Te oud
Gert Ligterink, 3 juni 2011
Zijn e-column ‘Te oud’ begint met :
‘Toen Jan Timman in 1993 op de drempel van een WK-match tegen Kasparov stond, was hij 41 jaar. Misschien laat mijn geheugen me in de steek, maar ik kan me niet herinneren dat hij te oud werd genoemd om de wereldkampioen uit te dagen. Niet door de schaakjournalisten, die met het voorbeeld van Kortchnoi voor ogen wel beter wisten, maar ook niet door de gewone sportpers, die de kandidatenfinale tegen Short indertijd scherp in de gaten hield.
De tijden zijn veranderd. Tijdens het kandidatentoernooi in Kazan vroeg een Russische journalist aan de 42-jarige Boris Gelfand wat hij ervan vond dat veteranen internationale topevenementen winnen. Gelfands reactie was geweldig. Hij won tijd door de vraag een paar keer te laten herhalen, waarna hij zich schrap zette voor een scherpe repliek.
Gelfand herinnerde de vragensteller eraan dat Kortsjnoi zijn eerste WK-match speelde toen hij 47 jaar oud was. Ook vertelde hij dat hij als elfjarige jongen in zijn geboortestad Minsk Efim Geller het kampioenschap van de Sovjet-Unie had zien winnen: `Hij was toen 54 jaar. Ik begrijp dat de pers graag schrijft over nieuwkomers als Wesley So of Anish Giri. Maar dat wekt wel de indruk dat zij sterk spelen en wij ouderen er weinig meer van kunnen. Wij zijn alleen maar veteranen.’