen zijn…
Dus speelden we een soort vluggertjes met deze stelling, maar ik slaagde er niet in om hem van het systeem af te brengen. Sterker nog: hij was zo handig dat ik een paar keer gefopt werd, waardoor ik juist het tegendeel bewerkstelligde. Hij was nog meer vastberaden om zich op deze stelling in te gaan laten. Ik staakte op een gegeven moment de strijd. Maar ik waarschuwde hem dat de grote strateeg Romanishin uit een heel ander vaatje zou gaan tappen. Ook deze opmerkingen werden weggehoond!
Helaas voor Wouter kreeg hij die middag een lesje “witte velden-strategie” over zich heen. Romanishin deed het allemaal heel kalm aan, maar hij voerde de druk steeds verder op. En toen de stukken van wit steeds meer naar adem liepen te snakken, maakte Wouter ook nog een grote fout, zodat hij op zet 28 al moest opgeven.
Uiteraard wilde ik niet mijn gelijk halen. Maar ik zei hem wel dat deze partij en analyse mij duidelijk hadden gemaakt dat we na dit toernooi afscheid van onze trainingsrelatie zouden nemen. Ik zei hem dat ik hem te sterk vond omdat ik niet had kunnen bewijzen wat ik bedoelde. Daar kon hij dan wel vrede mee hebben en niet veel later werd hij IM en ook snel GM. Zijn rating liep zelfs snel op naar 2580, zodat ik tot grote tevredenheid heb mogen constateren dat hij goed op zijn pootjes terecht gekomen is.
Als ik de ratingkaarten van Spoelman en Romanishin anno 2011 vergelijk dan is duidelijk dat de jeugd het wint van de ouderdom. Romanishin is zijn brille kwijt, Spoelman is nog jong genoeg om een fikse sprong te maken, mits hij gemotiveerd blijft.
Hier is mijn analyse van deze zeer onderhoudende partij:
Wouter Spoelman – Oleg Romanishin, Hoogeveen 2004.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. O-O Le7 6. Te1 b5 7. Lb3 d6 8. c3 O-O 9. h3 Pa5 10. Lc2 c5 11. d4 Pd7 12. Pbd2 cxd4 13. cxd4 Pc6 14. Pb3 a5
15. Ld3 Dit wilde Wouter graag gaan spelen. [De hoofdvariant is hier 15. Le3] 15… a4 16. Lxb5 Db6 17. Lxc6 Dxc6 18. Pbd2 Lf6 19. d5
19… Da6 Met deze zet maakt zwart duidelijk dat hij voor de witte velden gaat (vooral veld d3!). De loper op c8 moet even blijven wachten eer die gemobiliseerd gaat worden. Voorlopig is de dreiging … Pd7-c5-d3 lastig voor wit om te bestrijden. [In een blitzpartij Karjakin – Fressinet, ook uit 2004 werd hier 19… Db5 gespeeld.] 20. b3 axb3 21. Pxb3
Wit heeft in elk geval … Pc5 uit de stelling weten te halen, maar hij is nu de controle over veld c4 aan het kwijtraken. 21… Pb6 22. Ld2 Pc4 23. Lc3 [Een zet die in aanmerking kwam was 23. a4 hoewel zwart na 23… Ld7 niets te klagen heeft.] 23… Ld7 24. Pfd2
24… Pa3 Zwart wil graag zijn paard nog even behouden. Daarbij blokkeert het pion a2 en kan hij verdergaan met het opvoeren van de druk. De zwakte van de witte velden in het witte kamp begint inmiddels voelbaar te worden. 25. Pb1 Na deze zet, komt zwart al in het voordeel. [Beter is 25. Pf3 hoewel zwart ook dan na 25… Tfc8 prachtige compensatie voor de pion heeft.] 25… Tfc8 26. Te3 Lg5
27. Tf3 De witte stukken komen op vreemde velden en zwart verbetert nu het laatste stuk dat niet zoveel deed, zijn witveldige loper! 27… Lb5 28. Tf5?? De stelling was al precair maar na deze fikse blunder is het meteen voorbij. [De dreiging … Lb5-e2 moest gepareerd worden met 28. Pc1 maar ook dan heeft zwart de touwtjes stevig in handen.]
28… Le2! En meteen opgegeven. [Na 28… Le2 29. De1 Pc2 is de witte dame op kunstige wijze ingesloten.] 0-1
Deze partij via de viewer:
Als toegift een aantal partijen van Romanishin met bovenstaande stelling:
Ik vind het sterk dat je niet je gelijk gaat halen en in plaats daarvan afscheid neemt omdat je hem niet kon overtuigen! Dat siert je.
indrukwekkend grafiek van Wouter hij is echt goed hoeveel jeugdnks heeft ie eigenlijk gewonnen?