Anish over het Nederlands Kampioenschap 2011 (met 2 partijen)
Het is nog maar een paar dagen geleden dat ik erin slaagde de titel die ik eerder in 2009 behaalde, terug te veroveren. Het veld was dit jaar beslist sterker, maar (zo mag ik hopen) ik zelf ook. Maar laten we bij het begin beginnen.
Het toernooi werd afgewerkt in Boxtel. Aangezien mijn geografische kennis beperkt is, kan ik er weinig over vertellen, behalve dat het in Noord-Brabant ligt, niet ver van ’s-Hertogenbosch. Met uitzondering van Loek van Wely, die een sabattical jaar heeft ingelast (daar mag ieder het zijne van denken), was iedereen aanwezig, met inbegrip van de Nederlandse top: Sokolov, Smeets en L’Ami. De overige spelers waren niet veel zwakker. Slechts één van hen was geen grootmeester: Ruud Jansen, maar hij had wel een rating boven de 2500, dus het toernooi was – zeker voor Nederlandse normen – van stevig gehalte, om het met een understatement uit te drukken.
Onze uitvalsbasis was een conferentiehotel in Vught, op ongeveer 20 minuten rijden van Boxtel. Tot zover de bijzonderheden van organisatorische aard. Laten we nu het toernooi zelf bespreken.
Aangezien ik al mijn voornaamste concurrenten in de eerste vijf ronden trof, was ik tamelijk tevreden met de loting. Die tevredenheid liep al snel een deuk op, want reeds in de eerste ronde speelde ik een afgrijselijke partij tegen Sipke Ernst. Tijdens die partij stond ik éénmaal gewonnen, mijn tegenstander echter tweemaal. Ik besloot op het eind genoegen te nemen met een halfje, maar dat was dan ook de enige bevrediging die ik uit die partij kon putten.
Mijn tweede partij speelde ik tegen Erwin L’Ami. Hij wilde me verrassen met het vreemd ogende Ld7-Lc6 in de Engelse Catalaan die ik speelde. Ik vond de juiste opstelling ertegen en bereikte zonder veel moeite groot voordeel. In tijdnood was ik niet doortastend genoeg en ik slaagde erin om de mooie stelling te bederven, maar de zaken bleven desondanks ingewikkeld en het lukte me ondanks alles te winnen.
De volgende dag was mijn verjaardag. Ik verwachtte veel geschenken en ik hoopte eigenlijk dat Sokolov daaraan zou bijdragen. In de Slavische ruilvariant werd het echter nimmer opwindend. Ik was wat ongeduldig in de opening, probeerde de zaken te forceren en kwam in een minder plezierige stelling terecht. Met enkele accurate zetten slaagde ik er toch gladjes in, de partij op remise te houden.
Met wit tegen Friso Nijboer wilde ik beslist proberen om weer te scoren. Ik kreeg inderdaad een veelbelovende stelling. Tegen de Leningrad-variant van het Hollands koos ik een zelden gespeelde variant: b3 en het resulteerde zelfs in een interessant nieuwtje. Meer dan interessant mag ik het niet noemen, maar Friso trapte in de enige finesse die erin zat. Na 20 zetten had ik meer dan een uur op de klok voordeel en daarbij een enorm prettig eindspel. Misschien had ik dit alles overschat, want eigenlijk was het niet meer dan een duurzaam voordeeltje. Ik probeerde in mijn berekeningen iets meer uit de stelling te halen, maar een fikse blunder noodzaakte me om verder heel omzichtig te verdedigen. Met mijn grote tijdsvoordeel bood ik remise aan. De stelling kon zeker niet meer gewonnen worden, maar de verlieskansen waren ook niet bijzonder groot. Het remiseaanbod werd aangenomen. Ik was zeer ontevreden over deze partij, maar het bleek een keer ten goede, aangezien ik daarna begon te winnen… en wel alle volgende partijen!
Ik begon mijn reeks overwinningen met een zege op Jan Smeets. We stonden beiden op plus 1 en we maakten ons weinig zorgen om de leider Wouter Spoelman die met 3 uit 3 uit de startblokken was gekomen. Hij moest het echter nog opnemen tegen het hele hoofdkwartier. Met zwart koos ik een zeldzame variant in de Najdorf: de Polgar-Kasparov variant met Pg4. Mijn zet Pd7 waarmee ik mijn pluspion dekte (na wits pionoffer een zet eerder) was in technisch opzicht een nieuwtje. Wit had compensatie, maar niets tastbaars en in het verdere verloop verdween dat helemaal. Ik maakte er eigenlijk een rommeltje van, maar mijn voordeel hield stand en na de tijdscontrole kregen we een merkwaardige stelling waarin ik de kwaliteit voor stond voor twee pionnen. Aanvankelijk had ik weinig vertrouwen in mijn stelling en ik overwoog zelfs om remise te maken door herhaling van zetten, maar ineens drong het tot me door dat ik nog steeds groot voordeel had. Ik speelde de rest van de partij heel behoorlijk en verzilverde het voordeel zonder veel schokkende gebeurtenissen. Dat viel me niet moeilijk aangezien Jan al na twee zetten voor de tweede maal ik tijdnood kwam.
Smeets-Giri NK 2011:
Na deze partij was al duidelijk dat ik op de goede weg was, dus ik ging optimistisch gestemd de rustdag in. Ik besteedde deze dag zoals wel vaker met het verdoen van tijd, wat films bekijken, wat wandelen en met het voorbereiden van varianten die de volgende dag uiteindelijk niet op het bord zouden verschijnen.
Ik ben zeker niet bijgelovig, maar na tweemaal te hebben meegereden met vrouwenkampioen Peng (we pendelden naar de speelzaal met auto’s van de deelnemers) en na keer op keer te winnen, besloot ik niet meer van chauffeur te veranderen… ☺
Tegen Brandenburg zag ik geen redden om niet opnieuw in te gaan op een scherpe Siciliaan. Na Daans keuze 6.h3 in de Najdorf was hij waarschijnlijk het minst vertrouwd met de stelling die ontstond. Al snel bereikten we een gelijke stelling die waarschijnlijk iets makkelijker te spelen is voor zwart. Na enkele onnauwkeurigheden van mijn tegenstander kreeg ik al tamelijk prettig spel, terwijl het na een rare afruil van mijn d6 pion tegen zijn c2 snel bergafwaarts ging voor wit. Wat mij zo beviel aan de stelling was het feit dat wit absoluut niets kon uitrichten en na het tamelijk sadistische a5-b4 kon ik de ten dode opgeschreven pion incasseren en ik won de partij gladjes.
Mijn volgende tegenstander was Swinkels, die voor de Grünfeld koos. Ik vond het niet zo erg en ik kon hem verrassen met het Russische systeem, gekarakteriseerd door Db3. Ik aarzelde niet en weerlegde de relatief nieuwe variant die begint met Pc6 en die in het pasverschenen boek over de Grünfeld wordt aanbevolen. De idee van het profylactische g3 is afkomstig van mijn coach Chuchelov, lang geleden aan het bord gevonden. Ik had er meer plezier van dan ooit. Robin besloot tot iets verdachts met e6 en na de tussenzetten Lg5 en Pa4 besefte ik dat ik aan de winnende hand was. De blunder van Swinkels bespoedigde het einde.
Ruud was mijn volgende tegenstander. Hij had moeite om zijn beste vorm te vinden in dit toernooi, maar hij putte vertrouwen uit het feit dat hij in de voorgaande ronde Smeets had verslagen. Ik vermoedde dat hij met elke ronde meer gevaar zou gaan opleveren voor zijn tegenstanders. Ruud koos een vreemde opzet en speelde een uitdagende opening. Hij dwong mijn paard uit te wijken, maar moest daarbij erkennen dat het paard naar een beter veld werd gedirigeerd, ongeacht de ontstane pionstructuur. Ik pakte pion e3 zonder aarzelen en in de verwikkelingen die ontstonden kon wit niets meer beginnen.
Na de vierde winstpartij op rij had ik mijn titel al veilig gesteld aangezien mijn concurrenten Sipke, Sokolov, Wouter en Swinkels elkaar punten afsnoepten. Toch was ik uiterst gemotiveerd voor mijn laatste partij tegen de leider van het eerste uur, Wouter Spoelman.
In een voor de Slavische verdediging typische variant volgden we de partij L’Ami-Smeets uit de eerste ronde. Die partij eindigde in remise, zonder veel problemen voor zwart. Dat was kennelijk de reden voor Wouter om die partij te kopiëren. Ik week echter af met een vroegtijdig Pe5, gevolgd door Pxd7! en het werd al snel duidelijk dat zwart nog steeds iets te bewijzen heeft. Ik was buitengewoon ingenomen met mijn idee a4 gevolgd door Da5, maar ik werd onaangenaam verrast door het sterke c3! in plaats van de twijfelachtige terugtocht Pd7. Na c3 zou de partij vermoedelijk remise moeten worden (wit heeft weliswaar een pion meer, maar door de lopers van ongelijke kleur zijn er geen reële winstkansen). Echter na Pd7 zou ik de touwtjes in handen hebben. Wouters plan e5 gevolgd door Pc5 zou goed zijn, ware het niet dat er te veel stukken hangen, vooral de loper op d5. Het was duidelijk dat zwarts stelling op instorten stond toen Wouter blunderde met Lc6.
Giri-Spoelman NK2011:
Door deze zege won ik het toernooi 2 punten los van de nummer twee, Sokolov. Het leverde bovendien wat ELO-punten op, die heel welkom zijn in dit tijdsgewricht.
Het was een prettige ervaring en ik hoop op een vervolg…